Nieuwegein-IJsselstein

Selecteer Pagina

‘Binnen een kwartier was het gebeurd’: de brandweer over reddingsacties bij auto’s te water

‘Binnen een kwartier was het gebeurd’: de brandweer over reddingsacties bij auto’s te water

In Nieuwegein en IJsselstein belanden regelmatig auto’s in het water. Dit leidt tot levensbedreigende situaties, waarbij de brandweer snel en doeltreffend moet handelen. Brandweerman Marco Swart deelt hoe zijn werk gaat bij reddingsacties. En welke uitdagingen de brandweer tegenkomt bij het bevrijden van inzittenden.

Zijn er specifieke plekken in Nieuwegein en IJsselstein waar auto’s vaker te water raken?
‘In Nieuwegein gebeurt het vaak bij het Amsterdam-Rijnkanaal en het Merwedekanaal. De weg loopt hier direct langs het water en er zijn geen vangrails of barricades, waardoor auto’s makkelijker te water kunnen raken. In IJsselstein gebeuren dit soort ongevallen vooral op boerenlandweggetjes. Daar staan geen bomen of andere obstakels, waardoor auto’s sneller in de sloot belanden. Meestal komt het door onoplettendheid of te hard rijden.’

Wat doet de brandweer als er een melding binnenkomt over een auto te water?
‘We rukken uit met een blusvoertuig en een duikteam. Op de kazerne trekt een van onze mensen alvast een waterpak aan, zodat we direct in actie kunnen komen. Als we eerder ter plaatse zijn dan de duikers, kunnen we zelf proberen om het water in te gaan. Maar als de auto onder water ligt of de situatie te gevaarlijk is, zijn we afhankelijk van het duikteam.’

Wat maakt het redden van mensen uit het water zo moeilijk?
‘Als een auto op zijn dak ligt, kunnen de deuren moeilijk opengaan, bijvoorbeeld doordat ze vastzitten in de modder. In kleine sloten kunnen we vaak nog iets doen, maar bij grotere wateren zoals het Amsterdam-Rijnkanaal of het Merwedekanaal wordt het lastiger. De auto kan door de stroming verplaatst zijn, waardoor het moeilijk is om te bepalen waar hij precies ligt. Daarnaast kost het tijd voordat de duikers arriveren, omdat ze niet op elke kazerne gestationeerd zijn.’

Welke risico’s lopen jullie bij een reddingsactie?
‘Onze eigen veiligheid staat voorop. We dragen altijd reddingsvesten om te voorkomen dat we zelf verdrinken. Een groot risico is dat een duiker verstrikt raakt in zijn werklijn. Daarom werken we altijd in teams en houden we continu contact.’

Hoe ondersteunt de brandweer de duikers?
‘Duikers werken in een team van vier personen, waarbij iedereen een eigen taak heeft. We ondersteunen hen door bijvoorbeeld een ladder te plaatsen of een schepnet aan te reiken. Maar het daadwerkelijke duikwerk doen ze zelf.’

Is er een reddingsactie die veel indruk op je heeft gemaakt?
‘Een incident dat me altijd zal bijblijven, komt uit mijn tijd als centralist op de meldkamer. Een vrouw had haar auto geparkeerd zonder de handrem erop te zetten. Haar twee kinderen zaten nog in de auto en deze rolde het water in. Ondanks de snelle inzet van de hulpdiensten overleefden de kinderen het niet. Binnen een kwartier was het gebeurd. Dit had niets te maken met een late respons, maar simpelweg met de omstandigheden.’

Kunnen jullie op het werk praten over zulke heftige ervaringen?
‘Daarvoor hebben we een opvang- en nazorgteam, waar ik zelf ook deel van uitmaak. Na een heftige inzet praten we op de kazerne met elkaar en doen we een debriefing. Zo zorgen we dat iedereen hetzelfde beeld heeft van wat er is gebeurd. Als nodig voeren we nog extra gesprekken in de dagen erna. Praten helpt, al is dat voor de ene persoon makkelijker dan voor de andere.’

Over de auteur

Jorien Fonken

Jorien Fonken (2006). Een journalist in opleiding. Maakte eerder nieuws in Utrecht stad en nu in Nieuwegein/IJsselstein. Houdt van bloemen en boeken lezen.