Tijdens de Kinderboekenweek, die op 1 oktober begon op basisschool De Margrietschool in Nieuwegein, staat lezen centraal. Leescoördinator Eloise Kunman legt uit hoe zij haar leerlingen enthousiast probeert te maken voor boeken, juist in een tijd waarin schermen steeds meer aandacht opeisen.

Waarom is de Kinderboekenweek belangrijk voor kinderen in Nieuwegein?

‘De Kinderboekenweek is het moment waarop we lezen echt centraal zetten. Er hangt een bijzondere sfeer op school: overal wordt voorgelezen, kinderen praten over verhalen en delen boeken met elkaar. Dat enthousiasme werkt aanstekelijk. We willen laten zien dat lezen niet iets verplichts is, maar iets wat leuk en ontspannend kan zijn.’

Hoe merkt u dat lezen soms concurrentie krijgt van schermen en social media?

‘Dat merken we elke dag. Schermen zijn ontzettend verleidelijk: ze bieden direct plezier, korte filmpjes en constante afleiding. Een boek vraagt meer concentratie, maar geeft ook veel meer terug. Een goed verhaal blijft hangen, je onthoudt de personages en het vergroot je fantasie. Dat verschil probeer ik kinderen te laten ervaren. Een filmpje is leuk voor even, maar een boek blijft je bij.’

Ziet u dat kinderen daardoor minder vaak uit zichzelf naar een boek grijpen?

‘Ja, helaas wel. Vooral bij de oudere leerlingen zie je dat. Ze hebben vaak vaste routines: na school een filmpje kijken, gamen of scrollen op sociale media. Lezen verdwijnt dan snel naar de achtergrond. Daarom proberen we het juist aantrekkelijk te maken door boeken te koppelen aan hun interesses.’

Wat doen jullie tijdens de Kinderboekenweek om kinderen te stimuleren tóch een boek te pakken?

‘Tijdens deze week doen we van alles om lezen tot een belevenis te maken. Op de eerste dag lezen de bovenbouwleerlingen voor bij de jongere klassen. Dat vinden ze geweldig, want het geeft ze een voorbeeldrol. Op 8 oktober organiseren we een grote boekenmarkt op de Kersengaarde, waar leerlingen boeken kunnen ruilen of verkopen. Op 10 oktober sluiten de bovenbouwgroepen de week af met een voorleeswedstrijd voor de groepen 4 tot en met 8. Kinderen oefenen daar echt weken voor en staan trots voor de klas om hun verhaal te delen. Het is mooi om te zien hoeveel zelfvertrouwen ze daarvan krijgen.’

Wordt er na de Kinderboekenweek ook nog aandacht besteed aan lezen?

‘Zeker! We willen dat het enthousiasme blijft. Na afloop maken we samen een groot schoolverhaal. Elke klas schrijft vijf zinnen, zodat er uiteindelijk één lang verhaal ontstaat. De onderbouw verzorgt de tekeningen. Het is een ontzettend leuke manier om samen te werken aan iets creatiefs. Zo blijft het thema lezen ook na de Kinderboekenweek nog leven.’

Wat hoopt u dat kinderen vooral meenemen uit deze week?

‘Dat lezen niet saai of moeilijk hoeft te zijn, maar juist leuk. Lezen is iets wat plezier en rust geeft. Boeken kunnen je meenemen naar andere werelden. Als een leerling na deze week zegt: ‘Juf, ik heb een boek gevonden dat ik echt leuk vind,’ dan is mijn doel bereikt. En dat gebeurt elk jaar weer bij een paar kinderen.’

Welke rol speelt de omgeving van de kinderen, zoals ouders, in het leesplezier?

‘Ouders kunnen een groot verschil maken. Samen lezen, of zelfs gewoon luisteren naar een verhaal, helpt enorm. Het hoeft niet lang te duren: tien minuten per dag is al genoeg. Kinderen zien wat hun ouders doen. Als zij laten zien dat lezen leuk is, volgen kinderen vanzelf. En als ouders zelf niet zo van lezen houden, kunnen ze ook hun kind laten vertellen over een boek. Zo ontstaat er een gesprek en wordt lezen iets gezelligs.’

Wat zou u ouders willen meegeven die merken dat hun kind liever op een scherm zit?

‘Probeer lezen niet als een verplichting te brengen, maar als iets leuks. Maak er een moment van samen, zet de telefoon even weg en pak een boek of tijdschrift. Alles wat kinderen lezen telt, ook strips of tijdschriften. Het belangrijkste is dat ze plezier ervaren in taal en verhalen. Dat vormt de basis voor alles wat ze later nog gaan leren.’