In een recent campagnespotje van JA21 beweert nieuw conservatief wonderkind Ingrid Coenradie dat Syriërs “vier keer zo vaak”, Eritreeërs “acht keer zo vaak” en Somaliërs zelfs “twintig keer zo vaak” zedendelicten plegen als autochtone Nederlanders. “De cijfers liegen er niet om,” zegt ze met stellige overtuiging. Maar klopt dit wel?
Volgens JA21 zijn deze cijfers afkomstig uit het boek Migratiemagneet Nederland van wiskundige en antropoloog Jan van de Beek. Van de Beek presenteert in zijn boek een grafiek waarin de oververtegenwoordiging van bepaalde migrantengroepen bij zedendelicten zichtbaar is. Volgens Van De Beek gebruikt hij cijfers van het Centraal bureau voor de statistiek en laat daarin het aantal verdachten per 10.000 inwoners zien. Volgens Van de Beek zijn migranten met een niet-westerse achtergrond, vooral uit Syrië, Eritrea en Somalië, relatief vaker verdachte van een zedendelict dan autochtone Nederlanders. Hij schrijft dat toe aan culturele verschillen die volgens hem zorgelijk zijn en schadelijk voor Nederland.
Het boek zorgde voor veel ophef in de academische wereld. Migratiewetenschappers Hein de Haas en Leo Lucassennoemden Van de Beek een “fopwetenschapper” en schreven een tegenstuk in de Volkskrant. Ook Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, reageerde fel. Zij maakte een eigen grafiek met absolute aantallen, waaruit juist bleek dat autochtone Nederlanders veruit het vaakst verdacht worden van seksuele misdrijven. Zelfs Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, noemde Van de Beek destijds een “cherry-pickende charlatan” al nam hij die uitspraak later terug. Van Mulligen vindt vooral dat er een sterk ideologisch component in het werk van Van de Beek zit. Volgens Van Mulligen kijkt Van De Beek naar cijfers vanuit een al gevormd negatief wereldbeeld over migratie.
Volgens De Haas raakt dat aan de kern van het probleem. “Migratie is niet iets waar je voor of tegen kunt zijn, maar een fenomeen om te bestuderen. Dat maakt hem een wetenschapper,” zei hij eerder. “Iemand met de premisse dat migratie slecht is en daar vervolgens cijfers bij zoekt, is dat niet.” Bovendien is Migratiemagneet Nederlandniet peer reviewed, wat betekent dat andere wetenschappers de gebruikte methode en conclusies niet hebben kunnen controleren. De vraag is dan of je de bevindingen wetenschappelijk serieus kunt nemen.
Echter zijn de cijfers die Van de Beek gebruikt wel gegrond. CBS-onderzoeker Ruben van Gaalen bevestigt dat de data daadwerkelijk van het CBS afkomstig zijn. “Er is een StatLine-tabel ‘delicten naar herkomst’,” zegt hij. “Ik heb het zitten narekenen en dan kom je inderdaad ongeveer op de getallen van Jan van de Beek.” Volgens Van Gaalen bestaan die verschillen dus echt, maar moeten ze in de juiste context geplaatst worden.
Van Gaalen benadrukt dat onderzoekers voorzichtig moeten zijn met zulke gevoelige cijfers. “Je moet een genuanceerd beeld schetsen,” zegt hij. “Ik zie soms dat daaraan voorbij wordt gegaan, omdat mensen merken: dan krijg ik meer tractie.” De oververtegenwoordiging is er volgens hem “technisch gezien”, maar kleine verschillen kunnen makkelijk worden opgeblazen. “Je moet moeite doen om afgewogen te rapporteren, dat is wat een goede onderzoeker zou doen. Ik zeg helemaal niet dat hij foute grafieken heeft, maar je moet er wel wat bij vertellen.”
Als er rekening wordt gehouden met factoren zoals opleidingsniveau en sociaaleconomische positie, verdwijnt het verschil tussen bevolkingsgroepen grotendeels. “Als je het relativeert naar sociaaleconomische status en onderwijsniveau, dan is het verschil bijna helemaal verdwenen,” legt Van Gaalen uit. “Al die makkelijke verhalen zijn veel beter te begrijpen en te verteren, en als je dan komt met een genuanceerd verhaal, zappen mensen meteen weg.” Volgens hem is dat een groot risico: “Je moet je bewust zijn van de stigmatisering die je statistieken kunnen brengen. Je wil geen alarmistische berichtgeving doen maar juist een neutrale en genuanceerde.”
De cijfers waar JA21 beroep op doen kloppen dus. Maar daar hoort wel een grote kanttekening bij. Zonder uitleg of nuance kunnen ze misleidend worden gebruikt. Zoals Van Gaalen benadrukt: je moet de cijfers met zorg en context presenteren. De claim van JA21 is in essentie waar, maar door het ontbreken van nuance kunnen ze bijdragen bij aan een vertekend en stigmatiserend beeld. Iets wat wetenschappers zoals Jan Van De Beek absoluut niet horen te doen.