“Scholen zouden de oplossing voor kansenongelijkheid moeten zijn”

“Scholen zouden de oplossing voor kansenongelijkheid moeten zijn”

Foto: JINC, opening van Week van Gelijke Kansen

De week van 11 tot 17 november staat in het teken van kansenongelijkheid in het onderwijs onder de aandacht brengen in Nederland, de Nationale Week van Gelijke Kansen. Deze week wordt voor de vierde keer dit jaar georganiseerd, ooit geïnitieerd door organisatie JINC. 

Kansenongelijkheid is een term die wordt gebruikt als leerlingen of studenten die gelijk zijn, minder mogelijkheden en dus kansen krijgen in het onderwijssysteem. Er zijn meerdere oorzaken en factoren van kansenongelijkheid. Het document ‘Kansengelijkheid in het onderwijs’ van de Gelijke Kansen Alliantie van ministerie VWS onderzoekt welke factoren bijdragen aan ongelijke kansen in het onderwijs. Het rapport verdeelt deze factoren over vijf niveaus: leerling, familie, school, wijk en samenleving. Volgens dit rapport zouden gelijke kansen dus te maken hebben met factoren binnen deze vijf niveaus in het leven.

Uit het CPB-rapport blijkt dat ongelijkheid in vaardigheden tussen kinderen in Nederland al vanaf jonge leeftijd zichtbaar is. Kinderen uit gezinnen met lagere inkomens of een lager opleidingsniveau scoren bijvoorbeeld minder goed op taal en rekenen. Deze achterstand blijft vaak bestaan tijdens hun schooltijd en kan hun toekomstkansen beperken.

Waar je wieg staat

Het heeft dus veel te maken met de uitspraak:’waar je wieg staat bepaalt je successen voor je toekomst’. Ofwel, de sociaaleconomische status van ouders of opvoeders heeft veel invloed op de kansen van het kind. Zo vertelt Mark Weghorst, adviseur voor Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) en gespecialiseerd in ouderschap en onderwijs: “Er zijn veel bepalingen voor de onderwijskans van kinderen zonder dat kinderen daar iets aan kunnen doen, ouders overigens vaak ook niet veel. Zo wordt eigenlijk de kans die jouw ouders ook hebben gehad doorgegeven.”

Huiswerkbegeleiding verbieden?

Volgens Weghorst moeten scholen een grotere rol spelen in het tegengaan van ongelijke kansen in het onderwijs: “We beweren dat scholen de gelijkmaker zijn, maar dat is allang niet meer zo.” Een van die dingen die scholen zouden kunnen doen volgens Weghorst is het verbieden van buitenschoolse scholing, zoals huiswerkbegeleiding: “Zo voorkom je extra scholing die alleen beschikbaar is voor leerlingen waarvan ouders het kunnen betalen.”  

Verbeterpuntje in het systeem van de geleerden

Daarbij zou het onderwijssysteem ook nog wat verbeterd kunnen worden. “ Stop met huiswerk en laat de kinderen al het schoolwerk op school doen. Hierdoor voorkom je dat kinderen in een lastigere thuissituatie een achterstand op lopen en kinderen die erg worden gesteund door hun ouders een voorsprong hebben op andere leerlingen.”, vertelt Weghorst.

Er is wel nog een ding dat Weghorst zou willen meegeven aan ouders om de kansengelijkheid te bevorderen binnen het onderwijs: “Laat het er niet bij zitten als je voelt dat je kind niet gelijk behandeld wordt. Ouders moeten zich meer laten horen, niet alleen als hun kind een te laag advies krijgt, maar ook als ze merken dat andere kinderen onterecht achtergesteld worden.”

 

Beluister de reportage over de Week van Gelijke Kansen. Karin de Groot, algemeen directeur van organisatie JINC en pedagoog Stijn Sieckelinck vertellen over de inhoud en het belang van deze week.

Over de auteur

Emma van der Rijst

Emma van der Rijst (2005), uit Amersfoort, zit in haar tweede jaar van de School voor Journalistiek, Hogeschool van Utrecht. Ze maakt landelijke items voor de wekelijkse uitzending van redactie On Air. Emma van der Rijst is bereikbaar op: emma.vanderrijst@student.hu.nl