Tijdens de Week Tegen Pesten wordt er extra aandacht besteed aan cyberpesten. Dit is helaas iets wat steeds meer voorkomt, vooral onder jongeren. Patricia Bolwerk, oprichter van de stichting “Stop Pesten Nu”, vertelt dat de situatie alleen maar erger wordt. “Cyberpesten stopt niet meer wanneer je de school verlaat. Het gaat gewoon door, en dat maakt het zo ingrijpend.”
De anonimiteit van het internet is één van de grootste redenen waarom het zo lastig is om cyberpesten tegen te gaan. Iedereen kan zonder veel moeite een nepaccount aanmaken en lelijke dingen zeggen zonder dat iemand weet wie het is. Volgens Bolwerk is dit één van de redenen waarom jongeren zich vaak zo machteloos voelen. “Als je niet weet wie je pest, kun je ook niet goed voor jezelf opkomen of de situatie aanpakken.”
Sociale media spelen hier ook een grote rol in. Het lijkt alsof iedereen de perfecte levens heeft, waardoor er veel druk ontstaat om mee te doen en altijd aanwezig te zijn. Maar onder die perfecte plaatjes schuilt vaak iets anders. “Jongeren zijn constant bezig met hoe ze overkomen op anderen. Een negatieve reactie op een post kan makkelijk uit de hand lopen en leiden tot een golf van vervelende reacties,” zegt Bolwerk.
Voor veel jongeren is de impact van cyberpesten enorm. Het zorgt niet alleen voor stress en onzekerheid, maar kan ook leiden tot eenzaamheid en zelfs depressie. “Het is iets waar we ons allemaal veel bewuster van moeten zijn,” benadrukt Bolwerk. “Het gebeurt vaak zonder dat volwassenen het doorhebben, omdat het zich afspeelt op plekken waar ze niet altijd toegang tot hebben, zoals Instagram of Snapchat.”
Hoewel technologie soms kan helpen om schadelijke berichten te filteren, is dat niet genoeg. Volgens Bolwerk draait het vooral om het leren van verantwoordelijk online gedrag. “Jongeren moeten weten hoe ze elkaar online kunnen steunen en hoe ze zich kunnen beschermen tegen deze vormen van pesten,” zegt ze. Het is een probleem dat alleen opgelost kan worden als iedereen, van scholen tot ouders en jongeren zelf, samenwerkt.