Leidsche Rijn

Selecteer Pagina

Broedseizoen in Maximapark: Vogelbescherming staat voorop

Broedseizoen in Maximapark: Vogelbescherming staat voorop

MÁXIMAPARK – Nu het broedseizoen in volle gang is, wordt er extra op vogels in het Máximapark gelet. Van merels tot haviken: hun nesten zijn streng beschermd, en dat heeft directe gevolgen voor onderhoud en bezoekers. Medewerkers mijden broedplekken, en ook bezoekers worden gevraagd afstand te houden. ‘Één takje is al een nest.’

Het broedseizoen is de periode waarin vogels nesten bouwen, eieren leggen en hun jongen grootbrengen. Het is geen vaste periode, maar het loopt doorgaans van mei tot juni, met soms een tweede broedperiode van juli tot augustus of september. De lengte van het seizoen en het aantal legsels verschillen per soort. In het Máximapark zijn er 20-25 vogelsoorten, die grotendeels standvogels zijn. Dat zij onder andere merels, huismuizen, kraaien, bosuilen, haviken, boomklevers enzovoort. Over het algemeen broeden kleinere vogels vaker per jaar dan grotere soorten. Gerwin van Raalte, veldecoloog bij gemeente Utrecht, legt uit: ‘Kleine vogels kunnen tot wel drie generaties in één jaar doen. De grotere vogels, zoals de valken of de ooievaars leggen één legsel per jaar. Dat ligt er gewoon aan hoeveel je moet insteken om de jongen groot te krijgen. Dan gaat het niet zozeer om de aandacht die de ouders eraan besteden, want dat is gewoon een knalvolle weektaak, maar vooral de beschikbaarheid van het voedsel. Een grotere vogel eet aanzienlijk meer dan een kleinere.’

Vogels spelen een belangrijk rol in het ecosysteem van het Máximapark, waar ze zowel predator als prooi zijn. Hun eetpatroon hangt soms van de omstandigheden af. Als er weinig insecten beschikbaar zijn, eten ze vooral zaden. In de warmere maanden (mei–juli) is de insectenpopulatie veel groter dan in het najaar of de hoogzomer (omdat het droog is). Sommige soorten, zoals de fazant, passen hun eetpatroon vanzelf aan. In hun jeugd eten ze voornamelijk insecten, maar later schakelen ze over naar zaden. ‘Als de vogels klein zijn hebben ze veel meer eiwitten nodig dan als ze groter zijn om goed te kunnen groeien en ontwikkelen’, aldus Van Raalte.

Vogels zijn strikt beschermd volgens de Vogelrichtlijn. Deze richtlijn werd in 1979 opgesteld en geldt voor elk EU-land, met als doel wilde vogels en hun leefgebieden te beschermen. Wanneer een vogel bezig is met nestelen – zelfs al gaat het om slechts één takje – mag je hem niet verstoren en is hij wettelijk beschermd. Daarnaast is er de Gedragscode Soortenbescherming van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), waarin duidelijke richtlijnen staan over hoe men zich in bepaalde situaties wel of niet mag gedragen. Van Raalte geeft een voorbeeld: ‘Als je een struik moet snoeien en je weet dat er een nest in zit, dan mag je het nest tijdelijk verstoren, zolang je zeker weet dat de vogel zal terugkeren.’ Dat betekent dat deze verstoring slechts van korte duur mag zijn. Ook zijn er regels voor het kappen en maaien van begroeiing: je mag daarbij de vogels niet verstoren. Dat betekent niet dat het verboden is, maar dat men ervoor moet zorgen dat de nesten veilig blijven. In het Máximapark wordt daarom goed gekeken waar nesten zich bevinden. Rond die gebieden, mogen de medewerkers niet aan werken.

Tijdens het broedseizoen kunnen sommige vogels agressief worden. Vogelaar Jeroen Steenberg uit Utrecht-Stad adviseert: ‘Kraaien en zwanen zijn in deze periode behoorlijk defensief, dus het beste wat je kunt doen is ze met rust laten.’ Volgens Steenberg moeten we in het algemeen beter op vogels letten – ook in onze eigen achtertuinen. ‘Veel mensen, ikzelf ook, hebben de neiging om in het voorjaar de achtertuin op orde te brengen. Het is perfect weer om te sproeien, maar je loopt het risico dat je een nest vernietigt. Je kunt altijd iets eerder beginnen of juist even afwachten.’ Hij vertelt ook dat tegenwoordig een aantal vogelsoorten naar de stad keren, zoals haviken en sperwers die meestal uit de stad wonen, maar ook watervogels zoals futen en meerkoeten die vroeger vooral in de wild te zien waren. ‘Vogels zijn opportunisten,’ vertelt Steenberg, ‘Sommige vogels wagen die stap en anderen zijn schuwer en trekken zich juist terug. Ik weet het niet zeker waarom dat is.’

Het broedseizoen is dus niet alleen een drukke tijd voor vogels, maar vraagt ook om extra aandacht van mensen. Of het nu gaat om een groot park als het Máximapark of je eigen achtertuin: bewust omgaan met de natuur is essentieel.

Over de auteur