In stedelijke wateren speelt de balans tussen voedingsstoffen en chemische stoffen een belangrijke rol in het behoud van de biodiversiteit. Als het water gezond is, helpt dat de hele natuur in de stad. Met de herplaatsing van de visdeurbel in Utrecht en Amersfoort, is er opnieuw aandacht voor het belang van de waterkwaliteit en vismigratie.
De chemische en fysisch-chemische eigenschappen van water zijn de belangrijkste factoren die de waterkwaliteit bepalen. Wanneer deze eigenschappen van het water in balans zijn, heeft dit een positief effect op de waterplanten en dieren. Als het water dus chemisch in orde is, profiteren vissen en andere waterdieren daarvan.
Echter is dit niet altijd het geval. Grachten, rivieren, vijvers en kanalen vallen onder stedelijke wateren. Deze worden regelmatig vervuild door bijvoorbeeld riooloverstorten en afspoeling. Volgens een onderzoek van het RIVM (2021) heeft ongeveer 40% van het oppervlaktewater in stedelijke gebieden in Nederland een slechte ecologische kwaliteit.
Volgens het Compendium voor de Leefomgevingen (2022) is ecologische waterkwaliteit in Nederland bijna overal matig tot slecht. Bij 103 van de 741 waterlichamen is de biologische kwaliteit wel goed, maar doordat de fysisch-chemische kwaliteit niet goed is, is de ecologische kwaliteit van deze waterlichamen alsnog onvoldoende. Met waterlichamen bedoelen we natuurlijke wateren, zoals rivieren, beken en kanalen. Dit maakt het moeilijk voor vissen en andere dieren om te overleven en zich voort te planten.
Europese Kaderrichtlijn Water, streeft in 2027 naar schoon en gezond water. Door de herplaatsing van de visdeurbel is er meer aandacht voor dit onderwerp. Het is een innovatief project om de vismigratie te ondersteunen. Veel vissen verplaatsen zich in deze tijd voor voedsel of voortplanting. In veel stedelijke gebieden worden deze routes van de vissen geblokkeerd door sluizen en dammen.
In de reportage ga ik in gesprek over de bevordering van de visvoortplanting door de visdeurbel.