Leidsche Rijn

Selecteer Pagina

Libellen in beweging: Klimaatverandering en waterkwaliteit veranderen de populatie

Libellen in beweging: Klimaatverandering en waterkwaliteit veranderen de populatie

LEIDSCHE RIJN – De libellenpopulatie in Nederland is met een kwart afgenomen. Door klimaatverandering trekken koudeminnende soorten naar het noorden, terwijl warmteminnende soorten juist naar Nederland verhuizen. In Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern zijn deze verschuivingen zichtbaar, wat wijst op veranderingen in waterkwaliteit en biodiversiteit.

Uit recentelijk onderzoek van het CBS en de Vlinderstichting blijkt dat de libellenpopulatie van Nederland voor 28% afgenomen is. Libellen kunnen grofweg verdeeld worden in koudeminnende en warmteminnende soorten. Koudeminnende kunnen heel goed tegen de kou en vliegen zelfs tot november en december, terwijl warmteminnende zijn actiever bij hogere temperaturen. Deze soorten geven een goed beeld van de leefomgeving en temperatuur waar ze zich bevinden. Uit het onderzoek blijkt dat er een grote verschuiving van de soorten plaatsvindt, waarbij koudeminnende soorten gemiddeld 5% per jaar afnemen en warmteminnende soorten juist met gemiddeld 5% toenemen. Door de stijgende temperaturen als gevolg van klimaatverandering trekken koudeminnende libellensoorten steeds verder naar het noorden, terwijl warmteminnende soorten juist in Nederland verschijnen.

Belang van libellen

Libellen hebben een belangrijke rol in de voedselketens van de natuur: ze houden het aantal andere insecten onder controle (muggen, vliegen, motten) en ze worden zelf gegeten door andere dieren en insecten (vogels, kikkers, salamanders, hagedissen, spinnen, wespen, enzovoort). Dit houdt een balans in het ecosysteem, maar als libellenpopulaties afnemen kan het leiden tot verstoringen in de voedselketens en een disbalans tussen de dierensoorten. Verder zijn libellen goede indicatoren van de waterkwaliteit van de omgeving waar ze zich bevinden. Zowel hun larva als de volwassenen zijn afhankelijk van water. Sommige soorten kunnen alleen in schoon, zuurstofrijk water overleven; anderen kunnen ook in licht vervuild, voedselrijk water leven, zoals in stilstaande sloten. Door de soorten te bestuderen is het mogelijk om een goede beeld van de omgeving te krijgen.

De betekenis van libellen voor Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern

Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern bevatten veel plassen, sloten, grachten en kanalen waar libellen wonen. De wijken zijn ontworpen met aandacht voor waterkwaliteit en een gezond waterleven. Toch kan een stijging van de temperatuur gevolgen hebben voor het waterleven en waterkwaliteit. Warmere watertemperaturen veranderen de leefomgeving van libellen en in droge periodes kunnen sloten en plassen deels opdrogen. Er zijn al veranderingen te zien in de libellenpopulaties van deze wijken. In de onderstaande grafiek is te zien hoe de libellenpopulatie veranderd is over de afgelopen jaren. In alle wijken is er een daling te zien in het aantal waarnemingen van libellen van de laatste vijf jaar. De piek tussen 2014 en 2019 is te verklaren door de verbeterde waterkwaliteit in Nederland in die periode. Dit kwam door beter waterbeheer en de natuurlijke inrichting van beken, evenals het herstel van vennen en laagveenwateren op verschillende locaties. Deze verschuivingen laten zien hoe kwetsbaar het waterleven voor omgevingsfactoren en afhankelijk van het mensenwerk is. Het houden van de balans van de natuur zorgt ervoor dat we ingrijpende veranderingen kunnen voorkomen en het ecosysteem in stand blijft.

Bron: Nationale Databank Flora en Fauna

Over de auteur