Zowel volwassenen als kinderen brengen steeds meer tijd door achter een beeldscherm. Ook steeds meer kinderen krijgen op jongere leeftijd eigen media-apparaten. Dit kan verschillende gevolgen hebben, maar hoe zit het met de sociale gevolgen? Ontwikkelen kinderen steeds minder sociale vaardigheden omdat het beeldschermgebruik toeneemt?
De sociale ontwikkeling van een kind
De sociale ontwikkeling van kinderen vindt plaats door contact met volwassenen en leeftijdsgenoten buitenshuis. Dit helpt hen om zichzelf beter te leren kennen, empathie te ontwikkelen, conflicten op te lossen en sociale normen en waarden te begrijpen. “Sociale vaardigheid is heel erg ingewikkeld en moet worden verworven via het opdoen van veel ervaringen en die ervaringen kosten veel tijd. Als je al die tijd die je hebt achter je schermpje zit, maak je eigenlijk te weinig vlieguren in een gewone mensenwereld”, vertelt Steven Pont, ontwikkelingspsycholoog, gezinstherapeut en auteur.
Een belangrijke voorwaarde voor een goede sociaal-emotionele ontwikkeling is dat kinderen zich emotioneel veilig voelen, wat kan worden bevorderd door warme en ondersteunende interacties. In de eerste helft van de schoolleeftijd vormen kinderen vooral vriendschappen in groepsverband en hechten ze veel belang aan sociale acceptatie. Naarmate ze ouder worden, verschuift dit naar intensievere vriendschappen, ondersteund door moderne communicatiemiddelen zoals briefjes, e-mails, sms’jes, telefoongesprekken en sociale media.
Sociale ontwikkeling begint al op jonge leeftijd, waarbij baby’s gezichten kunnen onderscheiden en reageren op geluiden en kleuters een besef van een eigen identiteit ontwikkelen en empathie en zelfbeheersing leren.
Steven Pont geeft hierbij het volgende voorbeeld: “Hoe ga je om met teleurstellingen in het fysieke leven? Hoe ga je om met iemand als hij/zij iets anders wil dan jij? Als er iets in een game gebeurt wat je niet wilt dan doe je de game uit of je start een nieuwe game. Maar zo werkt dat niet in de fysieke wereld. We zien nu dat jonge kinderen dat dus steeds minder ontwikkelen, dus steeds minder kinderen weten hoe ze daar mee om moeten gaan. Dat wordt wel erg gevaar.”
Voor kinderen tussen 7 en 10 jaar worden vriendschappen steeds belangrijker, maar dit gaat soms gepaard met uitdagingen zoals buitensluiting en pesten. Bij 10 tot 12-jarigen spelen groepsprocessen een grote rol en ontstaan er vaste groepen met specifieke groepsregels. De puberteit brengt hormonale en sociaal-emotionele veranderingen met zich mee. Tegenwoordig hebben kinderen minder contact met buurtgenoten en andere volwassenen, wat kan leiden tot sociale armoede en negatieve gevolgen voor hun sociale ontwikkeling.
Voor kinderen die meer sociale interactie na schooltijd kunnen gebruiken bestaat de organisatie Schoolmaatjes. Bekijk hieronder de video om te zien wat de organisatie precies inhoudt, wat zij allemaal doen en om de ervaringen van leden te horen.
[aesop_video src=”youtube” id=”_pKtpjglmWg” align=”center” disable_for_mobile=”on” loop=”on” controls=”on” mute=”off” autoplay=”off” viewstart=”off” viewend=”off” show_subtitles=”off” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]
Leeftijd en aantal uur op een beeldscherm
Volgens onderzoek van de Nederlandse Jeugdinsituut is de aanbevolen schermtijd voor kinderen van 0 tot 5 jaar is beperkt, omdat baby’s geen beeldschermen nodig hebben voor hun ontwikkeling en overmatig schermgebruik kan leiden tot overprikkeling en oogproblemen. Voor baby’s en kinderen van 0 tot 2 jaar wordt geadviseerd om schermtijd te beperken en meer tijd te besteden aan spelen en sociaal contact. De aanbevolen schermtijd neemt toe naarmate kinderen ouder worden, met maximaal 30 minuten per dag voor kinderen van 2 tot 4 jaar, 1 uur per dag voor kinderen van 6 tot 8 jaar, 1-1,5 uur per dag voor kinderen van 8 tot 10 jaar en maximaal 2 uur per dag voor kinderen van 10 tot 12 jaar. Steven Pont bevestigd deze aantallen.
In de praktijk overschrijden kinderen vaak de aanbevolen schermtijd. Het gebruik van media is in de loop der jaren toegenomen, vooral bij jonge kinderen als gevolg van de opkomst van smartphones en tablets. Het gebruik van televisie, computers/laptops en gameconsoles is echter afgenomen. In vergelijking met de aanbevelingen worden alle leeftijdsgroepen van kinderen veel meer blootgesteld aan schermtijd. Het gebruik van media-apparaten zoals smartphones en tablets is sterk gestegen. Volgens Steven komt dit ook mede doordat ouders eigenlijk niet goed weten hoe ze dat online gebruiken moeten begrenzen, dus hoe zij de rem zijn van hun kind. “Daar heel duidelijk in zijn, dus bijvoorbeeld zeggen van nou niet langer dan een uur, dat doen ze niet. Dan laten ze dat lopen omdat het ook lekker rustig is voor hunzelf.” De grafiek hieronder laat zien dat voor kinderen van 0 tot 6 jaar de totale gemiddelde tijd besteed aan media per dag met ongeveer 15 minuten toegenomen in vergelijking met 2012. Voor kinderen van 7 tot 12 jaar neemt het gamen en gebruik van sociale media toe naarmate ze ouder worden, terwijl andere vormen van mediaconsumptie redelijk stabiel blijven.
Aantal minuten dat kinderen aan media hebben besteed in 2012 en 2018
Bron: Iene Miene Media
Media-apparaten in bezit
Een onderzoek van Nikken uit 2019 laat zien dat het mediagebruik in Nederlandse huishoudens tussen 2012 en 2018 is veranderd. Hoewel het bezit van televisies en computers/laptops redelijk stabiel is gebleven, zijn dvd- en Blu-ray-spelers en gameconsoles minder populair geworden. Daarentegen is er een duidelijke groei in het bezit van smartphones, e-readers en vooral tablets. Elk gezin met jonge kinderen heeft tegenwoordig smartphones en ongeveer 1 op de 5 huishoudens heeft een e-reader. Minstens 80% van de gezinnen met jonge kinderen heeft een tablet in huis. Het eigen bezit van media onder kinderen van 0 tot 6 jaar is ook toegenomen, met uitzondering van televisies en gameconsoles die recentelijk weer populairder zijn geworden. Kinderen gebruiken nu meer zelfstandig media dan 6 jaar geleden. Naarmate kinderen ouder worden, hebben ze vaker media-apparaten in hun slaapkamer en dan met name smartphones. “Dat er meer media-apparaten in huis zijn is gewoon de tijd van nu, maar ouders moeten hierin de rem voor hun kind zijn, want kinderen hebben zelf nog onvolvoldoende rem. Ik vergelijk het altijd met een snoeppot. Als je een snoeppot op tafel zet laat je kinderen ook niet hun eigen gang gaan”, aldus Pont. Ongeveer 5% van de kinderen heeft problematisch internetgebruik, waarbij te veel tijd achter het scherm wordt doorgebracht. Dit laat een onderzoek van Van Der Ploeg uit 2018 zien.
Gevolgen beeldschermgebruik
In Nederland speelt 53% van de kinderen in hun vrije tijd vaker binnen dan buiten (Iyer et al., 2021). Dit heeft negatieve gevolgen voor hun gezondheid op zowel korte als lange termijn. Volgens het onderzoek van Italian Journal of Pediatrics kunnen dit heel veel verschillende gevolgen hebben zoals slaapproblemen, overgewicht, rug- en nekklachten, bijziendheid, antisociaal gedrag, aandachtsproblemen en een langzamere taalontwikkeling. Overmatig gebruik van beeldschermen, met name bij jonge kinderen, en een disbalans tussen beeldschermgebruik en andere activiteiten kunnen deze problemen verergeren. Naarmate kinderen ouder worden, neemt het gebruik van social media toe, wat risico’s met zich kan meebrengen zoals (cyber)pesten en een verminderde sociale interactie. Daarnaast kunnen beeldschermen leiden tot eenzaamheid, depressie en confrontaties met schadelijke inhoud. Sedentair gedrag, waaronder veel beeldschermgebruik, wordt ook geassocieerd met overgewicht en bijziendheid bij kinderen. Het gebruik van beeldschermen heeft ook effect op de fysieke gezondheid, zoals verminderde aerobe fitheid en problemen met het steun- en bewegingsapparaat. Multitasken, vooral tijdens het leren, heeft negatieve gevolgen voor de academische prestaties van kinderen en jongeren. Bovendien kan overmatig schermgebruik de slaapduur verkorten en slaapproblemen veroorzaken (Toelen, 2015).
Zeker aan het eind van de bovenbouw zijn WhatsApp, Facebook en Instagram populair. Het voordeel van deze applicaties is dat ze kinderen de gelegenheid geven om samen te werken en de wereld te exploreren. Televisie van hoge kwaliteit als Klokhuis en Jeugdjournaal en op kinderen afgestemde soaps helpen kinderen om een kritische houding aan te nemen ten opzichte van allerlei thema’s en om empathie te ontwikkelen voor minderheden. Risico’s van mediagebruik bij schoolkinderen hangen vooral samen met de wijze waarop ze bepaalde inhoud gebruiken. Jongere schoolkinderen hebben nog beperkte cognitieve vaardigheden en kunnen hun emoties nog niet altijd goed reguleren. Daardoor kunnen aangrijpende beelden, zelfs als het fictie betreft, veel indruk maken en tot angsten leiden, en ook tot nachtmerries en slecht slapen blijkt uit onderzoek van Ajnjeugdartsen.
Het internetgebruik kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben voor de sociale ontwikkeling. Het internet biedt de mogelijkheid tot communicatie en contact met anderen, wat de sociale ontwikkeling kan bevorderen. Kinderen kunnen via e-mails en chatten met bestaande vrienden en kennissen communiceren, waardoor hun bestaande contacten en relaties worden verdiept en aangevuld. Dit draagt bij aan de sociale ontwikkeling. Pont: “Voor een gedeelte leer je sociale vaardigheden ook aan via gemeenschappelijke gamen, dus bijvoorbeeld samen met je vrienden.” Als het communiceren via het internet niet leidt tot gewenste relaties kan dat frustraties veroorzaken en overmatig internetgebruik kan leiden tot een internetverslaving. “In een game heb je al snel dat je punten kunt verdienen of levels hebt. Dat is niet zomaar bedacht. Op die manier loop je het gevaar dat je er helemaal ingezogen wordt, omdat kinderen graag het volgende level willen halen”, aldus Pont. Volgens hoogleraar mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit en lector Jeugd en media bij Windesheim, Peter Nikken, is de schermtijd op zichzelf niet het belangrijkste, maar wel wat het kind doet op media. Ouders hoeven zich dus geen zorgen te maken over de schermtijd, zolang andere aspecten in het leven van het kind in balans zijn, zoals voldoende slaap, buiten spelen, schoolprestaties en contact met leeftijdsgenoten.