Donderdag 17 oktober was het Wereldarmoededag. In heel Utrecht werd op verschillende plekken het Stadsdiner Utrecht gehouden, ook bij het wooncomplex Livin in Terwijde waar bewoners aan het diner zaten. In het wooncomplex wonen onder andere daklozen en mensen met schulden.
Ongeveer twaalf man zit buiten op het dakterras aan een houten tafel te eten. Het dakterras ligt in het midden van meerdere wooncomplexen. Het begint al te schemeren en er vallen een paar kleine spetters uit de lucht. Er staan twee kaarsen aan op tafel en iedereen is met elkaar in gesprek. Iedereen blijft, ondanks de spetters, gewoon buiten zitten.
De gemeente Utrecht telde in het begin van 2023 14.230 huishoudens met problematische schulden. Ook telde de gemeente begin 2022 in totaal 2.077 daklozen in Utrecht die recht hebben op sociale voorzieningen. In wooncomplex Livin worden betaalbare woningen aangeboden voor onder andere daklozen en mensen met schulden. Bewoners hebben hier contact met elkaar en helpen elkaar zo nodig. “Als je buurvrouw niet goed meer kan koken, help je elkaar uit de brand,” zegt Kooiman. Zij heeft het Stadsdiner bij Livin georganiseerd.
Merel heeft samen met een aantal mensen het diner gekookt. Eerder heeft Livin ook meegedaan aan het Stadsdiner. Dit was goed bevallen bij de bewoners. Een deel van de bewoners had geen tot weinig toegang tot goed voedsel, doordat ze dakloos waren of hoge schulden hadden. “Ik denk dat er heel veel mensen niet goed rond kunnen komen. Je kunt op meerdere plekken in Utrecht iedere dag goedkoop eten, en ik hoop dat dat wat bekender wordt hierdoor,” aldus Kooiman.
Een paar mensen sluiten later aan en soms loopt iemand langs die even komt kijken wat er gebeurt. Sommigen kennen elkaar nog niet en anderen wel. Er worden verschillende gesprekken gevoerd. Maatschappelijke onderwerpen worden besproken, maar ook de achtergrond van de bewoners komt aan bod in de gesprekken.
Merijn Hugens woont momenteel in een appartement in het wooncomplex van Livin. Hij heeft drieënhalf jaar in de natuur geleefd en sliep in een zelfgemaakte tent. “Ik had al mijn spullen. Ik had een goede slaapzak, ik had een tent, ik had zelfs een espressoapparaatje,” zegt Hugens. Van jongs af aan heeft hij van zijn vader geleerd om in de natuur te leven door veel met hem te reizen. Van strikken zetten tot speren en een pijl-en-boog maken. Zijn eten ving hij met de strikken of pijl-en-boog en hij kookte boven een kampvuur.
Nadat Hugens ruzie had gekregen met zijn zoon, heeft hij zijn zoon in het huis laten wonen en is hij zelf op reis gegaan in de natuur, waar hij volledig zelfvoorzienend heeft geleefd. “De woningen liggen niet voor het oprapen,” vertelt Hugens, “en ik vind buitenleven gewoon lekker.” Na drieënhalf jaar in het bos te hebben geleefd, werd hem een woning aangeboden. Hugens wilde een bedrijf opstarten en dat werd toch lastig vanuit het bos. Nu is hij zzp’er en ontwerpt hij spullen voor in de buitensport.
Rond acht uur is het volledig donker buiten en een aantal mensen hebben zichzelf weer teruggetrokken in hun appartement. De afwas wordt in de keuken gedaan en de meeste gesprekken zijn tot een einde gekomen. De mensen die later aansloten en Merijn zitten er nog aan tafel te kletsen, maar om negen uur gaan ook zij naar huis.