Studenten lenen vaker en meer sinds invoering leenstelsel

Studenten lenen vaker en meer sinds invoering leenstelsel

Foto: Pepijn van Wezenberg

Het aantal studenten dat leent bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de afgelopen tien jaar fors toegenomen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ook het geleende bedrag wordt steeds hoger. Waar de totale studieschuld in 2011 nog 9,5 miljard euro bedroeg, was dat in 2019 meer dan verdubbeld tot 19,3 miljard.

De toename van het aantal studenten dat tevens een hoger bedrag leent, valt deels te verklaren door de invoering van het leenstelsel in 2015. Sinds september van dat jaar is de basisbeurs komen te vervallen, waardoor in principe alle studenten op een hbo- en universitaire opleiding het geleende geld tijdens hun studie moeten terugbetalen. Voor het aflossen van de schuld krijgen mensen 35 jaar de tijd. Daarbij hangt het maandelijks terug te storten bedrag af van het salaris dat iemand verdient.

“Tijdens je studie kan je al zien wat je schuldopbouw is en wat je misschien maandelijks moet terugbetalen”, legt Tea Jonkman, woordvoerder bij DUO, uit. “Maar hoe iemand het beste kan aflossen, is afhankelijk van zijn of haar persoonlijke situatie. In ieder geval raden we studenten aan om bij het aanvragen van de lening na te denken over wat wel en niet nodig is. Hierdoor komen ze later niet voor verrassingen te staan.”

Toch moeten studenten sinds het wegvallen van de basisbeurs in 2015 vaker lenen. Zo waren er in 1994 ongeveer 12,2 duizend studenten van achttien jaar die bij DUO voor een lening aanklopten. Het aantal studenten dat zes jaar later is geboren, in 2000, en op achttienjarige leeftijd leent is bijna drie keer zoveel: 33,8 duizend. Leeftijdsgroepen die volledig onder het nieuwe leenstelsel vallen, lenen dus vaker.

“De nieuwe generatie studenten zit over een paar jaar met een groot probleem”, vermoedt Lisanne de Roos, voorzitter van de het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), de grootste landelijke studentenorganisatie van Nederland. “Ze moeten een gigantisch bedrag terugbetalen wat nu al leidt tot financiële stress. De prestatiedruk die ze voelen is ontzettend toegenomen.”

Doordat studenten meer en vaker zijn gaan lenen, is ook de gemiddelde studieschuld fors toegenomen. Vooral in de leeftijdsgroep van 20 tot 25 jaar, die net op de grens van de invoering van het leenstelsel bivakkeert, is de stijging duidelijk zichtbaar. In 2014, een jaar voor de komst van het nieuwe stelsel, bedroeg de gemiddelde studieschuld van 20 tot 25-jarigen 7,5 duizend euro. Inmiddels is dit gemiddelde opgelopen tot 10,9 duizend euro.

Diezelfde 20 tot 25-jarigen zijn in 2019 verantwoordelijk voor 33,9 procent van de totale studieschuld in Nederland, terwijl studenten tot 20 jaar 7,4 procent bij elkaar hebben geleend. Doordat dit een kleinere groep betreft die net begint met studeren, is dit aantal relatief laag. Studenten van 20 tot 25 jaar oud studeren al langer, waardoor hun studieschuld hoger is opgelopen.

Tot slot blijkt dat van het aantal studenten dat leent, het merendeel man is. Zij lenen tevens meer dan vrouwen, waardoor hun gemiddeld studieschuld hoger uitvalt: 13,9 duizend euro tegenover 13,4 duizend euro.

De cijfers van het CBS zijn gebaseerd op integrale registraties van DUO. De cijfers lopen tot en met 2019, omdat latere registraties nog niet bekend zijn. Via Adobe Illustrator zijn de gegevens omgezet in bovenstaande grafieken.

Over de auteur