IJsselstein – Afgelopen dinsdag brengt de PO-raad (sectorvereniging voor het primair onderwijs) een rapport naar buiten waaruit blijkt dat de doorstroomtoets – een toets voor basisschoolleerlingen in groep 8 om hun exacte niveau te bepalen, minder kansengelijkheid oplevert voor leerlingen dan gedacht. Basisschool WIJ, gevestigd in IJsselstein, heeft sinds de invoer gekozen om met de doorstroomtoets te werken. Ondanks het naar buiten gekomen rapport hebben de leerkrachten geen klachten over de vernieuwde manier van toetsing, en delen ze hun positief ervaren punten van de doorstroomtoets.
Linda van Dijk is al een aantal jaren coördinator van begaafdheid op de Basisschool ‘WIJ’, en heeft ook in de bovenbouw – toen nog tijdens de eindcito – les mogen geven aan leerlingen. Volgens Linda is de timing van de nieuwe doorstroomtoets een belangrijke doorslaggevende factor voor de keuze van het afnemen hiervan. ‘Omdat de toets naar voren is geschoven, naar de eerste week van februari, hebben leerlingen minder tijdsdruk en meer rust om scholen te gaan bekijken en zo een keuze te maken op welke school zij het voortgezet onderwijs willen gaan volgen.’
De toets is bedoeld als hulpmiddel om het schoolniveau van een kind te bepalen, ook wil de PO-Raad de kansengelijkheid van leerlingen vergroten. ‘Zo draagt de toets bij aan een soepele overgang naar het voortgezet onderwijs en meer kansengelijkheid’, meldt de PO-Raad op hun eigen website. Een verschil met de voorganger Eindcito, is volgens hen dan ook de naam: leerlingen maken een stap richting het voortgezet onderwijs, en stromen op die manier door – het is zeker geen einde van hun persoonlijke ontwikkeling. Vandaar dat de toets doorstroomtoets is gaan heten.
Het afgelopen jaar heeft Linda al twee gevallen gehad waarbij door het hoger behaalde resultaat van de doorstroomtoets, het schoolniveau van het kind is bijgesteld. Volgens Linda is dit geen toeval en laat dit de daadwerkelijke capaciteiten van de leerlingen goed zien via deze toets. ‘Er heerst hier nogal een populatie waarbij het niet stoer is om hoge cijfers te halen en te laten zien dat je goed je best kunt doen op school, bij deze twee gevallen hebben de toetsen dus een beter beeld kunnen laten zien van wat deze leerlingen konden, zonder aanwezige groepsdruk tijdens de lessen.’
Volgens Xanne Schipper, leerkracht op basisschool WIJ, zullen de resultaten van de doorstroomtoets zullen niet altijd compleet verschillen met de prestaties die de leerlingen voorheen gedaan hebben. ‘Ondanks verschillende factoren, zoals de tweejaardurende coronapanemie die leerlingen hebben meegemaakt – die leerlingen zitten nu ongeveer in groep 8 en zullen dus binnenkort naar het voortgezet onderwijs gaan, durf ik wel te zeggen dat de leerlingen vaak scoren zoals we dachten dat ze zouden gaan scoren’. Dit heeft volgens Xanne te maken met het goede herstel van de pandemie, het uit de overheid gekregen NPO-geld heeft basisschool WIJ de afgelopen jaren ingezet om aandacht te besteden aan het tegengaan van achterstand. ‘Wij hebben keuzes gemaakt om bepaalde materialen en methodes aan te schaffen om kinderen beter te kunnen ondersteunen’.
Het afnemen van een toets, of dit nou een doorstroomtoets of eindtoets is, is volgens coördinator Linda van Dijk niet nodig, ‘We zijn zelfs van mening dat we de toets helemaal zouden kunnen missen’. Volgens Linda zijn de eigen gegevens van school belangrijk en op basis van deze gegevens zou ook een duidelijk scherp advies aan ouders gegeven kunnen worden over het schoolniveau van hun kind. Afschaffing hebben scholen zelf niet in de hand, volgens de Rijksoverheid is het afnemen van de doorstroomtoets namelijk verplicht: zowel voor het reguliere- als voor het speciaal onderwijs.
Scholen hebben zelf een aantal keuzes; zo mogen zij zelf de dagen kiezen waarop ze het afnemen, dit moet dan wel in de voorgestelde twee weken zijn volgens de PO-Raad – namelijk de eerste of tweede week van februari. En ook mogen ze kiezen of ze dit digitaal of schriftelijk afnemen onder de leerlingen. Waar ‘Cito’ voorheen nog een monopoliepositie had als het ging om de toetsing, komen er tegenwoordig alleen maar aanbieders bij van de vernieuwde doorstroomtoets. Zo kunnen scholen bijvoorbeeld kiezen tussen de IEP-toets, de Cito toets, de DIA-toets, enz. De eis vanuit de Rijksoverheid is dan ook dat de school één toetsaanbieder kiest. Volgens Albert Carel, lid van vakbond FNV en docent van het voortgezet onderwijs, dient de toetsing vanuit één landelijke aanbieder te komen: ‘Het is toch bizar dat elke school via een andere manier toetst, waarbij de ene toets een ander resultaat laat zien dan de andere, de eindexamens op de middelbare school zijn toch ook niet via verschillende aanbieders.’
Basisschool WIJ heeft veel leerlingen waarvan één of meerdere ouders afkomstig zijn uit het buitenland, ook zijn er vluchtelingen. De basisschool doet dus extra haar best om leerlingen zodoende klaar te stomen dat ze de doorstroomtoets op (bijna) gelijk niveau met Nederlandse kinderen kunnen maken. ‘Vanaf de kleuters proberen we de kinderen al op heel veel manieren met de taal te leren om te gaan, tot ze bijna verdrinken in de taal’, legt Xanne Schipper uit. Los van het taalniveau kijken de leerkrachten op deze school naar de capaciteiten op verschillende vlakken. ‘Waar wij heel goed in zijn en waar we kansrijk mee omgaan – is dat wij, los van de taal, durven te beoordelen op intelligentie.’ Volgens Linda van Dijk is dit een veel bredere meting dan alleen de doorstroomtoets. En op deze manier is de doorstroomtoets een gelegenheid voor leerlingen die zichzelf nog niet helemaal hebben durven te bewijzen, om toch nog hun schoolniveau bij te stellen.