Bij Restaurant Saya aan het stadsstrand in Veenendaal wordt traditioneel Balinees gekookt. En al hoewel ze de Nederlandse sfeer erin houden door de borrelplanken, komen de exotische smaken naar voren.
Bij binnenkomst is de Balinese sfeer gelijk te voelen: veel licht door de grote open ramen, lichte houten meubelen met riet en lotusbloemen op de muur geschilderd. Je loopt gelijk tegen de open keuken aan waar een Big Green Egg centraal in het midden staat. Aan de rechterkant is ook de lange bar te vinden, waar eigenaresse Sanne Grift de gasten met een brede glimlach verwelkomt.
Veel tafels zijn er niet, daarom hebben de plekken om plaats te nemen veel ruimte erom heen. Fijn, zo hoor je de gesprekken van je buren niet. Vandaar de naam Saya, dat in het Balinees ‘ik’ betekent. Volgens eigenaresse Sanne Grift is dat de uitstraling die ze mee wil geven. Een momentje voor jezelf en je metgezel.
Eenmaal aan de tafel wordt er om drinken gevraagd. Wanneer ik cappuccino bestel, wordt de roze Saya cappuccino voorgesteld. De roze kleur komt van de rode biet, die je overigens niet echt proeft. Verder bestaat de koffie uit espresso, volle melk, vanille-extract en een vleugje kardemom. Een verassende smaak en combinatie, uniek in Veenendaal. In deze cappuccino komt de westerse koffie samen met oosterse smaken.
Tijd om lang bij deze koffie stil te staan is er niet, want de eigenaresse komt al snel langs voor de volgende bestelling. Naast kleine hapjes, zoete lekkernijen, smoothie bowls en broodjes met onder andere Rendang en Ayam Goreng, biedt Restaurant Saya ook sharing plates en Saya specials aan. Dat laatste klinkt aanlokkelijk. Alleen bestaat de special uit een simpele patatje rendang en een saté. Dit kan een fijne en makkelijk gerecht zijn om kennis te maken met de Indonesische keuken, maar wat simpel. Zowel voor de uitstraling van het restaurant, als voor een lunch. Wij gaan dus toch maar voor de sharing plate ‘een plank vol’ om van alles uit te kunnen proberen.
Op de plank zitten verschillende hapjes en twee stoomgerechtjes, geserveert in een stoommandje. De loempia’s zijn lekker, maar niet verassend. De combinatie van een rendang kroketje geserveerd met truffelmayonaise is goed. Alhoewel het kroketje nog wel mild van smaak is (de rendang – kokos en peper – ontploft niet in je mond) is het een prima combinatie met de truffelmayonaise. Alleen ligt de verwachting iets hoger van een Balinees tentje.
Om de verschillende smaken weg te spoelen en neutraal te genieten van de volgende, besluiten we een glas witte wijn te bestellen. Veel keuze is er niet: enkel een zoete- en een droge witte wijn, rosé en rood. De volle en vette smaak van de Chardonnay doet ons goed. Precies wat zo’n glas moet doen.
De volgende op de plank zijn de tempura garnalen. Simpel en makkelijk te bereiden, maar toch was het de verfrissende afwisseling die wij nodig hebben: een krokant laagje van de tempura, met een iets zoute garnaal. Een tempura garnaal heeft niet meer nodig dan dit. Vervolgens is de bao bun met sticky varkenshaas aan de beurt. Alhoewel de presentatie in het mandje er aantrekkelijk uitziet, is het een lichte tegenvaller. De vulling – de varkenshaas – is nihil en met die reden overheerst het plakkerige gestoomde bun.
Daaropvolgend is de sticky rice, om daarna af te sluiten met de zoetigheden. De naam zegt het al: het is plakkerig. De binnenkant is gevuld met kip in een kerrie sausje. Omdat de rijst zacht is, loopt de binnenkant eruit wanneer je met je mes het in degelijke stukjes snijdt. Daarbij blijft het ook goed aan je gehemelte plakken, waardoor praten en eten niet mogelijk is. De smaak van de zoete, maar laffe rijst overheerst. Hierdoor valt de smaak van de kip met kerrie en kokos weg en moet je goed je best doen dit te proeven.
Als afsluiter zijn de zoete gerechten op de plank aan de beurt. De pandancake is niet te missen De gifgroene kleur vanbinnen springt uit de plank, met de buitenlaag van de cake iets aan de bruine kant. Het is een luchtig en zoete combinatie, wat een fijne toevoeging is op de plank. Na wat zoute tegenvallers is dit een zoet gerechtje waar je wel meer van op kan.
Geserveerd in een soeplepeltje staat de crème bulee. Dit gerecht hoort niet helemaal thuis op de plank. Het is een westers dessert en we laten ons liever verassen door een oosters afsluiter in een restaurant waar de strandsferen er vanaf spatten. De bovenlaag is niet heel knapperig en hard, dus met je lepel door de bovenlaag heen breken gaat niet. Ook is de crème een beetje waterig. Jammer. Als afsluiter neem ik een stukje spekkoek. De combinatie van witte suiker en bruine suiker is sterk te proeven. Ook de cake is lichtelijk plakkerig, iets waar de spekkoek om bekend staat. Onmisbaar dus.
Ondanks dat de ‘sharing plate’ een lichte tegenvaller is, zit het geheim van restaurant Saya hem ergens anders in: de sfeer is uniek in Veenendaal. Het is net even wat anders dan de vele café en brasseries waar je plaats kan nemen voor een simpel broodje. Het personeel is ontzettend uitnodigend en weet op gepaste wijze te vragen of alles naar wens is. De eigenaresse maakt op het einde graag een persoonlijk praatje, wat zorgt voor een fijne afsluiter omdat we ons gezien voelen. Met de plank onderscheidt Restaurant Saya zich niet, maar met de Balinese sfeer en het huiselijke gevoel wel. Binnenkort opent het restaurant de deuren ook voor het diner, hopelijk laten ze hier meer van hun kracht zien en durven ze zich te onderscheiden.