Nummer 223

Nummer 223

Als klein jongetje is Daniël al gefascineerd door brullende motoren en hoge snelheden. Een sport waarbij dit samenkomt, is het karten. Karten zit in zijn familie, het is daarom niet bijzonder dat Daniël ook de kartwereld ingerold is. Sinds een paar jaar doet hij mee aan het Nederlands kampioenschap KZ2. Waar hij tijdens zijn eerste deelname al een knappe tweede plaats behaalde.

“Rechts is gassen en links is remmen, succes”. Dat is alles wat de jonge Daniël hoort als hij op een zonnige zondagmorgen op de kartbaan in Oss staat. Samen met zijn vader loopt hij het grijze asfalt vol remsporen op. Vandaag gaat het gebeuren. Voor de eerste keer mag hij, na al vele malen bij zijn vader en oom langs de kant te hebben staan kijken, het zelf gaan proberen.

Samen met zijn vader loopt hij een rondje rond de kartbaan. In iedere bocht van de baan liggen rood-witte stenen. De geur van rubber hangt over de baan en het geluid van de motoren brult door de lucht. De baan is goed te overzien en bestaat uit rechte stukken en een flink aantal bochten.

In het midden van de baan ligt een stuk gras. Daar staan mensen van de organisatie met gele en oranje hesjes die soms verschillende kleuren vlaggen zwaaien. Op het asfalt aan het begin van de baan is een witte streep te zien. De start- en finishstreep.

Verschillende karters scheuren met hoge snelheden langs Daniël en zijn vader, die aan de zijkant van baan staan te kijken. Er verschijnt een twinkeling in de ogen van de jonge Daniël terwijl hij zijn ogen uitkijkt door al het moois dat hij achter het hek ziet plaatsvinden.
Vanaf dat moment werd het hem al helemaal duidelijk. Dit is mijn sport.

Daniël draagt een rood met wit kartpak wat eigenlijk nog net iets te groot is voor hem. Daarnaast heeft hij zwarte schoenen aan, van die speciale die speciaal gemaakt zijn voor het karten. Ze hebben een dunne zool en sluiten erg goed en nauw aan op Daniëls voeten.

In de verte staat een roodkleurige kart. De zijkanten zijn licht beschadigd. Daniël loopt er vol trots en met een rechte rug naartoe. Een oranje helm met gele accenten wordt op zijn hoofd gezet. Samen met zijn vader duwt hij de kart richting de baan. In de pitstraat komt de kart tot stilstand. De pitstraat is een smal stuk asfalt met aan beide kanten betonblokken. Daniël loopt nog snel even een rondje om zijn kart en stapt dan zo trots als een pauw in. Zijn vader komt gehurkt naast hem zitten en geeft hem een schouderklopje. “Zet ‘m op jongen”. Daniël ziet zijn vader steeds verder van hem weglopen, richting de zijkant van de baan. Het is tijd om te gaan racen.

Voordat hij het gaspedaal durft in te trappen haalt Daniël nog even een keer goed adem. Hij voelt een rilling van adrenaline in combinatie met spanning door zijn lichaam heen stromen. Hij kijkt nog een keer naar de zijkant van de baan waar zijn vader vanaf achter het hek naar hem staat te kijken. Zijn vader zwaait kort naar hem. Dat geeft hem net dat beetje vertrouwen wat hij nog miste. Nu weet hij het zeker, hij gaat dit gewoon doen.

Hij doet het vizier van zijn helm naar beneden. Met zijn rechtervoet drukt hij het gaspedaal in. De rode kart gaat met een rotgang naar voren. Door de hoge snelheid voelt Daniël dat het zwaar is om het stuur heen en weer te krijgen. In de eerste bocht schrikt Daniël van de kracht die hij moet leveren om genoeg snelheid te verminderen. De kart komt bijna in het stukje gras naast de baan terecht. Zijn hartslag, die al hoog was, gaat nog even wat verder omhoog. “Dat ging maar net goed”, denkt hij.

Tientallen rondjes later ziet Daniël vanuit zijn ooghoek dat zijn vader weer richting de pitstraat gaat. Hij maakt rustig het rondje waar hij mee bezig is af en draait daarna in één vloeiende beweging de pitstraat in. Hij krijgt een hand van zijn trotse vader waardoor hij uit de kart kan stappen. Als hij er eenmaal uit is kickt het ook bij hem in dat zijn kartcarrière vandaag officieel van start gegaan is. Terwijl hij samen met zijn vader weer terugloopt naar de witte bus waarmee ze naar de kartbaan gereden zijn ervaart Daniël toch even een soort kippenvel momentje. De twinkeling die eerder al in zijn ogen te zien was, is alleen maar meer geworden.

Een paar jaar later keert de iets minder jonge Daniël voor de zoveelste keer terug naar de kartbaan in Oss. Ondertussen heeft hij heel wat kilometers afgelegd op verschillende kartbanen en in verschillende karts. Vandaag is hij samen met zijn oom en zijn teambaas met de witte bus van enkele jaren geleden weer naar de kartbaan gereisd. Op de overvolle parkeerplaats wordt na een tijdje zoeken een geschikte plek gevonden voor de bus. Tussen een paarse Kia Picanto en een grijzige Hyundai is nét genoeg plek voor de witte kartbus van Daniël. Net zo trots als de vorige keer zit Daniël nu in het midden vooraan in de bus. Links van hem zit zijn oom en rechts van hem zijn teambaas.

Bij het uitladen van de bus valt Daniël meteen iets op: er staan twee karts in de bus in plaats van alleen die van hem. Allereerst wordt zijn rode kart uit de bus gehaald en op een karretje op wieltjes gezet. Daarna volgt de andere kart. Deze is lichtblauw met witte accenten. Ook deze kart wordt op eenzelfde soort karretje gezet. Wanneer alles uit de bus gehaald is lopen de drie mannen, waaronder de kleine Daniël, samen met de twee karts richting de pitstraat.

Zijn oom zet de rode kart voor hem klaar in de pitstraat. Daniël loopt daar in zijn kartpak, dat nu wel de juiste maat is, heen. Het rode autootje racet weer over de baan heen. Op een gegeven moment ziet Daniël zijn teambaas seinen dat hij van de baan af moet komen. Na het rondje, met alle bochten die daarbij horen, af te hebben gemaakt komt Daniël richting de pitstraat. Zijn gezicht staat op onweer en boos stapt Daniël uit zijn kart.

De oom van Daniël komt vlug zijn kant op om hem te kalmeren. Even later komt zijn teambaas met een grote glimlach op zijn gezicht met het karretje waar de blauwwitte kart op staat aanlopen. “Kom op niet zo boos, het is tijd voor een stapje hoger, een schakelkart!”

Het verschil tussen een automatische en een schakelkart is dat je bij een automatische alleen hoeft te sturen, remmen en gassen. Bij een schakelkart moet je ook zelf regelen in welke versnelling je rijdt. Daardoor is het ingewikkelder.

Al snel volgt er een deja-vu voor Daniël. De glimmende blauwwitte kart, met op de zijkanten stickers met de naam “Daniël Tenback” wordt in de pitstraat voor hem klaargezet. Hij neemt er plaats en als hij naar de pedalen bij zijn voeten kijkt merkt hij dat er aan de achterkant van zijn stuur een extra hendel zit. Zijn teambaas komt naast hem staan en wijst naar de hendel. “Naar je toe is op-, van je af is terugschakelen”. De rest is nu anno 2023 verleden tijd. In 2020 doet Daniël voor de eerste keer mee aan het Nederlands Kampioenschap KZ2, waar hij tweede wordt.

Op zondag acht oktober 2023 is het weer zo ver voor Daniël, zijn wekker gaat extra vroeg, om 5 over 5. Hij wrijft in zijn ogen en drukt snel zijn wekker uit. Hij stapt uit bed en begint meteen met het pakken van de laatste spullen. Daarna stapt hij, nadat hij snel een schaaltje yoghurt naar binnen heeft gewerkt, zijn grijze Volkswagen Golf in. Hij rijdt naar de verzamelplek van vandaag. Als hij daar aankomt ziet hij dat zijn teamgenoten er al staan. Een grijze bus staat op de parkeerplaats. Mark, de monteur van Daniël, komt even later met de witte bus waar zijn kart in staat aanrijden. Als iedereen aanwezig is gaan ze met z’n alle op weg naar het Circuit Berghem.

Na een rit van ongeveer anderhalf uur komen Daniël en Mark langs een bordje langs de weg waarop staat “Kartbaan Berghem 500m” daaronder staat een pijl naar rechts. Ondertussen kent Daniël de weg naar deze kartbaan nagenoeg helemaal uit zijn hoofd, maar hij begint toch altijd weer te stralen als hij dat bordje voorbij ziet komen. Er komt meteen lichtjes een glimlach op zijn gezicht.

Op het terrein rondom de kartbaan staan allemaal vrachtwagens en bussen vol met verschillende karts. Elk team heeft zijn eigen tent met daarin alle benodigdheden om aanpassingen te doen aan de karts. Het team van Daniël weet een plekje aan de linkerkant van de ingang van de kartbaan te bemachtigen. De bussen van het team worden neergezet, met precies genoeg ruimte ertussen om een tent op te zetten. In die tent komen de karts op de rolkarretjes te staan. Indien nodig kunnen er dan nog de laatste dingetjes worden aangepast voordat er geracet gaat worden. In het midden van de tent, op de paal die het dak omhoog houdt, hangt een A4tje met daarop de planning van de dag.

Er staan een aantal belangrijke races op de planning voor Daniël. De dag begint met een vrije training waarbij alle coureurs kennis kunnen maken met de omstandigheden van de baan. Daarna begint het echte werk. Als eerst is er de kwalificatie waarbij de karter met de snelste tijd de pole-position veilig stelt voor de Pre-finale. Tijdens de Pre-finale moeten de coureurs in vijftien rondes proberen als eerste over de finish te komen. Aan het einde van de dag is de ‘echte’ finale. Tijdens deze race worden er negentien rondes gereden. De top drie krijgt tijdens de prijsuitreiking een prijs mee naar huis.

Het is tijd voor Daniël om richting de baan te gaan voor het begin van de race. Zijn blauwe Ricciardo-kart met het nummer 223 staat op een wankel, vies karretje met wieltjes. De voorbumper is nog niet gemonteerd. Dat wordt pas net voor de race gedaan. Samen met zijn monteur duwt Daniël het karretje richting de kartbaan. De weg naar de kartbaan bestaat uit een zandpad met kleine steentjes waardoor het karretje alle kanten op wiebelt.

In zijn wit met licht blauwe raceoverall en oranje helm valt hij goed op tussen de rest van de deelnemers. Hij racet met nummer 223, het geluksnummer van zijn opa. Dat nummer is altijd in de familie blijven hangen. Zijn opa was zijn grootste fan, hij heeft daarom speciaal voor dat nummer gekozen omdat hij het een mooi idee vindt dat zijn opa er zo ook iedere wedstrijd bij is.

Als Daniël en zijn monteur door de hekken van de pitstraat gegaan zijn, is het nog een paar minuten wachten voordat hij de baan op mag. Alle karters gaan in hun kart zitten en vormen een lange rij. Daniël zet zijn helm op en zijn monteur komt nog even naast hem zitten om de laatste aanwijzingen te geven. De karters krijgen het seintje dat ze de baan op mogen en één voor één komen de gekleurde karts de baan op gereden.

Vanaf de zijkant van de baan staan de vader en de oom van Daniël gespannen te kijken. Ze staan zowat met hun gezicht in het hek. Ze proberen iedere seconde van de race mee te krijgen. Zo nu en dan klinkt er een opmerking over een actie op de baan. Het is een erg spannende race tussen Daniël en zijn concurrent Quinn Winkel. Elke ronde schieten de ogen van de familieleden van Daniël naar het zwarte scorebord in het midden van de kartbaan.
“45.682” seconden staat er achter het nummer 223. Zou het genoeg zijn?

Iemand van de organisatie zwaait met de vlag die aangeeft dat het de laatste ronde is. De vader van Daniël houdt het bijna niet meer. Op de baan hangt het er echt om, nog een keer kunnen de karters een nieuwe, verbeterde tijd neer proberen te zetten. Quinn Winkel komt als laatste karter over de finishstreep. “45.685” verschijnt er achter het nummer van Winkel. Een verschil van 3 duizendste van een seconde in het voordeel van Daniël. Een moment van blijheid en opluchting volgt. Het is hem gelukt. Pole-position.

Tussen de verschillende races zit wachttijd. In die tijd is het een drukte van belang rondom Daniëls kart. Zijn monteur en de man die zijn motor regelt, Helmut, doen nog kleine aanpassingen aan de kart. “Er moet nog even wat aangepast worden aan de koppeling, die verloopt nu wat te stroef”. Tijdens het wachten krijgt Daniël tips en tricks van zijn oom en zijn vader. Zijn oom neemt hem even mee naar een rustig plekje op de baan, een eindje van de tent met karts af. Op die manier luistert hij namelijk wel écht volgens zijn oma.

Beginnen vanaf de pole-position brengt toch de nodige druk met zich mee. Voordat hij met zijn monteur richting de kartbaan moet neemt Daniël even een momentje voor zichzelf, om zich goed te kunnen focussen. Dat doet hij door even zijn rust te pakken en in een hoek van de tent te gaan zitten. Hij zit te wiebelen op de stoel, en beweegt veel met zijn voet op en neer. Als het tijd is om te gaan racen wenst zijn familie hem succes toe. Ze staan allemaal te kijken langs de baan. Vanaf de plek achter het hek hebben ze perfect zicht op de finishstreep waar de karters keer op keer met hoge snelheid langs komen. Soms vliegen er zelfs stukjes rubber door de lucht als de rijders te ver met hun banden van het asfalt af gaan.

De coureurs staan allemaal opgesteld, klaar voor het startsignaal. Daniël neemt nog even goed adem en na het startsignaal trapt hij het gaspedaal in. Op dat moment merkt Daniël dat er iets niet helemaal gaat zoals het hoort. Hij kijkt kort naar beneden en merkt dat zijn koppeling niet helemaal werkt zoals hij wil. Tijd om daarbij stil te staan is er niet. Hij is teruggezakt naar een vijfde positie en moet hard aan de bak. Al snel lukt het hem de vierde positie te veroveren. Iets later weet hij ook het gat met de nummer drie te dichtten. Na een aantal ronden op de vierde plaats te hebben gereden gaat er iets mis tussen de nummer twee en drie. Ze raken elkaar met de wielen waardoor ze de controle over het stuur kwijtraken. Eén van de karters raakt zelfs van de baan af. Hierdoor weet Daniël op te schuiven naar de tweede positie.

Na afloop van de race komt Daniël met een rood bezweet gezicht maar erg opgelucht terug naar de tent waar de rest van zijn team zit. Helmut doet nog wat laatste aanpassingen aan de kart. Dan is het tijd om voor de laatste keer dit weekend met de kart richting de baan te gaan. Mark rolt het karretje met de kart weer richting de pitstraat terwijl Daniël er met een strakke blik achteraan loopt.

De laatste race van de dag start Daniël vanaf plek 2. Dat betekent dat de startpositie van de nummer vier precies achter hem is. Jeffrey Fikse start vanaf die positie. Het valt van Daniëls gezicht af te lezen dat hij daar niet blij mee is. Hij oogt wat gespannen. Dit komt door een eerder incident tussen Fikse en Daniël.

Tijdens een race duwt Jeffrey Daniël met veel geweld aan de kant waardoor hij met zijn kart in de zijkant van Daniëls kart belandt. Daardoor raakt hij met hoge snelheid buiten de baan.
De race daarna ligt Daniël voor Fikse. Met nog twee rondes te gaan kiest Daniël ervoor om zijn positie te verdedigen. Dat verdedigen doet hij op een agressieve manier. Bij de finish komt Fikse boos naar Daniël toe, terwijl Daniël nog steeds in zijn kart zit. Er volgt een hevige ruzie dat ertoe leidt dat Fikse Daniël een klap geeft.

De ruzie is nooit uitgesproken waardoor er nog altijd een soort spanning hangt tussen de twee. Ze lopen straal langs elkaar heen als ze elkaar tegenkomen, en er kan geen hand of felicitatie vanaf. Met Fikse achter Daniël in de startopstelling maakt Daniëls familie, met name zijn oma, zich zorgen over mogelijke crashes veroorzaakt door Fikse.

De wedstrijd gaat van start. Daniël voelt zijn hartslag sneller kloppen. Dit is het moment waar het moet gebeuren, en dat weet hij. Hij kijkt nog snel even naar links, waar zijn concurrent Quinn Winkel op de pole-position staat. Dan richt hij zijn aandacht op het grijze asfalt dat voor hem ligt. Na het startsignaal schiet hij uit de startblokken. Door deze geweldige start weet hij de koppositie over te nemen. Zijn familie, en met name zijn vader en zijn oom, staan tegen het hek aangeplakt. Iedere bocht en iedere beweging die Daniël maakt wordt opgepikt. Zijn vader straalt van trots als hij Daniël over de baan ziet schieten.

Daniël houdt de eerste plek een goede twee rondes vast. Helaas schakelt hij in een bocht, zonder dat hij erbij nadenkt, naar de zesde versnelling terwijl dat helemaal niet nodig was. Een paar seconden nadat hij zijn fout doorheeft, is het al te laat. In zijn ooghoek ziet hij plots de voorkant van de kart van Quinn verschijnen. Erg veel tijd om na te denken heeft hij niet. Hij moet kiezen: of hem er langs laten en de tweede plek veilig stellen, of verdedigen met het gevaar uit de race te liggen. Hij kiest voor het eerste. Dat is nog niet zo een, twee, drie gedaan. Achter hem rijdt Fikse. In de top drie is het een heuse strijd. Het ene moment komt Daniël dichterbij Quinn, het andere moment moet Daniël verdedigen om ervoor te zorgen dat hij Fikse voorblijft. Na achttien rondes te hebben gestreden, is de finish bijna in zicht. Daniël geeft de laatste ronde nog een keer alles wat hij heeft, en uiteindelijk komt hij zeer tevreden als tweede over de finish.

Zijn familie is enorm trots op hem. Hij heeft alles gegeven en meer zat er dit weekend helaas niet in. Daniëls vader en oom staan met tranen in hun ogen. Ook al zeggen ze het hem niet altijd, ze zijn hartstikke trots op Daniël.

Het is tijd voor de prijsuitreiking van de dag en Daniël kan zijn geluk niet op als hij naar het podium geroepen wordt. “Op de tweede plek met nummer 223, Daniël Tenback!” klinkt het luid over de baan. Met een grote glimlach en een zichtbare twinkeling in zijn ogen stapt Daniël het podium op. Hij krijgt een mooie beker en er klinkt luid applaus. Zo trots als een pauw kijkt hij om zich heen. Hier doet hij het allemaal voor.

Over de auteur

Isabel van Avezaath

Isabel van Avezaath houdt zich altijd bezig met het nieuws en alles wat daarmee te maken heeft. Voordat ze de opleiding Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht ging volgen heeft ze haar havo diploma gehaald op het Huygens College in Heerhugowaard. Haar interesse ligt vooral bij de sport, maar andere onderwerpen spreken haar ook erg aan. Dat wil je niet missen!