NIEUWEGEIN, Het aantal meldingen van de eikenprocessierups in Nieuwegein is dit jaar fors gestegen. Halverwege juni staat de teller al op 400 nesten, terwijl er in heel 2024 slechts 147 meldingen waren. De stijging komt onverwacht, landelijk werd juist een daling voorspeld.
De eikenprocessierups (EPR) is een jaarlijks terugkerend fenomeen in Nederland. De rups leeft op eiken en vormt grote nesten in de bomen. De overlast ontstaat door de piepkleine brandharen die de rups loslaat. Deze haren veroorzaken jeuk, huidirritatie en soms ademhalingsproblemen bij mensen en dieren.
De eikenprocessierups is sinds de jaren ’80 in Nederland en kent, volgens deskundigen, natuurlijke golfbewegingen in aantallen. ‘We zien meestal een cyclus van zes tot zeven jaar. 2019 was een echt piekjaar, daarna daalde het aantal nesten weer. Maar dit jaar stijgt het weer flink,’ meldt een woordvoerder van de gemeente Nieuwegein. ‘Het droge voorjaar heeft gezorgd voor een snelle ontwikkeling van de rupsen.’ Hoewel op landelijk niveau een daling werd verwacht, onder andere door het stimuleren van natuurlijke vijanden, blijkt de realiteit op lokaal niveau dus anders.
In Nieuwegein wordt de rups curatief bestreden, wat inhoudt dat pas wordt ingegrepen wanneer er daadwerkelijk een nest wordt aangetroffen. ‘We gaan dus niet preventief alle bomen controleren, maar pakken het gericht aan op basis van meldingen,’ zegt de gemeentewoordvoerder. De gemeente werkt hiervoor samen met een gespecialiseerd bestrijdingsbedrijf, dat met beschermende kleding en speciaal materieel de nesten verwijdert.
Naast het curatief verwijderen van nesten, zet Nieuwegein ook in op natuurlijke bestrijding. In de hele gemeente hangen inmiddels meer dan 300 nestkastjes voor vogels zoals koolmezen en pimpelmezen. Deze vogelsoorten eten graag jonge rupsen en helpen zo de populatie in toom te houden. Daarnaast wordt gewerkt aan een meer gevarieerde beplanting rondom eikenbomen, wat ook andere natuurlijke vijanden van de rups aantrekt, zoals sluipvliegen en gaasvliegen. ‘Door meer biodiversiteit te stimuleren hopen we op langere termijn het probleem op een natuurlijke manier beheersbaar te maken,’ aldus de gemeente.
Richard, directeur-eigenaar van van der velden ongedierte bestrijding, weet als geen ander wat voor overlast de rupsen kunnen veroorzaken. Hij bestrijdt ze dagelijks, gewapend met speciale zuiginstallaties en beschermende kleding. ‘Eén nest kan honderden duizenden brandhaartjes bevatten. Als zo’n nest wordt verstoord, bijvoorbeeld door een vogel, windvlaag of mensenhand, worden er miljoenen haartjes de lucht in geslingerd. Die haartjes zijn giftig en blijven lang actief.’ Volgens Richard zijn de gezondheidsklachten niet te onderschatten. ‘Als je die haartjes inademt, kun je benauwd raken. Bij huisdieren, zoals honden, kan dat zelfs fataal zijn.’
De bestrijders werken met grote hoogwerkers, speciale HEPA-filters en luchtdichte beschermkleding. ‘Sommige bomen zijn wel 25 meter hoog en moeilijk bereikbaar. Daarom gebruiken we zuigmachines die het nest volledig luchtdicht opzuigen. Het afval wordt daarna professioneel verwerkt.’ Zelf aan de slag gaan is absoluut onverstandig, benadrukt Richard. ‘Zonder bescherming loop je groot risico om in contact te komen met de haartjes. Ze kunnen zich verspreiden over 30 tot 40 meter door de wind. Daarom: altijd professionals inschakelen.’
Volgens Richard is de piek van de overlast meestal in juni en juli. ‘We beginnen al met bestrijden in mei, als de rupsen nog jong zijn en nog weinig brandharen hebben. Dat is hét moment om ze te verwijderen voordat ze problemen veroorzaken.’ De cyclus is hardnekkig. Na het rupsstadium verpoppen de insecten zich tot nachtvlinders, die opnieuw eitjes leggen op eikenbladeren. Zo begint het proces ieder jaar opnieuw.
De eikenprocessierups is al sinds de jaren ’80 in Nederland aanwezig. De overlast komt en gaat in golfbewegingen van zo’n vier tot zes jaar. 2019 was een topjaar. Daarna daalde het aantal nesten, maar dit jaar is de trend omgeslagen. ‘Volgens biologen is de cyclus van de rups daar deels verantwoordelijk voor,’ aldus Richard. ‘Maar ik denk ook dat het warme, droge voorjaar van 2025 een belangrijke rol speelt. Dat weer is ideaal voor insecten.’ Met het oog op klimaatverandering voorziet hij dat het probleem in de toekomst alleen maar zal toenemen. Ook ecologische zones worden uitgebreid. Richard: ‘Als gemeenten later maaien en bloemen zaaien, trekt dat meer natuurlijke vijanden aan zoals sluipwespen en vogels. Die aanpak helpt echt, dat is in het verleden bewezen.’
Wie een nest ziet, wordt dringend verzocht het niet zelf te verwijderen maar melding te maken bij de gemeente of een professionele bestrijdingsdienst in te schakelen. ‘De risico’s zijn te groot,’ benadrukt Richard. ‘Laat het over aan mensen met ervaring en de juiste bescherming.’