Leidsche Rijn

Selecteer Pagina

Leidsche Rijn College zet in op betere leesvaardigheid met nieuw project ‘Lenzen op de leescultuur’

Leidsche Rijn College zet in op betere leesvaardigheid met nieuw project ‘Lenzen op de leescultuur’

Het Leidsche Rijn College bereidt zich voor op de komst van het project ‘Lenzen op de leescultuur’, een initiatief van de Radboud Universiteit Nijmegen. De school, die bij een inspectie in 2024 een onvoldoende behaalde op havoniveau, hoopt mede dankzij dit project het taalonderwijs te verbeteren en de dalende leesvaardigheid onder jongeren aan te pakken.

Het is pauze wanneer aan het einde van de gang een groepje van vijf leerlingen die zich aan het voorbereiden zijn voor het eindexamen, elkaar aan het overhoren zijn. Ook lopen er docenten en leerlingen door elkaar heen. In de drukte van de voorbereidingen loopt Britt Rietveld, docent geschiedenis en zij zit in de werkgroep taal. Ze werkt samen met Jeroen Steenbeek, die taalcoördinator is. Aan de verbetering van de Nederlandse taal op school. Rietveld loopt met een stapel papieren onder haar arm richting een lokaal. ‘Wij zijn bezig met het schrijven van beleid over hoe je taal het beste in de les kunt gebruiken.’ vertelt ze. Zo zegt Rietveld: ‘Het is veel belangrijker dat leerlingen zelf uitvinden wat een woord betekent dan dat wij als docenten aan het begin van de les uitleggen wat bepaalde woorden betekenen’. Zittend tegenover elkaar, vertelt ze: ‘Ik merk dat de taalvaardigheid van de jongeren achteruitgaat, mede door meertaligheid en het gebruik van sociale media’. Maar ze merkt ook dat minder jongeren boeken lezen, ‘een enkeling op de havo leest in haar/zijn vrije tijd’. De veranderingen op het Leidsche Rijn College komen ook doordat de school in 2024, door de schoolinspectie onvoldoende is beoordeeld op het havoniveau. Zo meldt Rietveld: ’We hebben uiteindelijk subsidie ontvangen om in de toekomst het niveau op de havo te verbeteren’. Daardoor doet het Leidsche Rijn college mee aan dit project. ‘We vinden het belangrijk dat onze leerlingen de taal beter begrijpen’. Het project moet inzicht geven in de zwakke plekken van het taalonderwijs en helpen om deze te verbeteren.

Het project ‘Lenzen op de leescultuur’ start op 1 februari 2026 en loopt tot 1 februari 2030. In totaal doen 45 middelbare scholen in Nederland mee. Docenten uit verschillende vakgroepen volgen cursussen over taalgebruik in de les en wetenschappelijk onderzoek brengt in kaart waar de knelpunten liggen. De resultaten moeten helpen om effectief beleid op te stellen en de leescultuur op scholen te versterken. Het onderzoek bestaat uit uitgebreide vragenlijsten en interviews steeds op een ander aspect van leesbeleid. Onder leesbeleid wordt verstaan:

wat kunnen docenten verbeteren aan de lees-ondersteuning en bevordering en ook hoe leerlingen de leescultuur op school ervaren. Maar wat bijzonder is aan dit onderzoek, de ouders van de jongeren worden ook meegenomen in dit project; wat kunnen de ouders voor de jongeren betekenen op het gebied van het beter begrijpen van taal?

Jeroen Dera, universitair hoofddocent moderne talen en projectleider, ziet een dringende noodzaak voor dit onderzoek. ‘Meer jongeren hebben moeite met lezen’, zegt hij. ‘Er is weinig uitwisseling tussen scholen als het over leesbeleid gaat. Dit project moet daar verandering in brengen.’ Hij benadrukt dat Nederland achterloopt op wetenschappelijk onderzoek naar leescultuur. ‘De meeste studies komen uit Australië en Amerika. Wij willen onderzoeken waar het op Nederlandse scholen misgaat’.

Volgens Dera worden er binnen het project vier gerichte studies uitgevoerd om de leesvaardigheid onder jongeren te verbeteren. ‘Zo’n onderzoek kan laten zien waar het bij scholen misgaat en hoe we de kwaliteit van het onderwijs kunnen verhogen’. Zegt hij. Het doel is dat scholen wetenschappelijk onderbouwde verbeteringen doorvoeren en jongeren beter leren lezen.

Met de start van het project hopen zowel het Leidsche Rijn College als de Radboud Universiteit een stap te zetten in de strijd tegen de dalende leesvaardigheid. ‘Het beste wat je kan doen is samenwerken met scholen en onderzoeken hoe we het taalonderwijs kunnen verbeteren’, zegt Dera. De komende jaren moeten uitwijzen of deze aanpak daadwerkelijk het gewenste effect heeft.

Over de auteur