Sjef Epping (75) geboren en getogen in IJsselstein. Hij heeft een grote passie: carnaval. Meneer Epping is 45 jaar bestuurslid geweest van de KOIJ (Karnavals Organisatie IJsselstein) en heeft het zelfs medeoprichter. Zijn bestuurstaak is sinds een paar jaar overgenomen door zijn zoon, maar hij is nog steeds het hele jaar bezig met voorbereidingen, contacten behouden en het verkopen van accessoires. Maar sinds de overheid zich steeds meer met het carnaval bemoeit, wordt alles lastiger.
U bent al heel lang geleden begonnen met carnaval; hoe is dat gestart?
‘Ik ben 51 jaar geleden begonnen omdat mijn zoon, die nu voorzitter is, te klein was om de kindercarnaval te lopen en daar heb ik toen een heel klein wagentje voor gebouwd. Dat is zo’n succes geworden dat ik het jaar daarop een grotere wagen bouwde waarmee we ook naar Utrecht gingen, en dat heeft geresulteerd in wat nu de KOIJ is. Dus alle verenigingen van toen zijn bij elkaar gekomen in wat nu de Karnavals Orgranisatie IJsselstein is. Ik heb de KOIJ mede opgericht in opdracht van een burgemeester uit IJsselstein.
Hoe is de oprichting van de KOIJ verlopen toen iedereen bij elkaar kwam?
‘Het waren de jeugdcentrums en de toen bestaande carnavalsverenigingen; je had toen vijf personen en ik was de zesde die daarbij zat. Ik had wel een doorslaggevende stem want het was een opdracht van de burgemeester. De organisatie (KOIJ) is vanaf toen gegroeid. Je moet het zo zien: de eerste paar jaar deden we carnaval dan echt met die groep van zes, en toen langzaam maar zeker werd het al heel snel een vaste groep en dat werd eerst de GKO (Grote Karnavals Optocht) en toen werd het de KOIJ. En binnen drie à vier jaar gingen er al meer mensen de organisatie in, want de optocht is heel hard gegroeid toen, en is nu ook al weer heel hard aan het groeien. We zitten nu weer op 10 mensen, maar ze hebben een paar jaar met zijn vijf gedraaid, omdat je mensen moet vinden die er geschikt voor zijn. Carnaval heeft nu eenmaal een naam van drinken, feest vieren en lollig doen, maar voor ons is het gewoon een jaar lang keihard werken om het voor elkaar te krijgen. Ons land word zo moeilijk om dingen te organiseren, maar dat is niet alleen voor de carnaval maar ook voor een koningsdag en dat soort dingen, en als we niet oppassen hebben we heel weinig toekomst.’
‘Wij willen het veilig, wij willen het heel veilig, wij willen het nog veiliger.’
Doordat het zo lastig wordt, bent u dan ook bang dat het eigenlijk allemaal een beetje uiteenvalt in de toekomst?
‘De eisen die gesteld worden door de overheid aan organisaties zijn bijna niet op te volgen. Mijn zoon zit minimaal eens in de 14 dagen op het stadkantoor voor overleg. Nou heeft hij een eigen bedrijf en kan die zijn eigen nog makkelijk vrij maken. Maar niet iedereen kan zijn eigen zo maar vrijmaken. En de ambtenaren vinden het allemaal prima en die zeggen gewoon, dan moet je komen. Dan moet er overlegd worden en dan draaien ze toch wat ze zelf willen. De politie komt niet eens meer op overleg maar eist wel dat je bepaalde dingen doet. En dat kan niet altijd, dat is gewoon bizar. Wij willen het veilig, wij willen het heel veilig, wij willen het nog veiliger. En dan zegt de overheid prima, doet dat maar. Maar je wilt niet weten wat zo’n optocht kost, maar dan ligt er nu nog een eis die zo 15.000 euro kost; waar haar je het geld vandaan. Uit de dingen die we verkopen en mensen die vriend zijn van de KOIJ. Want wij hebben één nadeel, we hebben geen grote inkomstenbron. En dan op de plaats is een groot feest, daar hebben we jaren zelf gedraaid en nu draaien daar een paar horeca ondernemers, maar die moeten ook geld verdienen. En wij zijn al blij dat we eraf zijn, want de paar cent die we over houden die betalen nu de organisatie die het in handen nemen op de plaats. Maar ja, je praat over één ding in vergelijking met zo’n optocht en wat dat kost, zijn dat peanuts. Zo’n optocht loopt makkelijk in de tienduizenden euro’s. Dat wordt uiteindelijk onhaalbaar door de eisen die er gesteld worden.’
Carnaval is veel meer dan wat u zei, zuipen hoeren en sloeren, maar dat wordt door de overheid belemmerd. Wat vind uzelf van de eisen van de overheid?
‘Ik vind dat onzin. Kijk in onze organisatie zijn er 4 man iedere avond bezig met alle wagens die komen te keuren op veiligheid en op constructies. En het zijn mensen van de bouw die weten wat constructies zijn en die bouwtekeningen kunnen maken, dus dat wordt helemaal bekeken of het veilig is. Dat wordt dus al allemaal zo gebouwd dat het veilig moet zijn. Het dak moet niet instorten als de wagens heen en weer schudden moet niks af kunnen breken, dat wordt allemaal gekeurd. Verder kan je niet gaan. Er is geen één groep in Nederland die iets bouwt wat in elkaar stort, kijk maar naar die grote bloemencorso’s. Die mensen zijn veel te druk bezig om iets moois te bouwen, die komen niet met rotzooi wat onverantwoord is. En daar begint de overheid zich nou mee te bemoeien en dat is gewoon bizar.’