Daglicht en slaap: wat zegt de wetenschap?

Daglicht en slaap: wat zegt de wetenschap?

Bewering

“40 procent van de mensen klaagt dat ze te weinig slaap krijgen en 1 op de 5 personen heeft ook echt last van te weinig slaap”: Jan Denneman, lichtdeskundige, in VRIJDAG (Omroep Brabant, 24 oktober 2025).

link naar de uitzending:

 

De bewering

In het programma VRIJDAG van Omroep Brabant zegt lichtdeskundige Jan Denneman dat veertig procent van de mensen klaagt over te weinig slaap en dat één op de vijf er ook echt last van heeft. Volgens hem komt dat doordat we te veel binnen zitten en te weinig daglicht op onze ogen krijgen. Mensen zouden volgens hem beter functioneren als ze vaker natuurlijk daglicht zien; een tekort zou leiden tot vermoeidheid, somberheid of concentratieproblemen.

Wat mij opviel, is dat Denneman precieze cijfers noemt, maar in de uitzending geen bron vermeldt. Waar komen die percentages vandaan? En klopt het verband dat hij legt tussen daglicht en slaap?

Wat zegt Jan Denneman zelf?

Asl eerst ben ik gaan uitzoeken wie Jan Denneman precies is. Hij blijkt president van de Global Lighting Association en werkte meer dan veertig jaar bij Philips Lighting. Hij is dus een expert in licht en meet het licht voor je ogen. Hij verteld in het progamma dat goeie slaap ook echt te maken heeft met hoeveel dag licht je binnen krijgt op een dag. Via zijn LinkedIn en Instagram heb ik hem gemaild en een bericht gestuurd met de vraag op welke onderzoeken hij zijn uitspraak baseert. Tot nu toe heb ik geen reactie ontvangen.

Om het onderwerp beter te begrijpen, heb ik contact gezocht met een slaapexpert.

Wat zegt de slaapexpert?

Ik sprak met Bart Leanart, psycholoog en onderzoeker naar vermoeidheid en slaap. Hij vertelt dat de cijfers van Denneman niet volledig uit de lucht gegrepen zijn: “Ongeveer één op de vijf mensen zegt inderdaad dat ze regelmatig slecht slapen of overdag last hebben van vermoeidheid,” zegt Leanart. “Dat percentage komt overeen met wat we in de praktijk zien.”

Volgens Leanart hangt veel af van hoe mensen “slaapproblemen” definiëren. “Soms bedoelen mensen dat ze één of twee slechte nachten hebben gehad, maar dat betekent nog niet dat ze een slaapstoornis hebben,” legt hij uit. “Als je kijkt naar mensen met een echte slaapstoornis, zoals insomnia, ligt dat aantal lager, rond de tien procent. Maar dat een op de vijf regelmatig last heeft van slechte nachten of vermoeidheid is zeker realistisch.”

Wat zegt de wetenschap over daglicht en slaap?

Denneman legt een verband tussen slaaptekort en te weinig daglicht. Volgens Leanart is dat logisch:

“Licht is de belangrijkste tijdgever van onze biologische klok. Wanneer we te weinig daglicht zien bijvoorbeeld doordat we de hele dag binnen werken raakt ons natuurlijke slaap-waakritme verstoord. Daardoor kunnen mensen moeilijker in slaap komen of overdag minder alert zijn.”

Wetenschappelijke literatuur ondersteunt dat daglicht een cruciale rol speelt in het reguleren van het circadiaanse ritme. Overdag helpt blootstelling aan natuurlijk licht om de interne klok te synchroniseren met het dag-nachtritme, wat zorgt voor alertheid en concentratie overdag en een betere slaap nachts.

Zo tonen Spitschan et al. (2019) van de Universiteit van Oxford aan dat daglicht via speciale lichtgevoelige cellen in het oog  de zogenaamde melanopsine-receptoren de productie van melatonine onderdrukt zolang het licht is. Daardoor blijft het lichaam overdag alert en komt de slaap ’s nachts beter op gang. Een tekort aan daglicht verstoort dit proces en kan leiden tot vermoeidheid en concentratieproblemen (Spitschan et al., 2019).

Ook Dumont & Beaulieu (2007) van de Universiteit van Montréal bevestigen dat niet alleen de intensiteit van licht, maar ook het licht-donkerpatroon en het kleurenspectrum invloed hebben op melatonineproductie en slaapkwaliteit. Hun onderzoek toont bovendien dat langdurige blootstelling aan weinig daglicht de gevoeligheid van het lichaam voor lichtprikkels vermindert, wat het natuurlijke ritme verder kan ontregelen (Dumont & Beaulieu, 2007).

Beide studies laten zien dat daglicht essentieel is voor een gezond slaap-waakritme en dat een gebrek eraan zeker in donkere seizoenen of bij mensen die vooral binnen werken de kans op slaapproblemen vergroot. Wat Jan zegt over het daglicht en dat dit in combinatie staat met slapen klopt dus.

Conclusie

De uitspraak van Jan Denneman dat “40 procent van de mensen klaagt over te weinig slaap en één op de vijf daar echt last van heeft” is deels juist.
Het tweede deel dat één op de vijf mensen echt last heeft van slaapproblemen wordt ondersteund door de inschatting van slaapexpert Bart Leanart en door bestaande onderzoeken. Het eerste cijfer van veertig procent lijkt echter aan de hoge kant en is niet met specifieke data onderbouwd.

Zijn uitleg dat te weinig daglicht bijdraagt aan slaapproblemen wordt wél breed ondersteund door wetenschappelijke studies. Zowel Spitschan et al. (2019) als Dumont & Beaulieu (2007) tonen overtuigend aan dat daglicht essentieel is voor een goed functionerend slaap-waakritme.

Kortom: Denneman heeft inhoudelijk een punt — licht beïnvloedt onze slaap — maar zijn cijfers zijn te stellig en onvoldoende onderbouwd.

Over de auteur

Thara Klaus

Thara Klaus (2005). Geboren en getogen in het groene dorp Soest. Sinds dit jaar is ze eerste jaar student aan de Hogeschool van Utrecht. Ze studeert hier journalistiek. De afgelopen twee jaar heeft ze gereisd door Azië en Centraal Amerika. Op dit moment bevindt Thara zich in een ontwikkelingsfase en hoopt ze te kunnen ontdekken welk onderdeel van de journalistieke wereld bij haar past. Haar grootste droom is om documentaires maken. Ze houdt ervan om op onderzoek uit te gaan en te observeren wat er in deze maatschappij er allemaal gaande is. Als Motto heeft Thara “ik wil mensen op een kritische manier naar iets laten kijken en ze echt iets laten voelen”