Landelijk woedt een discussie die het hart van de breakdancing raakt: is break nog wel een kunstvorm of een sport geworden? Met de opkomst van breakdance als Olympische discipline en de toenemende professionalisering van de breakscene groeit de spanning tussen expressie en prestatie. In Leidsche Rijn pakt Illusionary Rockaz Company het anders aan met een tussenvorm. In hun ‘battles’ proberen ze een combinatie van competitie en expressie te maken.
Choreograaf Shailesh Bahoran van Illusionary Rockaz Company in Leidsche Rijn en Erik Fiktorie, directeur van de Nederlandse Algemene Danssport Bond (NADB) delen hun visie op deze ontwikkeling. Hun verschillen en ideeën over break tonen de complexiteit van een breakwereld die balanceert tussen vrijheid en regels, tussen emotie en techniek.
“Break is voor mij emotie, geen sportperformance” – Shailesh Bahoran (IRC)
In het Castellum Hoge Woerd in Leidsche Rijn presenteerde Illusionary Rockaz Company (IRC) recent de voorstelling ‘IRC Castellum Tour’. Artistiek leider Shailesh Bahoran, bekend om zijn diepgewortelde choreografieën en culturele thematiek, benadrukt dat breaking voor hem begint bij emotie, intentie en expressie. “Ik ben theater gaan maken omdat voor mij emotie, intentie en expressie op één staan,” vertelt hij. “Break is voor de één een taal, zang voor de ander. Maar het gaat om wat je voelt.”
De voorstelling is geïnspireerd op Shailesh Surinaams-Indiase achtergrond en het contractarbeidersverleden van zijn voorouders. Hij verbindt deze geschiedenis met de ruimtes van het Castellum en selecteert zijn cast op basis van gedeelde culturele roots. “Als ik allemaal performers heb die een soortgelijke geschiedenis met mij delen, dan kan ik vanuit hun weer verder geïnspireerd raken.”
“Als ik ook trainingen geef, dan kijk ik naar de persoon en naar hoe hij wil bewegen. Van daaruit beginnen we met de benodigde basissen te leren en echt een stijl te ontwikkelen samen. Ik denk dat dat de beste manier is om jezelf te ontwikkelen als breaker.”
Voor Shailesh is breaking onlosmakelijk verbonden met kunst. “Eigenlijk is elk woord ruis, ik probeer jou iets uit te leggen en van binnen heb ik dat heel helder. Maar omdat naar jou toe te vertalen heb ik dus een woord nodig en daar verliest het gevoel al heel veel betekenis. En break is voor mij een manier om iets te voelen zonder het te hoeven uitleggen. En om als buitenstaander iemand dat te zien ervaren is ook al een hele beleving weer, je deelt echt gevoelens met elkaar op zo’n moment.”
Toch erkent Shailesh ook dat binnen zijn organisatie wedstrijden plaatsvinden. “Wij zeggen heel fancy ‘battle’, maar het is gewoon een georganiseerde wedstrijd en op het moment dat jij een wedstrijd doet is het al competitief omdat je beoordeeld wordt. Kunst is in mijn ogen subjectief, sport niet dat is meetbaar en objectief.”
Deze vorm van dansen komt steeds vaker voor en heeft zelfs in 2024 zijn debuut gemaakt op de Olympische Spelen. Echter betekent een ‘battle’ niet altijd dat je de artistieke kant hoeft te verliezen. “In de battles die wij organiseren gaat het meer om eigenheid, originaliteit, artisticiteit en toevoeging en dat zijn allemaal lagen die niet te meten vallen. Die wedstrijden leunen op het vertrouwen op de kennis en expertise van de juryleden die jij uitkiest en eigenlijk vraag je daarmee straight up naar iemands mening.” Dat maakt het volgens Shailesh juist zo’n mooie tussenvorm, waar kunst en sport met elkaar in contact komen.
De opkomst van breakdance op de Olympische Spelen heeft volgens Shailesh geleid tot een splitsing in de scene. “De ene zegt ‘nu gaat alles kapot, nu gaan kinderen alleen nog maar de technische elementen leren’. En de andere zegt weer ‘ik wil groeien en meer waarde krijgen van de maatschappij’. Wij willen natuurlijk ook wel eens 10 sponsors net zoals bij een skater en door kunstliefhebbers erkend worden als waardige vorm, maar daar tegenover staat dat je het steeds meer in een sportpakket gaat bouwen. Dat is weer iets dat we niet willen, onze cultuur is juist gekenmerkt aan de koppigheid van het individu. Regels passen daar niet bij, want ik snap dat het zo hoort, maar ik doe het zo”
Erik Fiktorie, directeur van de Nederlandse Algemene Danssport Bond (NADB), ziet de sportificering van breaking juist als een kans. “Onze ambitie als sportbond is dat iedereen in Nederland ergens in zijn leven de kans heeft gehad om te dansen,” stelt Erik. Volgens hem biedt de sportbenadering meer media-aandacht en zichtbaarheid: “Olympische Spelen en wereldkampioenschappen worden breed uitgemeten. Culturele evenementen hebben een veel kleiner platform.”
Toch erkent ook Erik het belang van de culturele wortels van breaking. “Bij breaking is de scene klein. Iedereen kent elkaar. Dat moeten we niet verliezen, alleen we willen het professioneel aanpakken voor de groep die dat wel graag wil.” De bond probeert de balans hierin te waarborgen door contact te houden met mensen uit de scene en mensen die de olympische breedtes begeleid hebben “die snappen namelijk hoe die groepen denken en hebben echt nog voeling met die evenementen,” Zegt Erik.
“Break is break – sport en kunst hoeven elkaar niet uit te sluiten” – Erik Fiktorie, directeur NADB
Op de vraag of break nog kunst kan zijn binnen strikte regels, vergelijkt Erik het met een fotografiewedstrijd: “Een foto kan technisch perfect zijn en superscherp, maar op het moment dat je er een onscherpe foto naast, legt die veel meer ziel bij zich draagt kan de onscherpe foto nog steeds mooier zijn dan de scherpe foto.” In Erik zijn ogen is er altijd een kunst als er ruimte is voor expressie.
“Het was geen 100 meter sprint waarbij er eentje als eerste over de lijn komt.”
“Jury’s zijn voor ons het aller belangrijkst, zonder jury geen sport. Maar jury’s zijn ook mensen en hebben natuurlijk een voorkeur en kunnen daarmee de wedstrijd beïnvloeden,” vertelt Erik. Om daar een balans in te vinden zijn ze binnen de breakwereld gaan nadenken over een oplossing. “Het was geen 100 meter sprint waarbij er eentje als eerste over de lijn komt. Daarom hebben we op het gegeven moment gekeken naar een aantal facetten, waardoor je de wedstrijden zo objectief mogelijk kan houden,” sluit Erik af.
Op de zorgen van Bahoran over uniforme training reageert Erik genuanceerd: “Als je met een grote groep dezelfde basis aangeboden krijgt, heb je een bepaald startpunt. Van daaruit kunnen breakers hun persoonlijkheid ontwikkelen.” Hij erkent wel dat de aanpak van IRC bouwen vanuit persoonlijke voorkeur zeer waardevol is voor de diversiteit van de sport, maar ziet ook de kracht van een gedeelde basis vanwaaruit sporters kunnen uitbouwen.
Erik ziet wel net zoals Shailesh een splitsing tussen de sportieve en de artistieke aanhang van de break. “Ik vind die splijting wel zonde en onnodig, want dans is dans in mijn ogen. En of je dat nou doet op een houten vloer in een rockkostuum voor een jury of op een podium in een rood tutuutje doet, dat zou niet uit moeten maken. Het is in mijn ogen onterecht dat sport de kunst aanhang in de nek kijkt of andersom, want we zijn allemaal met dezelfde mooie passie bezig.”
Tot slot pleit Erik Fiktorie voor verbinding: “Break krijgt niet de aandacht die het verdient. In welke vorm dan ook. Daarom moeten we elkaar opzoeken: sport, cultuur en kunst, samen zorgen voor die aandacht die ons vak verdient en voor de een zou dat een volle ziggodome zijn en de ander met vrienden op straat.”