Reality-tv is vandaag de dag een vast onderdeel van de televisie-industrie, maar het fenomeen begon veel bescheidener. Hoewel het concept van “de werkelijkheid” vastleggen op beeld al vroeg in de televisiegeschiedenis bestond, brak reality-tv pas in de jaren ’90 echt door bij het grote publiek.
De oorsprong
Volgens mediahistoricus Jeroen Koopman is de eerste vorm van reality-tv te herleiden naar de jaren ’70, toen het Amerikaanse programma An American Family (1973) werd uitgezonden. In deze serie werden de dagelijkse levens van een gewoon gezin gevolgd zonder scripts of vooraf ingestudeerde scènes. “Dit programma legde de basis voor wat we nu als reality-tv kennen: het idee om het ‘echte’ leven van mensen op televisie te brengen,” zegt Koopman.
Ondanks het innovatieve format van An American Family, duurde het tot de jaren ’90 voordat het genre mainstream werd. Het Nederlandse programma Nummer 28 (1991) wordt vaak genoemd als het eerste echte reality-tv-programma waarin meerdere onbekende mensen samen in een huis werden gezet en gefilmd. Deze format inspireerde het legendarische Big Brother (1999), dat wereldwijd een sensatie werd. De bedenker, John de Mol, wilde een sociaal experiment creëren. “Big Brother bracht het voyeurisme van reality-tv naar een nieuw niveau,” aldus mediatheoreticus Margriet van Houten. “Het publiek kon 24 uur per dag de deelnemers volgen, wat een gevoel van directe betrokkenheid gaf.”
Globalisering
De populariteit van Big Brother leidde tot een explosie van nieuwe reality-formats. In de vroege jaren 2000 volgden series zoals Survivor, Expeditie Robinson en The Real World, die allemaal de nadruk legden op competitie en sociale dynamiek. Volgens van Houten weerspiegelden deze programma’s een verschuiving in de mediaconsumptie. “De kijker wilde niet langer passief vermaakt worden, maar actief deelnemen aan de emoties, conflicten en het drama van de deelnemers.”
Naast de sociale experimenten en competitieformats, ontwikkelde zich een ander type reality-tv dat de persoonlijke levens van beroemdheden of gewone mensen volgde. Shows zoals Keeping Up with the Kardashians en Jersey Shore brachten het privéleven van hun sterren in het middelpunt, en creëerden nieuwe vormen van beroemdheid.
Het kritische perspectief
Hoewel reality-tv immens populair blijft, is er ook veel kritiek op het genre. Critici stellen dat veel reality-programma’s zwaar geënsceneerd zijn en dat de “echtheid” waar het genre om draait, vaak ver te zoeken is. Koopman erkent deze kritiek: “Veel programma’s zijn tegenwoordig gescript of beïnvloed door de productie om het drama te verhogen, waardoor de grens tussen fictie en werkelijkheid steeds vager wordt.”
Van Houten wijst er echter op dat de aantrekkingskracht van reality-tv juist ligt in deze vermenging van realiteit en fictie. “Het is een vorm van escapisme die aansluit bij de moderne behoefte aan sensatie en instant bevrediging. Bovendien biedt het mensen de kans om zichzelf te vergelijken met de mensen op het scherm, wat weer bijdraagt aan de populariteit.”