Leidsche Rijn

Selecteer Pagina

Zorg belooft aanpak grensoverschrijdend gedrag – jonge medewerkers hopen op echte verandering

Zorg belooft aanpak grensoverschrijdend gedrag – jonge medewerkers hopen op echte verandering

LEIDSCHE RIJN – Seksueel grensoverschrijdend gedrag is in de zorgsector een bekend probleem. Toch wordt er vaak weinig over gepraat, zeker op de werkvloer. Om daar verandering in te brengen, ondertekenden 25 zorgorganisaties op 5 juni een manifest. Ze willen af van zwijgen en zorgen voor veilige werkplekken waar mensen zich durven uitspreken. In Leidsche Rijn, waar veel jonge zorgverleners werken, klinkt die wens bekend. Het gedrag verdwijnt niet van de ene op de andere dag, maar steeds meer zorgverleners hopen dat openheid en duidelijke afspraken het verschil gaan maken.

 

Verschillen tussen generaties

Jamila werkt als arts en liep haar coschappen op verschillende afdelingen. Zelf heeft ze geen grensoverschrijdend gedrag meegemaakt, maar ze hoorde er wel verhalen over van anderen. ‘Toen ik begon met coschappen, kregen we vanuit de opleiding training over hoe je moet omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook leerden we hoe je dingen anoniem kunt melden. Het was duidelijk dat dit soort situaties voorkwamen.’

Die coaching vond ze prettig, juist omdat het onderwerp vaak lastig bespreekbaar is. Tijdens haar coschappen zag ze dat vooral oudere artsen soms gedrag vertoonden dat niet meer past bij deze tijd. ‘Sommige artsen, vooral mannelijke artsen die al heel lang in het vak zitten, hebben een manier van doen die niet meer helemaal overeenkomt met 2025. Dan hoor je opmerkingen of grapjes waarvan je denkt: dit klopt niet helemaal.’

Op de afdelingen waar ze nu werkt, merkt Jamila gelukkig dat het bespreekbaarder is. ‘Iedereen heeft een mentor. En er is een vertrouwenspersoon die onafhankelijk is. Dus als er iets is wat je niet met een baas wilt bespreken, kun je daar terecht.’ Ze ziet ook een duidelijk verschil tussen afdelingen. Vooral bij snijdende specialismen, zoals chirurgie, is het gedrag soms nog traditioneler dan op andere plekken.

Toch merkt ze dat er verandering gaande is. ‘Onder de jongere artsen leeft het onderwerp veel meer. En er zijn nu natuurlijk veel meer vrouwelijke artsen. Je merkt dat er echt een shift komt. Onderling zie je dat dit gedrag veel minder voorkomt.’ Volgens Jamila wordt het langzaam beter. ‘Er wordt meer gelet op: kan dit wel, mag dit wel, is dit wel oké?’

 

Ervaringen tijdens de stage

Ook Sophie van Eijs, een twintigjarige student sociaal werk, merkte hoe lastig het kan zijn om met grensoverschrijdend gedrag om te gaan. Ze liep stage op een gesloten afdeling voor verstandelijk beperkte ouderen. ‘Ik stond op een afdeling met mensen die lichamelijk tussen de zestig en negentig waren, maar mentaal soms nog onder peuterniveau.’

Tijdens haar werk kreeg ze te maken met situaties die haar ongemakkelijk maakten. ‘Ik moest weleens mannelijke bewoners helpen met douchen. Dan kreeg iemand een erectie. Dat soort dingen gebeurden. En ik vond dat persoonlijk best wel heftig.’

Sophie kon dit soort dingen bespreken met haar begeleider, maar veel werd er niet aan gedaan. ‘Je kon het altijd aangeven bij de leidinggevende. Alleen in mijn geval waren deze mensen zo verstandelijk beperkt dat ze het zelf ook niet goed snapten. Je kon er geen afspraken mee maken.’ Volgens haar had het geen zin om hen aan te spreken op gedrag dat ze zelf niet begrepen. Maar het zorgde er wel voor dat zij zich onveilig voelde.

Sophie besloot uiteindelijk te stoppen met haar stage. ‘Je moet er echt tegen kunnen. Voor mij was het te veel.’ Ze vindt het belangrijk dat dit soort ervaringen serieus genomen worden, ook al gaat het om gedrag zonder slechte bedoelingen. ‘Je merkt dat er weinig ruimte is om te zeggen: dit is niet oké voor mij.’

 

Voorzichtige hoop op verandering

Het manifest dat op 5 juni werd ondertekend, roept op om juist die situaties wél bespreekbaar te maken. Zorgorganisaties beloven te zorgen voor heldere afspraken, goede begeleiding en een cultuur waarin zorgverleners zich veilig voelen. Maar of die verandering ook op de werkvloer wordt gevoeld, hangt af van de mensen zelf.

Jamila denkt dat het vooral de jongere generatie is die het verschil gaat maken. ‘Je merkt onder jonge collega’s dat iedereen hiervan af wil. Er wordt beter gelet op gedrag. En het is niet dat hiërarchie helemaal weg moet, dat heb je ook nodig in de zorg, maar er wordt wel bewuster omgegaan met wat wel en niet kan.’

Over de auteur

Aniek Wiering

Ik ben Aniek Wiering en ik kom uit Leusden. Na MBO styling, Interieur & Vormgeving afgerond te hebben wilde ik toch graag wat anders doen. In September 2024 ben ik begonnen aan de studie Journalistiek.