Geschreven door: Suus Zethof
In Nederland is er sprake van een medicijntekort. Ook apotheek FLeiR in Leidsche Rijn ondervindt hier veel problemen van. Dit merkte Seyyes Morteza Hossaini gelijk al, toen hij ruim een jaar geleden begon te werken bij apotheek FLeiR.
Sinds 2004 loopt in Nederland het medicijntekort elk jaar op. In 2022 gebeurde het 1514 keer dat een medicijn niet of niet voldoende leverbaar was, en in 2023 was dat aantal al opgelopen naar 2292 keer, blijkt uit cijfers van het KNMP. Van de 13 miljoen medicijngebruikers in Nederland, heeft 5 miljoen weleens te maken gehad met een tekort.
Hossaini heeft ruim een jaar geleden de opleiding farmacie afgerond aan de Universiteit van Utrecht en is nu apotheker bij apotheek FLeiR. Het is er rustig op deze dinsdagochtend. De patiënten die er zijn, wachten geduldig op hun stoel tot hun nummertje op het scherm verschijnt. Één apotheekassistente is aan het bellen, maar de andere twee helpen de patiënten met aandacht en een lach. Ondanks de kalme sfeer in deze apotheek, moeten ze ook hier dagelijks problemen oplossen omtrent het medicijntekort. Hossaini vertelt dat ze vaak moeten zoeken naar alternatieven. Meestal komen ze wel wat tegen door het medicijn uit bijvoorbeeld het buitenland te importeren, maar in sommige gevallen moeten ze de patiënt een heel ander middel geven. Echter is een patiënt vaak ingesteld op een bepaald medicijn en als hij een ander medicijn moet gebruiken kan het zijn dat hij veel bijwerkingen ondervindt of het kan zijn dat het medicijn niet effectief genoeg werkt.
Als de negatieve effecten van een alternatief medicijn te groot zijn, overweegt de apotheek verschillende opties; de patiënt krijgt of een ander medicijn of merk, of de dosering wordt in sommige gevallen verlaagd, aangezien sommige bijwerkingen dosisgerelateerd zijn.
De belangrijkste oorzaak van het medicijntekort heeft volgens Hossaini te maken met het inkoopbeleid van Nederland. Hij vertelt dat Nederland een van de Europese landen is die het minst uitgeeft aan medicijnen. Daardoor is de Nederlandse markt minder interessant voor fabrikanten. Hossaini legt uit dat Nederland moet worden gezien als een van de laatste landen die eigenlijk de restanten krijgt. Als er daarbij een grondstoffentekort is, is Nederland een van de eerste landen die de medicijnen niet krijgen. ”Het is heel vreemd dat ze in buurlanden wel bepaalde medicijnen hebben en in Nederland niet, ondanks dat Nederland best wel een welvarend land is”, vertelt Hossaini. ”Ik vind dat ze niet op deze gebieden moeten bezuinigen, aangezien je wel met de gezondheidszorg te maken hebt.”
Apotheekassistente Ikram Khammous is het er ook niet mee eens dat er in Nederland op medicijnen wordt bezuinigd. Ze vindt het vervelend dat ze patiënten vaak teleur moeten stellen en dat er weinig informatie over het medicijntekort is. ”Aangezien wij vaak de enige informatiebron zijn, komt het voor de patiënt soms ongeloofwaardig over als wij vertellen dat een medicijn er niet is”, vertelt Khammous. ”Het voelt soms als falen van de apotheek, terwijl wij er eigenlijk niets aan kunnen doen.”
Meneer T. vertelt ook last te hebben gehad van het medicijntekort. Het medicijn wat T. nodig had was slecht te krijgen en pas na een paar weken was er een alternatief voor. Een ander medicijn dat T. nodig had, was er wel, maar niet in de dosering die hij moest slikken. ”Ze hebben me in plaats van 10 mg, twee van 5 mg gegeven.” vertelt T. “Dus dat is ook goed.”
”Meneer T. gaat er erg goed mee om,” vertelt Hossaini, ”maar er zijn ook klanten die boos worden of zelfs beginnen te schelden.”
Floris Grondman sprak met de apotheker en een assistente: