Bewering:
“Zo’n windturbine houdt het twintig jaar vol en daarna is die gewoon versleten en komen er ook allemaal glasvezels vrij.”
Deze factcheck is geschreven op 10-04-2025 met de kennis van dit moment.
Oordeel:
Waar, maar wel misleidend.
Bron van bewering:
De bewering komt van Lidewij de Vos, voormalig Eerste Kamerlid voor Forum voor Democratie. De claim werd gemaakt in een aflevering van Ongehoord Nieuws op 3 april 2025. In de uitzending werd gesproken over het energiebeleid van het huidige kabinet, met de vraag of het beleid wel zo duurzaam en groen is. Maar klopt de uitspraak van De Vos wel?
Hoe wordt windenergie opgewekt?
Windenergie wordt opgewekt door grote molens met wieken die de kracht van de wind gebruiken om energie op te wekken. Een windturbine bestaat uit een mast met daarbovenop een machinekamer. In die machinekamer zitten de technische onderdelen die de beweging van de enorme bladen omzetten in elektriciteit.
“De rotorbladen van de windmolen bestaan vaak uit composietmaterialen zoals glas- of koolstofvezels, vermengd met bepaalde harsen. Deze harsen kunnen bestaan uit epoxy-, polyester- of vinylester(kunst)hars”, legt Jelle Joustra uit. Hij is Assistant Professor Circular Product Design aan de TU Delft en doet onderzoek naar structureel hergebruik van producten gemaakt met composietmaterialen, zoals windturbinebladen. Over de rotorbladen zit een coating om ze zo optimaal mogelijk te beschermen. Dit is nu vaak gemaakt van PU- of epoxycoatings.
Glasvezel is een haarfijne vezel van glas. Door het gebruik van glasvezel zijn de bladen erg licht en heel sterk. Dit is belangrijk om de windmolens zo efficiënt mogelijk te laten draaien.
Wat zeggen onderzoeken?
Uit een Roemeens onderzoek, Wind Turbine Blade Material Behavior in Abrasive Weather Conditions, blijkt dat bij blootstelling van windmolens er kans is op slijtage. De coatinglaag geeft de beste bescherming tegen erosie (het proces van slijtage van een vast oppervlak waarbij materiaal kan verdwijnen). Wanneer deze laag wordt doorbroken, worden de onderliggende lagen, inclusief het glasvezelweefsel, blootgesteld aan verdere slijtage. De binnenste lagen van een rotorblad zijn minder erosiebestendig dan de bovenste beschermingslaag.
De University of Strathclyde in Glasgow, Verenigd Koninkrijk, onderzocht de effecten van regendruppel-erosie op materialen voor windturbinebladen. Zij stellen dat regendruppel-erosie optreedt bij hoge impactsnelheden en -hoeken, en dat er zichtbare oppervlaktebeschadiging plaatsvindt, vooral bij zout water. G10 epoxy glaslaminaat (een vezelversterkte composiet bestaande uit glasvezel en epoxyhars) raakt volgens het onderzoek beschadigd.
Wat zeggen experts?
Volgens Albert ten Busschen, Lectoraat Kunststoftechnologie bij Hogeschool Windesheim, zit glasvezel normaal gesproken helemaal goed ingepakt door middel van hars, die eerst vloeibaar is en daarna uithardt. Hierdoor kunnen er in principe geen vezels van de wieken afkomen. “Tenzij een rotorblad beschadigd zou zijn of breekt, dan zou er wel glasvezel kunnen vrijkomen.”
“Windturbines draaien best wel lang; ze hebben een levensduur van ongeveer 25 jaar. Gedurende die tijd kunnen de wieken, door het draaien, botsen met deeltjes in de lucht. Denk aan regendruppels, zand of de nevel van de zoute omgeving. Dat kan er op den duur voor zorgen dat op het puntje van de wieken erosie te zien is, want die hebben relatief de hoogste snelheid. Het zou dus kunnen, maar dan ben je wel al heel ver heen,” vertelt Joustra.
Ten Busschen vult aan: “Dit kan niet zomaar gebeuren, want de buitenkant is een dikke laag hars en die is niet zomaar weggesleten. Tegenwoordig repareren ze die slijtages ook vaak, want ze willen dat een rotorblad zo lang mogelijk meegaat. De kans dat een rotorblad zo ver slijt dat er glasvezels vrijkomen, is niet zo groot, maar het kan wel. Het is niet uitgesloten dat die vezels vrijkomen.”
Is het erg dat er glasvezel vrijkomt?
“Sommige mensen vergelijken glasvezel met asbest, maar die vergelijking gaat niet op. Ten eerste zijn glasvezels veel dikker dan asbestvezels, wat ervoor zorgt dat ze niet zomaar in de longen van mensen terecht kunnen komen. Het is eigenlijk een gestolde vloeistof en dus niet kristallijn. Dit zorgt ervoor dat het eigenlijk geen kwaad kan, dat het bijvoorbeeld leed geeft bij mens of dier. In die zin is het dus best onschuldig”, stelt Ten Busschen.
Conclusie
De bewering van Lidewij de Vos dat bij windturbines glasvezels vrij zouden kunnen komen, is dus waar, doordat er bij beschadigingen en erosie slijtage kan plaatsvinden. Maar we moeten er wel bij vermelden dat dit niet snel en niet vaak gebeurt. Dit zijn uitzonderlijke situaties; de kans is dus klein. Daarbij: als er glasvezel vrijkomt, is dit redelijk onschuldig, omdat het nauwelijks leed veroorzaakt bij mens of dier. Dit maakt de claim van De Vos misleidend, want zij brengt het alsof het gevaarlijk is, vaak voorkomt en dat windenergie om die redenen niet schoon zou zijn.