Op 11 september 2024 deelde Geert Wilders via het socialemediaplatform X de bewering dat islamitisch terrorisme vandaag de dag weer toeneemt. In zijn bericht verwees hij niet naar specifieke cijfers of rapporten om zijn claim te onderbouwen. Wilders bewering sluit aan bij zijn eerdere uitspraken, waarbij hij de islam als een grote en groeiende bedreiging neerzet. Maar komt zijn claim daadwerkelijk overeen met de realiteit van de terroristische dreiging in Nederland?
Bewering Wilders: Het islamitisch terrorisme neemt vandaag de dag weer toe.
Conclusie: Ongenuanceerd.
Terrorisme in Cijfers
Volgens Jelle Postma, voormalig inlichtingenofficier bij de AIVD en Senior Programma Manager bij het bureau van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), is het lastig om harde conclusies te trekken op basis van de beschikbare cijfers. Postma stelt: “Als het gaat over de langere termijn is te zeggen dat sinds begin 2000 tot het heden er geen sterke stijging is van islamitisch terrorisme.” Dat blijft eigenlijk een gelijke lijn. Hij merkt echter wel op dat er in recente jaren een lichte stijging is waar te nemen, mede door verhoogde spanningen in het Midden-Oosten.
Postma benadrukt ook dat het meten van terroristische dreiging complex is. “Het dreigingsniveau van islamitisch terrorisme is gebaseerd op factoren zoals de kans op een aanslag, zowel geslaagde als mislukte pogingen, en de impact van uitgevoerde aanslagen. Hoewel er de laatste tijd sprake is van een lichte stijging, is dit geen dramatische trendbreuk vergeleken met eerdere jaren,” aldus Postma.
Dreigingsniveau in Nederland
Volgens het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN), gepubliceerd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), blijft het dreigingsniveau in Nederland op niveau 4 staan. Dit betekent dat er een reële kans is op een aanslag, mede door internationale ontwikkelingen zoals de oorlog in Gaza, koranschendingen in Europa en de oproepen tot aanslagen door jihadistische netwerken.
Het DTN-rapport van juni 2024 geeft aan dat jihadistische organisaties zoals ISIS en Al Qa’ida inspelen op actuele gebeurtenissen om sympathisanten te mobiliseren. Hierbij richten ze zich op westerse landen, waaronder Nederland. De recente aanslagen in landen zoals Frankrijk en België tonen aan dat individuen deze oproepen opvolgen. Dit wijst op een verhoogde dreiging, maar het rapport maakt ook duidelijk dat deze dreiging niet nieuw is en dat veiligheidsdiensten succesvol blijven in het tegenhouden van aanslagen.
Een breder perspectief
Hoewel de jihadistische dreiging recentelijk licht is toegenomen, onderstreept het DTN dat terrorisme niet alleen vanuit islamitische hoek komt. Rechts-extremisme en anti-institutioneel extremisme vormen ook een aanhoudende dreiging in Nederland. Deze groepen, vooral actief online, dragen bij aan de verspreiding van haat en kunnen net als jihadisten aanslagen plegen. Dit wordt door Wilders genegeerd.
Naast de interne situatie in Nederland speelt de internationale context een belangrijke rol in het dreigingsbeeld. Het geweld in het Midden-Oosten, met name de oorlog in Gaza en de spanningen rond koranschendingen in Europa, heeft geleid tot een verhoogde dreiging vanuit jihadistische netwerken. Deze netwerken zijn actief in Europa en proberen aanslagen te plegen.
Arrestaties in Nederland en andere Europese landen tonen aan dat jihadistische netwerken weliswaar actief zijn, maar dat veiligheidsdiensten alert blijven en vele aanslagen weten te verijdelen. Dit impliceert dat de dreiging reëel is, maar niet per se toeneemt op de manier zoals Wilders suggereert.
Conclusie
Geert Wilders beweert dat islamitisch terrorisme toeneemt. Hoewel er enige waarheid zit in zijn claim over een lichte stijging van de dreiging, is zijn beeld overdreven en eenzijdig. De toename in dreiging is voornamelijk te wijten aan internationale spanningen en andere extremistische vormen, zoals rechts- en links-extremisme. Nederlandse en Europese veiligheidsdiensten zijn effectief in het voorkomen van aanslagen, waardoor de dreiging relatief constant blijft.
Wilders’ focus op islamitisch terrorisme draagt hier alleen bij aan de stigmatisering van moslims en negeert de bredere context van extremistische dreigingen. Zijn claim zaait vooral angst en verdeeldheid, zonder rekening te houden met de complexiteit van terrorisme.