Op donderdag 9 januari veranderde het Brusselplein in Leidsche Rijn weer in een levendige ontmoetingsplek. Tussen de geur van versgebakken stroopwafels, het geroezemoes van buurtbewoners en de kleurrijke kramen was de markt opnieuw het kloppend hart van de wijk. Het is een plek waar niet alleen boodschappen worden gedaan, maar waar verhalen ontstaan en mensen elkaar vinden.
Het Brusselplein is op het eerste gezicht een typische, strakke stadsplek. Maar op donderdagen is daar weinig van te merken. Dan vult het plein zich met marktkramen, boodschappentassen en gesprekken. Hier voelt Leidsche Rijn even helemaal niet als de grootste nieuwbouwwijk van Nederland. Het geroezemoes, het spontane contact tussen klanten en verkopers – alles straalt een sfeer uit die eerder doet denken aan een dorpsmarkt dan aan een plek midden in de stad.
Tussen de groente en fruit staat Sarah, een kraamhulp bij een van de groentekramen. Ze is niet elke week op de markt, vertelt ze, maar wanneer ze er is, voelt het als thuiskomen. “Het is zo’n plek waar je meteen wordt opgenomen in de sfeer,” zegt ze terwijl ze een stapel wortels rangschikt. “Je helpt klanten, maakt een praatje, en iedereen kent elkaar hier een beetje. Het is gewoon heel anders dan in de supermarkt.”
Dat ‘anders’ is precies wat de markt zo bijzonder maakt. Leidsche Rijn heeft alles wat je van een moderne stadswijk mag verwachten: grote winkels, strakke infrastructuur en nieuwe woonblokken. Maar juist op de markt lijkt het leven even langzamer te gaan. Mensen blijven staan om bij te praten, kraamhouders hebben tijd om hun waren toe te lichten, en klanten lopen met een glimlach langs de kraampjes.
Aan de overkant van de markt trekt de geur van versgebakken stroopwafels me naar een kraampje waar een man zorgvuldig warme, kleverige karamel tussen twee dunne wafels smeert. “Het recept is van mijn oma,” zegt hij trots, terwijl hij een stukje breekt voor een nieuwsgierige klant. “Dat probeer ik al jaren precies zo te houden.” Er staat een rij mensen die niet alleen iets lekkers willen, maar ook even met hem willen praten.
Naast de gezelligheid is de markt ook een plek van verhalen. Sarah vertelt dat ze laatst een oudere dame ontmoette die elke donderdag naar de markt komt, al sinds de allereerste kraampjes hier verschenen. “Ze zei dat ze hier niet alleen voor de boodschappen komt, maar vooral omdat ze het fijn vindt om even onder de mensen te zijn,” vertelt Sarah. “Dat soort dingen hoor je vaak. Mensen zien deze markt echt als een sociaal moment, niet alleen als een plek om inkopen te doen.”
De bloemenkraam is een ander voorbeeld van hoe de markt meer is dan een simpele verkooppunt. De verkoper, een man met een groot postuur en een warme glimlach, is bezig met een boeket tulpen. “Mensen blij maken, dat is wat ik het liefste doe,” zegt hij terwijl hij een klant adviseert over de kleurencombinatie. “Een bloemetje is iets kleins, maar het kan een groot verschil maken.”
Na een ronde langs de kramen valt het op hoe makkelijk de markt de stadse drukte even doet vergeten. Je blijft hangen, kijkt om je heen en raakt in gesprek met vreemden. Hier lijkt alles wat langzamer te gaan. Het geeft de markt een charme die haaks staat op het snelle ritme van Leidsche Rijn.
Terwijl ik het plein verlaat, kijk ik nog één keer om. De kraamhouders lachen, klanten proeven, en het geroezemoes van gesprekken vult de lucht. Het Brusselplein voelt even als een klein dorp in het midden van een grote stad. Mocht je op een donderdag tijd hebben, dan is de markt in Leidsche Rijn absoluut de moeite waard. Hier wordt niet alleen verkocht, hier wordt geleefd.