Factcheck: nee, het gehele stikstofbeleid in Nederland is niet van ‘’A tot Z aantoonbare totale nonsens’’

Factcheck: nee, het gehele stikstofbeleid in Nederland is niet van ‘’A tot Z aantoonbare totale nonsens’’

Koeien in de wei

Na het opduiken van een opvallende post op X blijkt maar weer hoe controversieel het stikstofbeleid in Nederland is. Thierry Baudet, partijleider Forum voor Democratie, beweert dat het hele stikstofbeleid van A tot Z, aantoonbare totale nonsens is. Volgens hem is, gebaseerd op openbare gegevens van de waterkwaliteit, de vogelstand en de hoeveelheid bomen, niets aan de hand met de biodiversiteit in Nederland.

Zondag 6 oktober verscheen op het X-account van Forum voor Democratie en van Thierry Baudet zelf een clip van Ondernemend de podcast, met Baudet als gast. De partijleider van de FVD maakt daarin de uitspraak: ‘’Het hele stikstofbeleid dat we hebben is van A tot Z aantoonbaar totale nonsens, want er is geen enkel probleem met de biodiversiteit in Nederland’’.

Baudet berust zijn uitspraak op de kwaliteit van drie indicatoren gerelateerd aan biodiversiteit. Zo beweert hij dat er in Nederland een goede kwaliteit van water zou zijn, de vogelstand goed is en er meer bomen zijn dan de afgelopen 20 jaar. Daarbij haalt hij zijn kennis aan, die hij verzamelde voor het schrijven van zijn boek samen met Lidewij de Vos over stikstof genaamd, Niemand in de cockpit.

De clip gepost op het X-account van FVD

 

Kwaliteit biodiversiteit

We leggen de uitspraak en onderbouwing voor aan ecoloog Noord-Holland Arnout-Jan Rossenaar (Staatsbosbeheer). ‘’In Nederland zijn er grote problemen met de biodiversiteit ten gevolge van het overschot aan stikstof. Dat is bijvoorbeeld goed te zien in Oost-Nederland. De vele gebieden, die daar vroeger uit heide bestonden, veranderen in grasvelden. Er zijn een aantal grassen die goed kunnen profiteren van de grote aanwezigheid van stikstof. Die grassen zorgen ervoor dat er niet genoeg licht valt op de struikhei en daardoor verdrongen wordt. Als gevolg verandert het ecosysteem in die gebieden met zichtbare symptomen’’, vertelt Rossenaar. Dit blijkt ook uit gegevens van Wageningen University & Research (WUR).

Naast dat er wordt gekeken naar de biodiversiteit in het algemeen, zoomen we in op de drie indicatoren die Baudet benoemd waarmee, volgens hem, alles goed zou moeten gaan. We beginnen met de waterkwaliteit. Volgens Planbureau voor de Leefomgeving bedreigt de overmaat aan stikstof ook de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. ‘’Door de grote hoeveelheid meststoffen die overal ligt, zit er veel fosfaat en nitraat in het water. Daardoor is er vaak eendenkroos aanwezig, een drijvende waterplant die aantoont dat het water veel meststoffen bevat. Dit zorgt ervoor dat op meer dan de helft van de waterplekken in Nederland, het water geen andere waterplanten meer bevat. Dat heeft gevolgen voor de vissen die zich willen nestelen in waterplanten en waardoor het ecosysteem verandert. Het uitvoeren van het stikstofbeleid gaat dit tegen’’, beweert Rossenaar.

Ook bij de vogelstand ziet Rossenaar vanwege stikstofdepositie zichtbare problemen ontstaan. ‘’Er zijn vogels waarmee het nu heel goed gaat, maar ook vogels waarmee het slecht gaat. Door de stikstofdepositie vindt er op terreinen uitspoeling plaats van belangrijke mineralen voor vogels, zoals kalium en calcium. Verschillende soorten insecten, oftewel het voedsel van vogels, nemen als gevolg af. De schaaldikte van het ei van de koolmees neemt af door een tekort aan kalium en calcium. Daardoor breken de helft van de eieren en komen de jongen niet uit. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Groningen.’’ Echter, moet er ook rekening worden gehouden met niet zichtbare problemen op het eerste oog. Dat blijkt uit de beweringen van Barbara Gravendeel, Evolutiebioloog (Naturalis Biodiversity Center) & hoogleraar plantenevolutie (Radboud Universiteit). ‘’De chemische samenstelling van planten verandert door stikstofdepositie waardoor rupsen en larven van insecten niet meer van die plant kunnen leven en halverwege hun ontwikkeling doodgaan en verdwijnen. Op het oog lijkt er niet veel aan de hand te zijn, maar de kleine fauna dient als voedsel voor broedvogel kuikens en die verhongeren’’, vertelt Gravendeel.

De laatste indicator voor de kwaliteit van de biodiversiteit die Baudet benoemt, is de hoeveelheid bomen. ‘’ Gezien het aantal bomen gaat het inderdaad goed met de bossen, maar er zit geen verband tussen stikstofdepositie en de hoeveelheid bomen, en daarom is het geen goede indicator. Wel zien we de kwaliteit van bepaalde bomen achteruitgaan door stikstofdepositie. Ook dit komt door het kalium en calcium tekort’’, vertelt Rossenaar.

Noodzakelijkheid stikstofbeleid

Andere bronnen, zoals de Rijksoverheid, Planbureau voor de Leefomgeving en World Wide Fund for Nature (WWF) schrijven ook dat teveel stikstof in de natuur kan zorgen voor verzuring van de bodem en verstoring van het natuurlijk evenwicht. De hoeveelheid landnatuur met een hoge milieukwaliteit is laag gebleven. In 2022 lag die nog slechts op 4% volgens gegevens van WUR. Het stikstofbeleid in Nederland is volgens de documentaire bronnen noodzakelijk gezien de gevolgen voor de biodiversiteit.

Conclusie  

Na het spreken van de ecologen op het gebied van waterkwaliteit, de vogelstand en de hoeveelheid bomen blijkt er wel negatieve zichtbare symptomen te zijn vanwege de stikstofdepositie. De waterkwaliteit gaat achteruit, voeding voor vogels wordt schaarser en de kwaliteit van bomen neemt af. Dit heeft gevolgen voor het hele ecosysteem. De documentaire bronnen bevestigen dit en het stikstofbeleid is dus noodzakelijk. We beschouwen de bewering daarom als onwaar.

Bronnen

Telefonisch gesproken bronnen op 8 oktober

  • Arnout-Jan Rossenaar (ecoloog Noord-Holland, Staatsbosbeheer)

(29) Arnout-Jan Rossenaar | LinkedIn

  • Barbara Gravendeel, Evolutiebioloog (Naturalis Biodiversity Center) & Hoogleraar plantenevolutie (Radboud Universiteit)

(29) Barbara Gravendeel | LinkedIn

Documentaire bronnen geraadpleegd op 8 oktober

Over de auteur

Kellen Gortemaker

Mijn naam is Kellen Gortemaker (2004). Als journalist in opleiding ontwikkel ik mijn journalistieke vaardigheden. Mijn doel is om bijzondere verhalen over verschillende culturen en personen aan het publiek te tonen. Het is belangrijk dat de Nederlandse bevolking zich ook bezig houdt met wat er buiten ons kikkerlandje gebeurt. Daarom hoop ik verhalen te kunnen maken die de blik op de wereld voor velen zullen veranderen. Door mijn nieuwsgierigheid verdiep ik me graag in het buitenland en ben ik benieuwd naar de levenswijze van de bevolking. In de toekomst wil ik me om die reden specialiseren in culturele journalistiek. Van jongs af aan reis ik veel met mijn ouders en verdiep ik me graag in de historie van het land. Ik observeer tijdens mijn reizen hoe de mensen daar leven en leer graag meer over de cultuur. Daarnaast kijk ik documentaires, reisprogramma’s en talkshows om mijn kennis te vergaren en op de hoogte te blijven van de actualiteit. Ik denk dat Nederland nog wel een journalist kan gebruiken op internationaal gebied om onderwerpen aan het licht te brengen die nog niet genoeg getoond worden.