Op vrijdag is het nationale Coming-outdag; de dag waarop we aandacht geven aan het openlijk uitkomen voor je geaardheid of genderidentiteit. Deze dag is niet bedoeld als dwang om “uit de kast te komen”, maar als aanmoediging om de zichtbaarheid voor de lhbti+-groep te vergroten. “Elke dag is een dag om uit de kast te komen”.
Coming-outdag werd voor het eerst gevierd in 1988 in de Verenigde Staten en begon als demonstratie tegen een bestraffing voor sodomie in Washington. Sinds 2009 wordt het ook in Nederland gevierd. De dag werd dat jaar uitgeroepen door toenmalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ronald Plasterk. “Je hebt twee grote lhbti-dagen: dat is Coming-outdag en 17 mei, de internationale dag tegen homo- trans en interseksefobie”, vertelt Charlot Pierik. Pierik is werkzaam bij Movisie en is projectleider van de regenboogsteden; een initiatief van steden die zich openlijk hard maken voor inclusiviteit. “Die dagen zijn grote aanleidingen om aandacht te besteden aan deze lhbti+-gemeenschap”, dus lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, intersekse en queer personen. Veel van de activiteiten worden gecoördineerd door de belangenorganisatie COC Nederland en door organisaties, gemeenten, zorginstellingen en sportclubs. “De zichtbaarheid van de lhbti-groep is niet groot en wanzelfsprekend het gaat om meer dingen dan mensen vaak denken, daarom is het belangrijk om dit zichtbaar te maken”, vertelt Pierik.
Viering
Tijdens Coming-outdag worden er verschillende activiteiten georganiseerd in diverse steden. Op veel plekken zijn regenboogvlaggen te zien, als een symbool van inclusiviteit. Daarnaast werden er rond 2016 op verschillende plaatsen in het land regenboogzebrapaden aangelegd als een teken van tolerantie. Als onderdeel van de Coming-outdag wordt sinds twee jaar het Utrecht Queer Culture Festival gehouden, waar op 11 oktober de Annie Brouwer-Korfprijs wordt uitgereikt voor de persoon of organisatie die zich in het bijzonder heeft ingezet voor acceptatie en emancipatie van de gemeenschap.
Homoacceptatie in Amsterdam
Uit recente cijfers van de GGD Amsterdam blijkt dat het aantal jongeren tussen de 13 en 18 jaar die homoseksualiteit ‘normaal’ vindt, is gedaald. Ook de lhbti+-gemeenschap zelf vindt dat het dramatisch gesteld is met de acceptatie van de gemeenschap en uit een peiling van EenVandaag bleek dat minder dan de helft van de ondervraagde mensen vindt dat het goed gaat met de acceptatie. “Wij gaan voorzichtig om met de resultaten van dat onderzoek, omdat de vraagstelling van het onderzoek discutabel was”, vertelt Pierik. “Naast dit onderzoek zijn er geen andere grote onderzoeken die erop wijzen dat de acceptatie is gedaald, dus we wachten op de landelijke lhbti-monitor die binnenkort uitkomt. Er zijn heus wel signalen dat de acceptatie afneemt, maar de vraagstelling in het onderzoek van de GGD ging over ‘het normaal vinden’ en het gaf niet aan of je homoseksualiteit accepteert, want dat is iets anders.” Volgens Pierik moeten we uitkijken naar de uitspraak dat de acceptatie van de lhbti+-gemeenschap daalt, omdat je daar mensen mee kwetst en onterecht bang maakt. “Daarom is de positieve normstelling heel belangrijk op deze dagen”, aldus Pierik.
Wil je meer weten over Coming-Outdag en hoe dit in Utrecht wordt gevierd tijdens het Utrecht Queer Culture Festival? Beluister dan deze reportage.
