‘Sir, do you want something to drink?’ vraagt een stewardess glimlachend aan Ricky.
Met een koptelefoon op kijkt hij de stewardess slaperig aan en knikt zonder haar goed te hebben gehoord. Hij neemt met twee handen een glas water aan en kijkt nieuwsgierig om zich heen. ‘Rustig aan, we zijn nog niet vertrokken’, zei zijn broer Nando spottend die aan zijn linkerkant zit. ‘Ik maak me niet druk hoor, jij was degene die niet wilde vertrekken’ antwoord Ricky terug. Wat stiller dan normaal zakt hij weer terug in zijn stoel. De avond voor zijn vlucht heeft hij zitten te piekeren in bed. Naast zijn allereerste vliegreis wist hij niet goed wat er zou gebeuren eenmaal als hij is geland. Hij grijpt naar zijn rugtas onder zijn stoel en haalt daar voorzichtig een knuffelbeer uit die hij van zijn vriendin heeft gekregen. De knuffel kijkt hem met grote ogen lachend aan. Hij aaide het zachte buikje van de bruine beer waar een hart op was geborduurd met zijn naam erop. Op dat moment komt het besef binnen bij Ricky dat hij voorgoed alles achter laat.
Op een warme dag lente dag in 2015 kreeg Ricky op school een dringend bericht van zijn docent dat hij naar huis moest gaan. Hij woonde toen in de stad Yogyakarta op het eiland Java in Indonesië. De afstand tussen school en zijn huis was een half uur met de brommer en in zijn route moest hij altijd langs het centrum van de stad. Met pech lukte het hem daarom soms niet om binnen een half uur aanwezig te zijn. Hij voelde de zweet van zijn gezicht naar beneden rollen toen hij stil stond voor een stoplicht. Zuchtend zat hij te friemelen aan zijn zijspiegel die niet recht stond. Daarin zag hij meteen wat voor lange rij aan brommers achter hem stond. Met een bevolkingsdichtheid van 15.600 per km² was de stad altijd levendig. Ondanks de continuïteit aan stil staan op de brommer vond Ricky het nooit erg om door de stad te rijden. Langs de wegen stonden verschillende kraampjes met eten waar hij altijd ‘s ochtends langs ging en hij werd daar altijd begroet met een lach.
Hij reed door de groene poort van zijn wijk waar veel kinderen zaten te spelen. “RICKY”, brulden ze toen hij langs reed. Het was een hechte gemeenschap en iedereen kende elkaar goed. Toen hij in de verte zijn huis eindelijk zag, was Ricky niet van plan om harder op gas te drukken. Hij kreeg eens een dringend bericht om naar huis te komen omdat zijn huis in brand stond. Eenmaal thuis kwam hij erachter dat zijn moeder het brandalarm kapot had gemaakt en niet wist hoe ze het geluid moest stoppen. Na het zweet van zijn voorhoofd te hebben weggeveegd stapte hij van zijn brommer af en zocht rustig naar zijn sleutels. ‘Brandalarm doet het nog’, toen hij naar de voordeur liep.
Eenmaal binnen schrok hij.
Zijn moeder zat aan de keukentafel met tranen in haar ogen. Ricky sprintte naar haar toe. “Ma, wat is er aan de hand?”, schreeuwde hij. Hij wilde net een arm om haar heen slaan totdat hij vanuit het niets een klap kreeg van zijn moeder. “We gaan verhuizen. Naar Nederland” vertelde zijn moeder lachend met nog steeds dezelfde tranen in haar ogen.
“Wat vind je daarvan, Ricky? Ricky. RICKY!”. Hij schrikt wakker en ziet met zware ogen op het beeldscherm dat ze bijna in Nederland zijn. “Je zat de hele vlucht te snurken man” zei zijn broer lachend. Hij ziet zijn moeder die aan zijn rechterkant zit te bladeren door wat tour folders over Nederland. “Ik vroeg me af of je dit gebouw toevallig kent. Dit lijkt toch echt exact op het stadshuis gebouw in Indonesië”, vroeg zijn moeder giechelend. Rijksmuseum Amsterdam is op de folder te lezen. Met een grote zucht kruipt Ricky weer in zijn stoel. “Heb je een goede droom gehad”, vroeg zijn broer. Ricky wijst naar het raam toe en naar de wolken, en zei cynisch “het voelt een beetje alsof ik in een droom zit”.
Het is begin februari 2017. Hij heeft een half jaar lang een Nederlandse cursus gekregen en volgt momenteel Havo 4 op een openbare middelbare school. “Ik heb er alle vertrouwen in Ricky. Ik weet dat de omstandigheden misschien niet zo goed zijn, maar je moet echt leren doorzetten. Ik denk dat deze nieuwe kans wel iets voor je kan zijn”, vertelt zijn Nederlands docent met een knipoog na het een-op-een gesprek. Met dikke handschoenen loopt Ricky naar buiten om vervolgens een hoop sneeuw op zijn fiets te zien. Eenmaal zuchtend ziet hij een grote wolk uit zijn mond komen. Het idee om een sigaret op te steken lijkt ineens zo verkeerd nog niet
Hij kwam bibberend thuis binnen toen hij zijn moeder en stiefvader aan de eettafel ziet zitten. Hij laat weten dat hij thuis is met een groet maar er komt geen antwoord terug. ‘Ricky. Zit. Nu’ hoort hij zijn moeder op een serieuze toon zeggen. Je kan een speld horen vallen dacht Ricky lopend naar de tafel. Op het exacte moment toen hij ging zitten ziet hij zijn moeder emotioneel breken. “Ricky, we hebben een telefoontje gekregen van school en gehoord dat je bijna een maand niet absent bent geweest voor school. Dat je spijbelt. Dat je liegt tegen je docenten. En je hebt ook tegen mij gelogen”, vertelt ze emotioneel. “Alsjeblieft, mam doe niet zo”, antwoord Ricky terug. Hij twijfelt heel erg met de woorden hij wil gebruiken maar besluit toch om het te gaan zeggen. “Mam, ik wil terug naar Indonesië gaan. Ik haat het hier”.
“NEE, HOU ONMIDDELLIJK JE MOND”, schreeuwt zijn moeder woedend. Zijn stiefvader die naast zijn moeder zit probeert haar te kalmeren. “Laten we het rustig houden.” Het wordt te veel voor Ricky en hij besluit om naar zijn kamer te gaan. Een krappe kamer met enkel een bed, kledingkast en bureau. Op de muur voor zijn bureau hangen diverse foto’s van vrienden in Indonesië. Hij wordt stil door de gedachtes die door die foto’s zijn opgewekt. Nog nooit heeft hij zo’n leegte gevoelt. Elke dag op school wordt hij door niemand aangesproken. Hij wordt gepest en buitengesloten. Het gevoel dat zelfs zijn moeder hem niet kan begrijpen vindt hij het meest lastig.
Achter hem hoort hij de deur opengaan. “Ricky, we moeten praten”, vertelt zijn moeder spijtig. “Mam, ik ga na de zomer overstappen naar het MBO. Stiefvader weet hiervan. Ik geef het nog een kans, en anders ga ik echt weg”. Hij ziet zijn moeder knikken. Voordat ze de deur uitloopt vraagt Ricky nog snel “Wat was eigenlijk de reden waarom we hier zijn verhuisd?”. “Dat ga ik je nog vertellen. Maar dit is niet het moment” vertelt zijn moeder.
In de zomer van 2017 kreeg hij toevallig contact met zijn oude vriendin via social media. Hij kon het nog duidelijk herinneren de dag dat hij het haar moest vertellen, over de verhuizing. In een grote arcade hall in het midden van het centrum van Yogyakarta, zat Ricky voor een wc-spiegel tegen zichzelf te mompelen. Hij voelde dat zijn hart elk moment uit elkaar kon barsten. Hij opende de kraan en gooide nog wat water op zijn gezicht. Met moed stapte hij de wc-deur uit en liep naar de dans machines waar zijn destijdse vriendin een nieuw record probeerde te scoren. Om de machine heen stond een kring aan mensen waardoor Ricky door de menigte moest wormen om bij haar te komen. Het nummer wat ze danste was Just Dance van Lady Gaga en hij hoorde dat mensen om hem heen steeds enthousiaster worden na het zien van de alsmaar hogende score. NEW RECORD klonk er vanuit de machine. Mensen zaten te juichen, te applaudisseren en gooiden met popcorn in de lucht. Ze rende met grote passen naar Ricky toe en omhelsde hem. “OMG, heb je dat gezien? Dat record stond al twee jaar vast. En ik heb het vandaag de dag verbroken. Dit is zeker een dag die we moeten onthouden.” “Dat denk ik ook”, antwoordde Ricky.
De zomer van 2017 ging snel voorbij en op de agenda staat een introductiedag gepland in het Rijksmuseum met zijn nieuwe klas. Door het contact wat hij weer heeft gemaakt met zijn oude vriendin is hij van plan om zijn mbo-tijd ook te verprutsen. Hij ziet het nut er ook niet echt van in. Eenmaal op locatie was Ricky met grote ogen naar het gebouw aan het kijken. Dit is zijn eerste keer in een museum ooit. Hij kijkt rond in zijn groepje met wie hij allemaal meeloopt en hoe de klas er ongeveer uit zou zijn. “Hoi, sorry! Ik ben wat later”, vertelt een klasgenoot achter Ricky. “Top! En jouw naam was Duc, als ik me niet vergis, antwoord de docent”. “Het is eigenlijk Duc Tai, maar u bent zeker niet de enige die het fout heeft”.
“Was dat serieus het eerste wat ik tegen je zei toen ik je had ontmoet?” vraagt Duc Tai verward. “Nee, dat zei je tegen de docent maar ik kon me dat moment nog goed herinneren” antwoord Ricky terug. Tussen het gesprek door brengt een serveerster het drinken op tafel. “Dat is ook echt vijf jaar geleden als ik me niet vergis” vertelt Duc Tai tijdens het inschenken van zijn Liptop Green Tea. Ricky zei niks terug, neemt een adempauze en vertelt “Bro, ik moet je iets vertellen man. Ik heb je niet zomaar uit gezelligheid uitgenodigd om te gaan Korean Barbecueën. We kennen elkaar nu inderdaad vijf jaar, en ik wilde je als een van de eerste vrienden laten weten dat ik binnenkort terug ga verhuizen naar Indonesië”. Ricky zag dat zijn vriend bevroor en niks meer wist te zeggen. “Ik heb vorige maand mijn moeder persoonlijk gesproken. Over de reden waarom mijn broer en ik hier naartoe zijn verhuisd” vertelt Ricky somber.
Een regenachtige september dag maakte een einde aan een reeks zonnige dagen. Een maand voordat hij samen met Duc Tai ging afspreken, zit hij in de tuin onder een dak te genieten van een sigaret totdat zijn moeder erbij komt zitten. Verbaasd vraagt hij waarom ze al thuis is en niet op werk zit. Ze pakt uit zijn pakje een sigaret en steekt hem op. Na een lange puf vertelt ze “Ik ben enorm blij dat het zo goed met je gaat. Je hebt momenteel een vaste baan, diploma en je houdt nog steeds goed contact met je ex. Ik vind dat het nu tijd is om je te vertellen waarom we hier naartoe zijn verhuisd”. Ze gooit de sigaret in de asbak en vervolgt haar verhaal. Na drie uur is er een stilte gevallen waar alleen nog het regen te horen is wat op het dak valt. “Het spijt me, zoon”. Ricky was sprakeloos. Hij stond op en zei “Ik zorg ervoor dat ik haar wel met respect ga behandelen” en liep weg.