Alinda Koopman-Noorlag is 48 jaar oud wanneer zij de diagnose diabetes type-2 krijgt. Een ingrijpende gebeurtenis waarbij ze haar hele levensstijl in een keer moet omgooien. Zelf vertelt zij over haar verhaal, en de vele haken en ogen die dit met zich meebrengt. Maar ook om het taboe rondom diabetes te doorbreken.
Zelf zegt ze dat ze graag naar de gynaecoloog wilde gaan om over haar overgangsklachten te praten. Denk dan aan het niet kunnen slapen, stemmingswisselingen en depressiviteit. Eigenlijk alles wat ze op internet had gelezen, kon zij zich in vinden. Zo kon het niet langer, want ze wilde graag een nacht wel lang kunnen slapen, in plaats van die korte vier à vijf uur die ze iedere nacht weer aantikte. Al ging ze om 21:30 in bed liggen, de secondes tikten weg, secondes werden minuten en minuten resulteerden in een paar uur lang in bed liggen, zonder in slaap te kunnen vallen.
Na een aantal weken zo slecht geslapen te hebben, belde ze naar de huisarts voor een doorverwijzing. Een telefoongesprek met de huisarts volgde, “Waar heeft u last van?”, ze reageerde daarop met ze haarzelf kon herkennen in alle klachten die ze op internet kon vinden die gepaard gaan met de overgang. Haar huisarts zag de noodzaak in en kon haar doorverwijzen naar een gynaecoloog om haar te helpen.
Eenmaal bij de gynaecoloog aangekomen moest ze een heel uitgebreid bloedonderzoek doen, hierin werd bijvoorbeeld duidelijk hoe hoog haar cholesterol zou zijn, haar glucosewaarden en haar schildklier. Twee weken na dit onderzoek werd ze gebeld door de gynaecoloog, hierin vertelde de gynaecoloog dat eigenlijk alles goed zat, maar dat haar glucosewaarden iets te hoog uitvielen. Om dat te controleren zou ze alsnog even naar de huisarts moeten, en zodoende was de afspraak gemaakt.
De afspraak bij de huisarts was puur gefocust op het meten van haar glucosewaarden. Twee weken later was de afspraak. Ze zat in de wachtkamer van de huisarts, wat doorgaans volgens haar altijd een vervelend moment is. De net iets te krappe stoeltjes waar je op moet zitten, het lange wachten omdat er altijd wel iets uitloopt of de kille stiltes die er hangen in deze ruimtes, omdat iedereen niet zomaar bij de huisarts zit.
“Alinda Koopman?” Klonk er door de wachtruimte. Ze volgde de doktersassistent naar de ruimte, en de tweede test zou worden uitgevoerd. Een klein naaldje prikte in haar vinger en de glucosewaarden worden gemeten. Wéér iets te hoog, bleek uit de uitslagen. De doktersassistent, waarmee ze deze test had uitgevoerd, vertelde haar dat er een vervolgafspraak gemaakt zou gaan worden met een diabetesverpleegkundige, zodat ze konden gaan kijken hoe de glucosewaarden weer naar beneden konden gaan.
De dag erna arriveerde ze bij het gemeentehuis, voor een nieuwe werkdag. Rond de klok van 9:30 werd ze gebeld door de diabetesverpleegkundige. Zij opende met het volgende: “Goedemorgen, is het besef dat u suikerziekte hebt al een beetje ingedaald?” Op dat moment zakte de grond weg onder haar schoenen, want dit had ze toch zeker niet zien aankomen. Het woord suikerziekte was nog helemaal niet benoemd, en op dat moment drong het pas voor het eerst door tot haar. “Uh nee?” Reageerde ze vol verbazing. “Alle glucose-metingen die uitkomen boven de zes en een half, betekenen dat u suikerziekte heeft.” Haar resultaten kwamen de eerste keer op 7,4 uit en de tweede keer 7,2.
En dat op haar werk. Ze raakte in paniek, de engste gedachtes gingen rond in haar: “Wat als ik insuline zou moeten gaan spuiten? Dat wil ik helemaal niet! Met suikerziekte zijn de risico’s op wondjes die infecteren ook groter toch? Moet er dan iets geamputeerd worden?” Toen de paniek een beetje was gezakt besefte ze dat er iets moest gaan veranderen. Haar levensstijl moest gaan veranderen, anders zou de glucosewaarde alleen maar hoger worden, en dus een ergere vorm van suikerziekte.
Daarop volgde een afspraak met de diabetesverpleegkundige. Daarin had ze wel haar onvrede geuit. Want op die manier, via de telefoon, had ze toch liever niet gehoord dat ze diabetespatiënt geworden was. De verpleegkundige toonde erg veel begrip, want zij wist niet dat de doktersassistent dit nieuws nog niet had verteld tegen haar.
Daarna kreeg ze meer informatie over hoe de komende tijd er voor haar uit zou gaan zien. De verpleegkundige vertelde haar dat medicijnen niet aan bod zouden komen, want ze had een dusdanig lichte vorm van suikerziekte dat medicijnen niet aan de orde zou zijn. Maar toch, het voelde toch een beetje gek voor haar dat ze de stempel ‘diabetespatiënt’ gekregen had. De verpleegkundige gaf wel aan dat ze al op de goede weg was, doordat ze langzaamaan begonnen was met het schrappen van koolhydraten uit haar eetpatroon, en het feit dat ze ook meer aan het bewegen was dan eerst.
De verpleegkundige vertelde haar dat ze wel weer van deze vorm van suikerziekte af kon komen. Toch wordt er wel verwacht dat er in 2050 minstens één zevende van de bevolking diabetes heeft. En dat is vrij hoog, zo vindt Hanno Pijl, die reactie geeft op dit nieuws bij verschillende media. Zo zegt hij bijvoorbeeld tegen het RTL-nieuws het volgende: “Dat kunnen we eigenlijk helemaal niet aan.” Op dit moment hebben, volgens het Diabetesfonds, er in Nederland maar liefst 1 op de 14 mensen diabetes. Dat zijn 1,2 miljoen mensen in totaal. Ook delen zij dat er ‘naar schatting meer dan 1,1 miljoen mensen in Nederland lijden aan prediabetes’, een voorafgaand stadium aan diabetes dus.
Na de afspraak bij de verpleegkundige werd duidelijk dat ze een diëtist zou gaan inschakelen, voor tips en trucs hoe ze deze strijd kon aangaan. Toch liepen de verwachting en realiteit erg uiteen.
De verwachtingen lagen toch meer bij het praktische gedeelte, zoals het maken van een voedingsschema, een sportschema of iets dergelijks. Toch ging de afspraak meer over de theoretische kant van diabetes. Zo werd er vertelt hoe hoog haar BMI was, of het aantal vetpercentage. “Dat wist ik zelf ook wel”, voegt Alinda toe.
De hulp die ze nodigt heeft is voor haar in ieder geval niet te vinden bij de diëtist. Ze denkt zelfs aan het stoppen met gaan naar de diëtist, omdat dit geen toegevoegde waarde heeft voor haar. Naar eigen zeggen is ze meer op zoek naar iemand die haar kan helpen op persoonlijk gebied. Dus iemand die die voedingsschema’s of sportschema’s wél kan samenstellen, in plaats van het theoretische aspect van diabetes.
Desondanks alles is ze wel blij dat dit is gebeurd. Vanzelfsprekend was het niet fijn om te horen te krijgen dat je ziek bent, maar het heeft wel erg veel deuren opengezet. Ze heeft zoals ze dat zelf zegt, ‘een nieuwe kans gekregen’, en daar snakte ze al jaren naar. Als ze nooit naar een gynaecoloog was geweest voor haar overgangsklachten, dan was ze er misschien nooit – of veel te laat – achter gekomen dat ze een te hoge glucosewaarde heeft. Ze is al een week bezig, en in die week is ze twee kilo verloren. Daar put ze enorm veel zelfvertrouwen uit. Voor het eerst in tijden heeft ze het gevoel dat ze goed bezig is met betrekking tot het krijgen van een gezondere levensstijl. In het verleden heeft ze wel is pogingen gedaan tot afvallen, maar tot dusver had dat zijn vruchten nog niet echt afgeworpen. Het nieuws was verre van leuk om te horen, die gezondere levensstijl, waar ze al zolang naar verlangt, ligt nu binnen handbereik, en ze is naar eigen zeggen ‘gemotiveerder dan ooit’ om deze kans met beide handen aan te grijpen.