Quarantaine beschermt niet tegen huiselijk geweld 

Coronavirus en huiselijk geweld. Twee begrippen die je in de eerste instantie misschien niet gelijk aan elkaar zou koppelen. Toch blijkt er een relatie. Organisatie Veilig Thuis ziet sinds de start van de corona crisis een stijging van het aantal telefoontjes naar de kindertelefoon die te maken hebben met huiselijk geweld. 

De verwachting is dat er bij Veilig Thuis meer meldingen gaan komen, hoewel uit onderzoek blijkt dat dit nu nog niet zo is. 

 “Bij de vorige crisis was er een toename van huiselijk geweld te zien”, vertelt Iris (45). Zij werkt al vier jaar bij Veilig Thuis. Bij de vorige crisis ontstond veel werkeloosheid waardoor veel mensen hun baan verloren en thuis kwamen te zitten. De (financiële) problemen gaven veel stress en relaties kwamen mede hierdoor onder druk te staan. Kwetsbare gezinnen werden nog kwetsbaarder en gezinnen die hun leven goed op orde hadden kwamen opeens in zwaar weer, met alle gevolgen van dien. 

Nu is dit weer de verwachting. Je zit de hele dag bij elkaar in beperkte ruimte en daardoor lopen de irritaties soms hoog op.  Oplopende irritaties kunnen een crisis veroorzaken die volwassenen (al dan niet met kinderen) niet zelf meer kunnen oplossen. Dit zijn situaties waar medewerkers van Veilig Thuis gelijk naartoe moeten. Volgens Iris zijn dit situaties waarbij onveiligheid en/of mishandeling altijd een rol speelt. De onrust die dit met zich meebrengt wordt afgereageerd op elkaar en dat is het moment wanneer Veilig Thuis om de hoek komt kijken. 

 

Wat is Veilig Thuis?

 Veilig Thuis is een organisatie die ondersteuning biedt aan mensen die in een onveilige situatie zitten. “Slachtoffers, plegers, omstanders en professionals kunnen contact opnemen met Veilig Thuis als zij een vermoeden hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld”, meldt de website van Veilig Thuis. 

Iris vertelt dat het vaak de politie is die een melding maakt: “Als er een melding binnenkomt wordt een triage gedaan door Veilig Thuis om de ernst en aard van de situatie te beoordelen. Als er is beoordeeld dat er sprake is van onveiligheid gaan er twee medewerkers van Veilig Thuis langs bij de mensen over wie het gaat. Twee paar ogen zien immers meer dan één paar. Er moet goed geobserveerd worden; hoe ziet het huis eruit? Als er sprake is van geweld: heeft het slachtoffer verwondingen? Zijn er kinderen betrokken, hoe gaat het met het kind, wat heeft hij/zij nodig? Een andere reden om altijd met z’n tweeën langs te gaan heeft te maken met veiligheid. Als er in het huishouden sprake is van veel geweld of als er iemand bekend staat als agressief, sta je met twee sterker dan alleen. “

 

Het gesprek

 Eenmaal aangekomen bij het desbetreffende huis gaan de medewerkers in gesprek met de betrokkenen: “Er is iemand die zich zorgen om hen maakt dus je wil weten hoe het gaat met de betrokkenen, wat vinden zij van de melding? is er hulp nodig?”

“Je komt niet altijd gewenst dus regelmatig zijn mensen wantrouwend of bieden enige vorm van weerstand en willen niet in gesprek. We nemen mensen hierin heel serieus en door ze goed te informeren. Door in te voelen in hun situatie kunnen we vaak wel in gesprek met de mensen. Door de jaren heen leer je op welke manier je dit het beste kan aanpakken. In geval van agressie let je bij binnenkomst goed op en zoeken we vaak een tactische plek uit in de woonkamer zodat je in geval van nood snel weg kunt”, vertelt Iris. “Bij collega’s is het wel eens gebeurd dat zij weg moesten, bij mij gelukkig nog nooit.” 

 Aan de hand van de gesprekken die de medewerkers hebben gehad met alle betrokkenen maken zij een veiligheidsplan samen met het gezin of met het systeem. In zo’n plan staan de afspraken tussen partners, tussen ouders en kind, tussen kinderen onderling die helpend zijn om de veiligheid te vergroten. Wie doet wat bij welke ruzie of spanning, wie kan gebeld worden voor steun, neemt iemand een time-out nemen en zo ja hoe/wat dan? In een veiligheidsplan staat dus concreet beschreven wat er moet gebeuren vanaf nu zodat het voor iedereen veilig is in zijn huis.

 

Ouderenmishandeling 

Elke casus is verschillend, waardoor ook elk veiligheidsplan verschillend is. Hoewel het in de media vaak over kinderen gaat, is er ook veel sprake van ouderenmishandeling. Dit is het gebied waar Iris vooral in werkzaam is. Ouderenmishandeling is mishandeling van een 65-plusser die afhankelijk is van een ander. “Bij ouderen is het soms lastig om ze te helpen, zij vinden verandering lastig en houden daardoor de situatie deels in stand. Sommige mensen wil je redden maar laten zich niet redden.” 

Slachtoffers kunnen de mishandeling accepteren om verschillende redenen. Vaak zijn ze bijvoorbeeld financieel afhankelijk van de pleger, of krijgen ze mantelzorg van die persoon. Anderen willen bij hun partner blijven uit angst voor verandering.

“In het algemeen geldt dat pas na gemiddeld 43 incidenten huiselijk geweld naar buiten komt. Dat is het moment als professional om een slachtoffer een luisterend oor te bieden, steun te geven en hopelijk hulp te organiseren voor alle betrokkenen.” 

Voor die tijd is het belangrijk voor de omgeving om te signaleren; de buren die een oogje in het zeil kunnen houden, de huisarts die informatie geeft of school die een kind een veilige plek biedt. “Dan hoop je op die manier dat iemand eerder een kans krijgt om een arm om iemands schouder heen te slaan en betrokkenen hulplijnen te bieden.” 

 

Kindermishandeling 

 Kindermishandeling is een ander verhaal. Waar we bij ouderenmishandeling alleen kunnen helpen als zij dat zelf ook willen, ligt dit bij situaties waar kinderen bij betrokken zijn anders. 

“Met kinderen erbij móet je doorpakken als de onveiligheid te groot is. Wij zijn gericht op samenwerking, partnerschap en we kijken hoe we een gezin kunnen helpen. Het komt voor dat onze hulp niet genoeg. Als de situatie te onveilig blijft kan het zijn dat Veilig Thuis de Raad voor Kinderbescherming inschakelt om een onderzoek te doen naar wat het kind nodig heeft en hoe dit geregeld kan worden.”

 Dit is bijvoorbeeld het geval als ex-partners in complexe echtscheidingen elkaar zwartmaken. Vaak kunnen de ouders dan niet meer relativeren. Elk klein signaal wordt aangewend als een reden om het kind niet meer naar de partner te laten gaan, het kind wordt dan ingezet als middel in de strijd. 

Jeugdzorg is een organisatie waar Veilig Thuis op gebied van jeugd veel mee samenwerkt. De doelgroep die onder ‘jeugd’ valt zijn de kinderen van 0 t/m 18 jaar. Soms is er sprake van een verlengde jeugdzorg. Dan val je tot je 23e  onder deze doelgroep. 

Jeugdzorg is een algemene omschrijving voor álle maatschappelijke zorgvoorzieningen voor de jeugd, maar Jeugdzorg gaat in de volksmond meestal over jeugdbescherming en het uit huis plaatsen van kinderen. Als Veilig Thuis alle informatie heeft verzameld en vervolgens vindt dat Jeugdzorg hierbij betrokken moet worden dan contacteren zij de gemeente hierover. De gemeente is als het ware de makelaar tussen Veilig Thuis en Jeugdzorg. De gemeente zorgt er vervolgens voor dat de benodigde zorgaanbieder jeugdhulp biedt in het betreffende gezin. Dit kan lichtere hulp zijn voor ouders, voor het kind of voor een heel gezin, maar het kan ook een intensievere vorm van hulp zijn, bijvoorbeeld het uit huis plaatsen van een kind of jongere.

 

Uitzonderingen

 Er zijn ook uitzonderingen waarbij Veilig Thuis wel direct Jeugdzorg mag benaderen. Bijvoorbeeld als er sprake is van crisis. Dan kan Veilig Thuis crisishulp inschakelen. Een crisissituatie kan bijvoorbeeld de situatie zijn dat kinderen ernstig verwaarloosd zijn (op de grond slapen, geen eten in huis, etc.), maar ook een kind dat is weggelopen en zichzelf in gevaar brengt door bijvoorbeeld drugsgebruik of omdat er vermoed wordt dat hij/zij mogelijk actief is in de prostitutie. 

Ook als er sprake is van ernstig huiselijk geweld waarbij de vrouw (met kinderen) tijdelijk op een veilige plek moet verblijven kan meteen via Veilig Thuis een plek in de vrouwenopvang worden geregeld. In zo’n situatie hoeft de gemeente niet als tussenpersoon te fungeren. Ook tijdens de corona-crisis kan jeugdhulp sneller door Veilig Thuis zelf worden geregeld, echter wel altijd in samenspraak met de gemeenten.

 

“Ik probeer het niet op mijzelf te betrekken”

 Over het algemeen worden er in de media veel rampverhalen uitgelicht met betrekking tot Veilig Thuis en Jeugdzorg. Iris vertelt dat zij het jammer vindt dat er zoveel negatieve verhalen de ronde doen. 

“Tuurlijk zitten er verhalen tussen die waar zijn, want er werken duizenden mensen en het zal echt wel eens misgaan, maar er wordt vaak geen wederhoor gepleegd. Het kan bijvoorbeeld de waarheid zijn dat er acht mensen op de stoep staan om een kind uit huis te plaatsen en dat dit gepaard gaat met de nodige commotie. Maar dit wordt door zoveel mensen gedaan omdat de onveiligheid groot wordt geacht bij het betreffende gezin. Het verhaal dat zich in alle jaren daarvoor heeft afgespeeld waardoor dit punt bereikt is én de inspanningen die geleverd zijn om er wel samen uit te komen wordt vaak niet toegelicht.” Iris betrekt de negatieve publiciteit nooit op zichzelf, maar vindt het wel jammer.

 Het is volgens Iris een bepaald type mens dat dit werk kan doen; stressbestendig en flexibel. Eigenschappen als respect hebben voor anderen, zich niet snel persoonlijk aangevallen voelen, en inlevingsvermogen passen ook in dit rijtje. 

“Ik vind dat je altijd moet denken ‘het zou mij maar overkomen. Ik zou maar in zo’n situatie zitten’; wat vind ik dan prettig? Heb respect. Ook al zit je tegenover een vermeend crimineel. Als iedereen zich meer en beter in de ander zou verplaatsen dan is dat beter voor de onderlinge relatie en ik hoop dat mensen dan ook respectvoller gaan praten over ons beroep”, aldus Iris.

 Ben je zelf slachtoffer van huiselijk geweld of heb je het vermoeden dat iemand in je omgeving slachtoffer is? Bel gratis naar: 0800-2000

 

Mrs. Italy serveert versgebakken pizza’s vanuit een luxe bus

Een pizza met aardbeien of gewoon de all-time favourite pizza Margarita. Het kan allemaal bij Mrs. Italy: de luxe, professioneel uitgeruste pizzeria op wielen, die vanuit Het Gooi rondrijdt door het hele land. Terwijl alle horeca de deuren moest sluiten vanwege de coronapandemie konden Anneke Dijkstra en haar team hun werkzaamheden gewoon voortzetten.

Maar hoe is dit eigenlijk begonnen? Anneke Dijkstra, een sterke vrouw van middelbare leeftijd die een gewoon, normaal luizenleventje leidt met een dochter, vier katten en een baan als, naar eigen zeggen, ‘veredelde secretaresse.’ Totdat zij in 2017 een vaststellingsovereenkomst aangeboden krijgt van haar werkgever, waardoor ze de kans krijgt haar eigen bedrijf te beginnen.

Aversie tegen slechte pizza

Het begon allemaal bij de aversie van Anneke Dijkstra (50) tegen Nederlandse pizza’s. Van jongs af aan gaat zij al op vakantie naar Italië, en daar zijn de pizza’s volgens Anneke zó lekker: “Waarom kunnen ze dat in Nederland niet?”

Toen een Italiaanse vriend van Anneke in 2015 vertelde over een collega die een opleiding tot pizzabakker had gevolgd, riep ze vanuit haar tenen: ‘dat wil ik ook!’  En zo gezegd, zo gedaan. Zonder twijfel – en toen ook nog zonder enige reden – heeft ze in Venetië de twee weken lang durende opleiding tot pizzabakker keurig afgerond. En terwijl zij thuis in het dagelijks leven eigenlijk helemaal niet kan koken, is zij tijdens het pizzabak-examen (waar zij overigens als enige vrouw aan mee deed) uitgeroepen tot de beste pizzabakkersleerling van de opleiding. Maar dat kon ook haast niet anders als je als basissaus broccoli-crèmesaus gebruikt met als garnering roosjes die gesneden zijn uit wortel.

Wat is nou het geheim van een goede pizza? Volgens Anneke begint dit allemaal bij de bodem: Pinse romane. ‘Dit is een unieke bodem die krokant is aan de buitenkant en luchtig aan de binnenkant en licht verteerbaar is omdat het deeg tenminste 24 uur gerezen heeft en minder zout en weinig koolhydraten bevat en het deeg hoog gehydrateerd is en voor 80% uit water bestaat.’

Als ik dit kan, kan ik vast ook een eigen pizzeria beginnen’

En alsof de pizzabak-carrière van Anneke voorbestemd was, werd Anneke een tijdje later gevraagd voor twee weken een pizzabakker te vervangen bij een pizzeria in Loosdrecht. Anneke vond het in de eerste instantie een lachwekkende vraag: ‘Waarom zou ik een pizzeria kunnen runnen? Ik kan niet eens koken!’

Om in een korte tijd zo veel mogelijk te leren besloot Anneke een maand lang elke dag mee te lopen in de pizzeria, om daarna de twee weken vervanging op zich te nemen. En dit werd een succes. Naast veel leuke complimentjes die Anneke in ontvangst mocht nemen, bleek ze het pizzabakken toch wel erg leuk te vinden. ‘Als ik dit kan, kan ik vast ook ooit wel eens een eigen pizzeria beginnen’, dacht Anneke.

Als het bedrijf waar Anneke voor werkt door een reorganisatieperiode gaat en Anneke zichzelf bij het Voortdurend Verbeteren-team overbodig gemaakt heeft, krijgt het idee van een pizzeria ineens meer betekenis. Ze besluit het bedrijf te verlaten en haar businessplan verder uit te werken.

De kick-off

Door een crowdfundingsactie in eigen kring en veel hulp van vrienden en familie kon Anneke de eerste benodigdheden voor haar bedrijf financieren: koelingen, ingrediënten en niet te vergeten: de pizzabus. In haar eentje begon ze het bedrijf op te bouwen: ’s morgens bodems bakken, ‘s middags pizza’s beleggen, en ’s avonds de pizza’s rondbrengen met de pizzabus. In een jaar tijd bouwde ze een leuke klantenkring op en perfectioneerde ze haar processen.

Toen sloeg het noodlot toe. In mei 2019 werd Anneke gebeld terwijl zij pizza’s aan het bakken was in Den Bosch. ‘Je bedrijf staat in brand!’ Na tientallen appjes, belletjes en filmpjes binnen te hebben gekregen bleek deze nachtmerrie echt waar te zijn. Het pand van Mrs. Italy was helemaal afgebrand.  Alles was weg: productiekeuken, bakkerij, garage, voorraden. Gelukkig was de bus gespaard gebleven.  Het enige waar Anneke zich druk om maakte, was een grote cateringopdracht van 90 personen die voor vijf dagen later op de planning stond. Door veel moed en doorzettingsvermogen en met veel hulp van klanten en vrienden is het Anneke gelukt om vanuit een leegstaande bedrijfskantine van een goede klant een doorstart te maken. Zelfs de grote opdracht is – met een beetje geluk en vasthoudendheid – uiteindelijk goed gekomen.

Hoe is het nu?

Na de brand heeft Anneke niet opgegeven en haar hele bedrijf opnieuw opgebouwd met als vaste basis een grote loods in Loosdrecht. Ze heeft werknemers in dienst genomen, nieuwe klanten geworven en vooral heel veel nieuwe pizza’s ontwikkeld en gemaakt. Mrs. Italy rijdt rond door heel Het Gooi, en vanaf een bestelling van ongeveer 50 pizza’s komt de bus zelfs naar het allernoordelijkste of -zuidelijkste puntje van Nederland.

In de toekomst zou Anneke graag zien dat Mrs. Italy een franchise wordt. En ze is goed op weg, want deze maand heeft Mrs. Italy een tweede bus aangeschaft: ‘Ik ben trots op het bedrijf dat er nu staat, en toch is er altijd ruimte voor verbetering en groei!’

Website: https://mrsitaly.com

Wat is normaal?

“Ik wil nu een keer normaal zijn”, zegt Eva Poort (22 jaar). Eva is geboren als jongen, maar gaat nu als vrouw door het leven. Het taboe op transgenders is al stukken minder dan vroeger, toen werd er nog helemaal niet over gesproken. Toch wekken zij de nieuwsgierigheid en vragen mensen zich bij een transgender vaak af: Wat heeft diegene daar beneden zitten?

Eva en haar familie wisten dat er iets anders met haar was toen Eva als zesjarig jongetje helemaal gek was op de jurk van Belle, uit de Disneyfilm Belle en het Beest. Haar oma heeft toen deze jurk nagemaakt zodat ze hier vrolijk in kon rondrennen. “Toen ik in groep 7 zat kon ik er een naam aan geven doordat ik een documentaire zag op televisie over transgenders. Voor die docu wist ik helemaal niet dat het bestond. Er werd eigenlijk nooit over zulke dingen gepraat.”

 

Pak slaag

Toen Eva naar de middelbare school ging werd zij gelijk heel erg gepest. Ze zag er nog uit als een jongen, maar toch konden mensen haar toen al niet in een hokje plaatsen. “Mensen snapten mij niet, waardoor ze mij begonnen te pesten, ik ben zelfs een paar keer in elkaar geslagen.”

Omdat Eva helemaal klaar was met al het getreiter ging ze doen wat als normaal werd beschouwd. Ze werd vaak uitgescholden voor homo. Om te bewijzen dat ze helemaal geen homo was is Eva in die tijd meerdere relaties aangegaan met meisjes, terwijl ze hier eigenlijk helemaal niet op viel. “Ik weet niet of ik écht verliefd was, ik denk het eigenlijk niet. Ik gaf wel om ze hoor, dat wel.”

 

Voor het eerst seks

Op haar 17had Eva, nog als jongen, voor het eerst seksueel contact met een man. Dit was geen erg positieve ervaring waardoor ze daarna tegen beter weten in toch weer een relatie is aangegaan met een meisje. Dit hield niet lang stand, omdat Eva kort daarna toch wilde uitkomen voor wie zij is. Ze was door de bewijsfase heen; waarom is het eigenlijk zo erg om anders te zijn?

Eva was druk bezig met zichzelf ontdekken. Ze wist zelf eigenlijk ook nog helemaal niet wat ze was; homo, transgender, of iets heel anders? Zonder dit precies te weten begon Eva te doen wat voor haar goed voelde. Ze liet haar haar lang groeien, ging andere kleding dragen en begon te daten met mannen in plaats van met vrouwen. Feesten en genieten van het leven werd het motto.

 Voor Eva is het nog steeds moeilijk om in te schatten bij welke een mannen zij kans maakt. De meeste heteromannen willen vaak een vrouwelijke vrouw en het liefst gewoon éen met een vagina, terwijl Eva deze (nog) niet heeft. Homomannen vallen op mannen, wat Eva óók niet meer is. Dit is een moeilijke kwestie omdat ze er tussenin zit. Ze weet zelf nog steeds niet zo goed of ze zichzelf homo of hetero zou noemen. “Lichaam bij lichaam, ja dan ben ik homo. Qua interesses omschrijf ik mezelf als hetero. Ik vind het heerlijk om over typische vrouwen dingen te praten, en als je het mij vraagt denk ik ook als een vrouw.”

“Ik heb met 3 mannen seks gehad, best weinig vind ik dat. Deze mannen waren alle drie biseksueel. Zij vallen op innerlijk, en meestal vinden zij het juist wel opwindend dat ik eruitzie als een vrouw, maar wel een penis heb.” Eva vertelt als zij een man ontmoet niet dat zij nog een penis heeft: “Ze hebben het meestal van tevoren wel door, en anders komen ze er in bed vanzelf wel achter.” Ze vermaakt zich prima en heeft ook regelmatig aanspraak tijdens het stappen. Ze vindt het eigenlijk wel goed zoals het nu is.

 

Geen hormonen

Omdat Eva pas op late leeftijd durfde te zijn wie ze nu is heeft ze geen hormonen toegediend gekregen. Ze heeft dus gewoon baardgroei, beenhaar, okselhaar, de baard in de keel en alle andere dingen die jongens krijgen als zij in de puberteit komen. Op dit moment is Eva 22 jaar oud en heeft zij nog steeds geen hormonen gehad en ook geen geslachtsoperatie. Ze scheert haar baardhaar en ander lichaamshaar elke dag.

Ook draagt ze kleding die haar ietwat mannelijk lichaam bedekt.Ze draagt een speciaal broekje onder haar kleding om haar penis te verbergen. Dit wordt tucken genoemd. “Mijn ballen worden teruggeduwd waar ze vandaan komen, en mijn penis wordt naar achteren gebonden waardoor je geen bobbel meer ziet. Je went aan de pijn. Het werkt goed, maar toch ben ik bijvoorbeeld als ik in mijn bikini loop wel altijd bezig met of het daar beneden allemaal nog wel goed zit.”

 

Onzekerheid

Ze is het meest onzeker over haar brede schouders en andere mannelijke vormen zoals haar kaaklijn. Door haar pestverleden is Eva lange tijd onzeker geweest over wie zij is. Nu zij voor zichzelf uitkomt krijgt zij juist vaak complimenten. “Toen ik mezelf probeerde te onderdrukken werd ik veel gepest terwijl ik normaal probeerde te zijn, nu ik mezelf uit en anders durf te zijn vertellen mensen mij juist vaak hoe mooi ik ben, best gek eigenlijk.”

Het komt vaak voor bij mensen die een geslachtsoperatie hebben ondergaan dat ze er daarna spijt van krijgen. Een gelukje als je van het vrouwelijke geslacht naar het mannelijke geslacht gaat; dit kan nog worden teruggedraaid. Andersom kan dat helaas niet. Het is natuurlijk super eng om zo’n grote levensveranderende beslissing te maken die niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Daarom twijfelt Eva of zij deze operatie überhaupt wil of dat zij het gewoon lekker zo laat.

 

Tevreden

Eva is er niet helemaal zeker over of ze tevreden is met hoe ze nu is of niet. Toch gaat ze de procedure in waarbij ze als transgender gesprekken moet gaan voeren met de huisarts, psychologen, psychiaters en artsen. Zij bepalen uiteindelijk of je ‘het papiertje’ krijgt, wat betekent dat je toestemming hebt om te beginnen aan hormonen om de operatie te kunnen ondergaan.

Eva vraagt zich af of het überhaupt nodig is om haar situatie een officiële naam te geven. Ze voelt zich geen ‘echte’ transgender omdat zij niet zeker weet of zij haar geslacht wil veranderen, maar ze voelt zich ook niet ‘normaal’. Toch heeft Eva geen moeite met daten. Ze vindt het leuk om te ontdekken wat ze al die jaren heeft gemist. Moet alles in een kader passen? Dit zijn vragen waar Eva dagelijks mee worstelt. Tot dat zij antwoord heeft op haar vele vragen leeft zij lekker door zoals zij nu is en laat zij zich door niemand iets anders vertellen.

Verbinden door muziek

Elk jaar wordt er in het Beauforthuis in Zeist een iftar maaltijd georganiseerd. Dit jaar mocht voorafgaand het Catching Cultures Orchestra hier optreden. Bijzonder aan dit orkest is dat het voornamelijk bestaat uit mensen die gevlucht zijn naar Nederland.

‘Verbinden’. Dat is het kernwoord van het Catching Cultures Orchestra. Dit is een orkest dat een podium wil bieden aan de talenten van mensen die naar Nederland gevlucht zijn. Ook zitten er een aantal mensen in het orkest die wel geboren en getogen zijn in Nederland. Elkaars muziek ervaren, elkaar inspireren en verbinden met elkaar is het doel.

“Vijf jaar geleden zijn we begonnen. Toen was het nog een initiatief van orkest De Tegenwind met vluchtelingen uit het AZC. Dat is sinds twee jaar omgebouwd tot een stichting. Het orkest is ook vernieuwd,” vertelt Roelof Wittink (70). Hij is de algemeen manager en zakelijk leider van het Catching Cultures Orchestra. Er komen jaarlijks veel vluchtelingen Nederland binnen, en ook deze mensen hebben talent. “Je hoeft maar naar het dichtstbijzijnde AZC te gaan en je kan dan een boel mooie muziek maken met de mensen die muziek hebben meegebracht uit hun eigen land.” In het begin gingen de mensen uit het orkest zelf opzoek naar talenten in de verschillende AZC ’s in de buurt. Maar die talenten kennen weer andere talenten, en gaat het zo het cirkeltje rond.

Het Catching Cultures Orchestra is anders dan de andere reguliere orkesten. Het doel van het orkest is verbinden. Elkaars tradities begrijpen, accepteren en samen nieuwe tradities starten. Dit binnen het orkest, maar ook met het publiek. “Toen wij net begonnen te spelen met de mensen uit het AZC was dat in Tivoli Vredenburg. Dit was voor mensen die net in Nederland waren en in een noodopvang zaten. Ze luisterden naar onze muziek en gingen meteen los, terwijl Nederlanders juist vaak alleen maar zitten en luisteren. Dit was een mooie ervaring”, aldus Roelof Wittink. Het verschil tussen de verschillende culturen in Nederland wordt duidelijk, en het Catching Cultures Orchestra probeert hierbij zoveel mogelijk de grens op te zoeken. Elkaar begrijpen, dat is belangrijk.

Het orkest treedt per jaar ongeveer vijfentwintig keer op door heel Nederland. Ze treden op voor verschillende gelegenheden. Wel moet het passen bij hun basisprincipe; zoveel mogelijk contacten leggen tussen mensen. Vanavond (23 mei 2019) heeft het orkest in het Beauforthuis in Zeist opgetreden. Hier wordt al langer dan tien jaar tijdens de Ramadan een iftar maaltijd verzorgd. Voorafgaand is er altijd een optreden van een bepaalde groep. Dit jaar was dat het Catching Cultures Orchestra. “Wij staan er wel bewust bij stil of wij contact kunnen maken met het publiek. Als dat niet zo is wijzen wij het af,” zegt Roelof Wittink.

Veder heeft Roelof Wittink samen met de andere leden uit het orkest voor ogen om in de toekomst een echte ‘community’ te bouwen. “Omdat meer mensen dan meer betrokkenheid bij ons hebben.” Dit willen ze gaan realiseren door bijvoorbeeld een platform als Facebook te lanceren. Dit is een ideaal platform om met elkaar in contact te komen. Mensen kunnen op deze manier vragen aan elkaar stellen, dingen met elkaar delen en contact met elkaar houden. Maar ook wil het orkest zich meer in de wijken gaan manifesteren waar mensen vragen aan hen kunnen stellen. Hier zijn ze nu al mee bezig in Utrecht-West.

“We hebben nu in Utrecht al heel veel contact met verschillende partijen. Bijvoorbeeld met Tivoli Vredenburg, vluchtelingen werk en de gemeente.  Dat maakt het voor ons mogelijk om steeds meer bekendheid op te bouwen. Contacten leggen wordt makkelijker, en mensen kunnen op deze manier elkaar en elkaars cultuur goed leren kennen.” Aldus, Roelof Wittink (algemeen manager en zakelijkleider van het catching cultures orchestra”.