Afgelopen week tijdens een uitzending van Wakker Nederland werd de vraag opgeworpen: “Nederlanders staken meer dan ooit, maar heeft dit wel zin?” De discussie draaide vooral om het effect van stakingen, maar de claim “Nederlanders staken meer dan ooit,” is een claim die steeds vaker voorbij komt. Klopt dit wel, staken Nederlanders tegenwoordig écht meer dan ooit?
De cijfers
Volgens cijfers van het CBS waren er in 2023 in totaal 52 werkstakingen. Dit is het hoogste aantal in meer dan 50 jaar. De laatste keer dat er zoveel werd gestaakt was in 1972, toen waren er 58 werkstakingen. In dat opzicht klopt de bewering dat het aantal stakingen de afgelopen jaren fors is toegenomen. Ter vergelijking, in 2020, tijdens het eerste jaar van corona, waren er slechts 9 werkstakingen.
Hoewel het aantal stakingen in 2023 hoog lag, is het aantal verloren arbeidsdagen en het aantal deelnemers aan stakingen een stuk lager vergeleken met de jaren daarvoor. Zo gingen er in 2023 142.000 werkdagen verloren, wat een stijging is ten opzichte van de jaren ervoor, maar dat is niks vergeleken 2019. Toen gingen er maar liefst 391.000 werkdagen verloren en deden 319.000 werknemers mee aan stakingen. In 2023 waren er slechts 17.000 deelnemers.
Waarom werd er in 2023 zoveel gestaakt?
Een belangrijke reden voor de toename van stakingen de afgelopen jaren is de stijgende onvrede onder werknemers, mede veroorzaakt door economische omstandigheden. Guus Staats, woordvoerder van vakbond FNV, licht toe: “In het voorjaar van 2023 was er een zogenaamde stakingsstorm. Dit kwam voort uit de hoge inflatie en stijgende energieprijzen in 2022, waardoor werknemers het water aan de lippen stond. Grote sectoren zoals het onderwijs en de metaalsector deden mee, wat het aantal stakingen verder opdreef.”
Hoewel de cijfers voor 2024 nog niet bekend zijn, lijken de stakingen zich voort te zetten, vooral rondom thema’s als vervroegd pensioen voor zware beroepen. Staats voegt toe, “het is lastig te voorspellen. We zien dat er bij veel cao-onderhandelingen een inhaalslag is gemaakt wat betreft lonen, maar dat is niet de enige reden om in actie te komen. De onvrede in het land is toegenomen, wat zich onder andere uit in de bereidheid om te staken.”
Verder terug de tijd in
Hoewel de recente cijfers hoog zijn, vallen ze in het niets in vergelijking met stakingen uit het verleden. Het recordjaar voor stakingen in Nederland is 1919, toen er 649 stakingen plaatsvonden. Deze stakingen waren gericht op betere arbeidsvoorwaarden, zoals de invoering van de 8-urige werkdag. Ook gingen stakingen vroeger vaak langer door, waardoor er meer werkdagen verloren gingen. In 1924, bijvoorbeeld, gingen er door stakingen maar liefst 3,2 miljoen werkdagen verloren.
Nog grootser waren de stakingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De April-meistaking van 1943, gericht tegen de gedwongen arbeidsinzet door de Duitse bezetters, wordt gezien als de grootste staking uit de Nederlandse geschiedenis. Naar schatting legden toen 400.000 mensen het werk neer. De staking werd hardhandig neergeslagen door de bezetters, met meer dan 200 doden als gevolg.
Conclusie
In de afgelopen jaren wordt er meer gestaakt dan een lange tijd daarvoor, de claim dat Nederlanders tegenwoordig meer staken dan ooit is daarentegen niet correct. Het aantal stakingen in 2023 was inderdaad het hoogste in 50 jaar, maar zowel het aantal deelnemers als het aantal verloren werkdagen is veel lager dan bijvoorbeeld in 2019. Ook liggen de cijfers van de stakingen van nu veel lager dan die van de stakingen in het begin van de 20e eeuw of tijdens de Tweede Wereldoorlog.