Leidsche Rijn

Selecteer Pagina

Meer mannelijke leraren in Leidsche Rijn in het primaire onderwijs dan landelijk, maar tekort blijft groot

Meer mannelijke leraren in Leidsche Rijn in het primaire onderwijs dan landelijk, maar tekort blijft groot

Foto: Adobe Firefly

Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern scoren hoger op het aandeel mannelijke leerkrachten dan het landelijke gemiddelde van 13%. Toch kampen basisscholen in de regio Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern ook met een tekort aan mannen voor de klas. Met een score van 16% is Leidsche Rijn ook geen uitschieter. Een oplossing die veel besproken wordt is het opsplitsen van de pabo in een jongere- en oudere kind opleiding. De meningen van schooldirecteuren, studenten en leerkrachten uit de regio zijn hierover verdeeld.

Het opsplitsen van de pabo wordt al een tijdje besproken als oplossing voor het tekort aan mannen voor de klas. In december 2024 is er een hoofdlijnenbrief ingestuurd met het wetsvoorstel om de pabo op te splitsen in de jongere- en oudere kind opleiding. Het landelijke percentage ligt volgens het CBS in 2024 op 15%. In Leidsche Rijn ligt dat percentage met 16% iets hoger, maar op scholen als OBS Vleuterweide en OBS De Klimroos is het aandeel mannen opvallend hoog. Tegelijk blijft de instroom van mannelijke studenten op de pabo achter.


De meeste basisscholen in de regio volgen de landelijke trend, maar er zijn uitzonderingen. Zo bestaat bij OBS De Klimroos het team voor 38% uit mannelijke leerkrachten. ‘Dat is vooral een beetje geluk,’ zegt directeur Joeri Baartscheer. ‘Maar dat geluk kun je zelf ook afdwingen. Je kunt het benoemen dat je veel mannen voor de klas hebt staan. Mannen trekken mannen aan. Als je er eenmaal een paar hebt, volgen er vanzelf meer.’ Bij OBS Vleuterweide ligt het percentage op 19,23%. Directeur Noortje Willems ziet ook dat het werkt: ‘Als je eenmaal een man of meerdere mannen binnen hebt, dat er dan zich andere mannen ook aanmelden.’

De lage mannelijke instroom begint op de opleiding. Jooske Hastrich, derdejaars pabo-student, ziet het zelf gebeuren: ‘In mijn eerste jaar hadden we tien mannelijke studenten in een klas van dertig. En de mannen vielen als eerste af eigenlijk.’ De verplichte stage bij de kleuterklas is vaak de druppel. ‘Dat vonden ze moeilijk om doorheen te komen.’ Toch geldt dat niet voor iedere student.  Pabo-docent Léjon Saarloosziet dit terug: ‘Ik zie ook mannen binnenkomen die zijn doodsbang voor een onderbouwstage, en die staan nu afgestudeerd in groep drie of in groep twee. En ze hebben het helemaal gevonden.’

Echter zijn dit er nog te weinig vinden ze in Den Haag. De politiek onderzoekt daarom of de pabo moet worden gesplitst in een opleiding voor jongere en oudere kinderen, omdat dit meer mannen zou aantrekken. Noortje Willems staat daarvoor open: ‘Als het zo zou uitwerken dat dat meer mannen trekt, dan sta ik daar positief in.’ Ook student Jooske denkt dat het zou kunnen helpen, ‘maar in de praktijk zal het tegenwerken. Je moet multi-inzetbaar zijn.’

Joeri Baartscheer uit zich kritischer. Volgens hem gaat het niet om mannen of vrouwen, maar om de kwaliteit van het onderwijs en dus ook de pabo. ‘De bovenbouw zit dan straks vol met mannen met snorren en de onderbouw met verzorgende vrouwen,’ zegt hij cynisch. Hij pleit voor betere kwaliteit van de opleiding als geheel: ‘Ik zou alle tijd die je stopt in die splitsing, stoppen in een daadwerkelijk goede pabo.’

Volgens alle geïnterviewden is het tekort aan mannen slechts één aspect van een groter probleem. Léjon zegt: ‘Het grootste probleem is dat er te weinig mensen voor de klas staan.’ Hij wijst op het negatieve imago van het beroep en het gebrek aan status. Joeri Baartscheer sluit zich daarbij aan: ‘Je maakt geen indruk in je vriendengroep met “ik ben kleuterleerkracht”.’ Ook Noortje Willems merkt dat het imago meespeelt: ‘Ik heb soms het idee dat er een soort smet op zit. Alsof het geen écht beroep is. Dat maakt het minder aantrekkelijk.’

Pabo-docent Léjon ziet kansen binnen zijn eigen opleiding: ‘We hebben verschillende leerpaden, maar we kunnen nog beter inspelen op individuele leervoorkeuren. Zet het beroep op een sokkel.’ Jooske is kritischer: ‘Iedereen wordt eigenlijk op dezelfde manier geholpen.’

Voorlopig is het opsplitsen van de pabo nog niet aan de orde. Iedereen lijkt het erover eens: er is geen snelle oplossing. Zolang het beroep niet aantrekkelijker wordt gemaakt op het gebied van begeleiding, status en inhoud zullen veel potentiële leerkrachten, man of vrouw, afhaken nog voor ze beginnen.

 

 

Over de auteur

Pablo de Gooijer

Persoonlijke inspirerende verhalen vertellen is waar ik naar streef. In mijn rol als journalist voel ik een plicht om oprechte verhalen boven tafel te halen, met als doel mijn lezer te inspireren. Ik interesseer mij in geschiedenis, milieu & natuur. Mijn doel is om uiteindelijk informatieve documentaires te maken op één van deze interessegebieden.