Terwijl het kwik tussen de tien en vijftien graden hangt maken Florian (25) en Dennis (25) een tocht door Utrecht. Zonder bestemming of doel zoals ze bijna elke week doen. Deze keer begint de reis in een restaurant in het centrum.
De twee leerden elkaar kennen tijdens de introdag van de opleiding Journalistiek. Tussen de geparkeerde auto’s liet Dennis de vraag waarom de opleiding is gekozen vallen. Florians ambitie om recensies te schrijven voor het tijdschrift Power Unlimited verraadde gedeelde passies: gaming en schrijven. De rest van de dag blijken nog meer gemeenschappelijke interesses: muziek, taal en tekenen. Rond het middaguur passeerden ze de plek waar ze vandaag weer zitten. Deze week is Dennis ten einde raad.
“Niemand neemt op.” Voor zijn onderzoek is Dennis op zoek naar een specifieke bron waarvan hij vermoedt dat-ie niet eens bestaat. “Zulk onderzoek naar het Gooi is er helemaal niet! Maar het is wel mijn aandeel van het project…” Met zijn hoofd in zijn rechterhand gooit Florian een suggestie de wereld in. “Dan zoom je toch uit? Doe het over Nederland in die tijd.” Dennis werpt zijn handen op en leunt naar achter. Het ogenschijnlijk onkraakbare is opeens- en zomaar- opgelost. “Dan zoom ik uit!” Florian wijkt met ingetrokken nek uit naar rechts terwijl hij lacht, een voor bekenden herkenbaar gebaar. De wolken in het hoofd van Dennis maken plaats voor zonneschijn. Met die openbaring ritst Dennis zijn jas dicht terwijl Florians tas over zijn rechterschouder zwaait.
“Het is zo mooi hoe je er zo nuchter naar kijkt. Het is alsof jij de onzichtbare optie altijd kan zien,” biecht Dennis op terwijl ze een zachtverlicht café binnenlopen. “ook toen je van de muziekschool werd getrapt.” Zijn beschouwende toon nodigt Florian uit om te vertellen hoe dat zo is gekomen. “Ik zet problemen altijd in perspectief.”
Het natuurlijke perspectief
Het is wat Florian betreft nooit een gelopen race. Om uit te leggen hoe hij erin staat, pakt hij er een visueel medium bij. Te midden van beide colas verschijnt een iPad. Het witte tekenvel boort als een zaklamp door de donkere kamer en Florian begint met cirkels tekenen. Florian voelt de vraag van Dennis in zijn nek branden, “wacht maar even, straks is het duidelijk.”
Een rode, dan oranje en uiteindelijk een groene cirkel verschijnen. “Hoe groter de cirkel, hoe belangrijker het is.” Die cirkels zijn de basis van Florians filosofie. “Alles in context van iets anders,” verklaart Florian terwijl Dennis achterover gaat zitten, met zijn ogen gefixeerd op de cirkels. Hij leert dat dit de boomstronktheorie heet.
In het midden schetst Florian de kleine problemen.
Ring 1: “Ik heb al mijn kleingeld laten vallen. Ik tel 4,50, maar ik zweer dat het vijf euro was.” Niet erg: vijftig cent kan hij wel missen.
Ring 2: “Ik kan geen boodschappen meer kopen.” Het probleem wordt groter.
Ring 3: “Ik kan nu niet meer voor mijn familie koken.” Erg: mensen zijn door Florians handelen benadeeld.
Een ruzie in de vriendengroep is natuurlijk niet prettig, maar vergeleken met zijn ontslag bij de muziekopleiding lijkt het een klein probleem. Van school getrapt worden plaatst Florian in een nieuwe, grijze cirkel die groter is dan alle andere cirkels. “Zijn dat je grootste problemen,” raadt Dennis haast verveeld. Het blijkt van niet: Florian zet er vlot het tekstje ‘buiten mijn controle’ in. “Waarom zou ik me er druk over maken als ik er toch niks mee kan?” Deze sobere benadering lijkt te landen bij zijn gezelschap, die met een schuin hoofd naar het plafond kijkt.
De vier pilaren in het leven
Al sinds hij zich kan heugen is Florian bezig om een aantal creatieve vaardigheden te ontwikkelen. Met de talenknobbel van Dennis in zijn achterhoofd, vergelijkt hij het viertal skills dat hij wil ontwikkelen met talen. “De talen waar ik mee bezig ben zijn muziek, tekenen, schrijven en taalvaardigheid.”
Vanuit de ervaring van Dennis is Florian het meest bezig met muziek. Zijn ijzersterke kennis van muziek is tijdens de drie jaar op de muziekschool alleen maar omvangrijker geworden. De kennis die hij opdoet, deelt hij graag met zijn omgeving. Na de les filosofie beginnen de twee te sparren over automations, wanneer Florian plots besluit om het gewoon te laten zien.
Dennis schuift de tablet en de telefoons opzij om plaats te maken voor een laptop. In audiosoftware FL Studio plaatst Florian een aantal noten op de tijdlijn. Hij begint aan zijn uitleg: “je wijst in feite een onzichtbare hand toe aan een knop.” Waar producers van weleer handmatig de schakelaars naar beneden moesten slepen, doet Florian dat met een automation en bevordert hij het programma om de volume steeds zachter te laten klinken. De muisknop is nog niet losgelaten of de melodie vervaagt langzaam in stilte. Het kwartje valt bij Dennis, die met toegeknepen ogen een O-klank tussen zijn lippen laat vallen.
Andere bezoekers van het café kunnen zelfs met een half oor horen dat Florian een professional is, bijvoorbeeld als hij aan Dennis uitlegt wat een low-pass filter is. “Je haalt de hoge geluiden weg: het is net alsof je muziek uit een andere kamer hoort komen. Je hoort alleen de bas en het lage gemompel van de zang.”
Over zijn werk is Florian heel nuchter. Op de vraag van Dennis antwoordt hij: “Ik heb een hele lijst aan ideeën die ik wil uitwerken. Dus zo ben ik er vooral mee bezig.” Zijn albums en illustraties lijken slechts taken op zijn to-do lijst.
Na de demonstratie verdwijnt de computer in Florians tas en uit de diepte verschijnt weer de iPad. De tekenapp Procreate huisvest tientallen tekeningen. Sommigen horen bij Florians grote verhaal Mobius, anderen zijn puur voor de gein gemaakt. Dennis scant de tekeningen terwijl Florian rap naar zijn nieuwste tekening scrollt.
Florian gaat heel gestructureerd te werk en dat laat hij graag aan Dennis zien met een timelapse. De app maakt een opname van het tekenproces. “Dus hier zie je dat ik altijd met een simpel skelet begin,” legt Florian uit. Het skelet bestaat uit lijnen en puntjes. “Dan vul ik de vorm in, kleur ik het in en als laatste-” Dennis onderbreekt hem: “Doe je hier ook altijd die wazige randen erbij?” Op een aparte laag voegt Florian inderdaad de afwerking van de tekening toe. “Soms laat ik het metaal nog glinsteren of laat ik de randen vervagen- daardoor lijkt het alsof het personage er daadwerkelijk staat.”
Mensen om Florian heen zien waarde in zijn werk. Mensen als studievriend Chris. Zij hoefde niet lang na te denken over de ontwerper van haar volgende tatoeage. Zijn reactie: “wat mag het worden, chef?” Zijn tekening van de piraat eindigt op haar bovenbeen.
In een chatreeks met Dennis maakt Chris duidelijk waarom ze Florian de illustratie liet maken. “Ik wilde waardering tonen aan een vriend van wie ik de kunst heel goed vind.” Door samen te werken met Florian kreeg de tatoeage ook een persoonlijke betekenis. Terug in het café zegt Florian tegen Dennis het compliment te kunnen waarderen, maar hij ligt er niet wakker van. “Ik wil dat mijn werk voor zich spreekt.” De tweede lading cola’s worden in stilte op tafel gezet.
Dennis draait zich richting het raam, “wat was ook alweer het plot van Mobius?” Mobius is een verhaal waar Florian op de middelbare school aan is begonnen. Om Dennis een beeld te geven, vergelijkt hij het met de game Mass Effect. “In die game reset het universum zich om de vijftigduizend jaar: alle beschavingen en planeten worden gewist.”
Zo ook in Mobius. De hoofdpersoon Meridian ontdekt dat het universum op resetten staat en om dat te vermijden neemt zelf de heft in handen. “Maar! Onderweg komt ze Shifter tegen! Zijn plan is om het grote kwaad te worden dat de wereld samenbrengt…”
Florian stopt en trekt zijn wenkbrauwen omhoog. Hij slaat een geringd schrift open en begint daarin te schrijven. Uit gewoonte scant Dennis de andere klanten voordat hij verdwaalt in een dagdroom.
De klok slaat acht. Zonder het van elkaar te weten moeten beide heren richting huis vertrekken. Dennis, met laaghangende ogen, had vanochtend vroeg les. Florian, met zijn wenkbrauwen strak naar beneden, moet morgenvroeg werken. “Zullen we zo gaan,” vraagt Dennis. De hoes van de iPad klapt dicht.
Zware tegenwind
Ze lopen langs het water als ze worden geblindeerd door de zon. Het licht is afkomstig van kantoorgebouw Molenburg. “Zie je dat gebouw daar?” vraagt Florian. “Ja, wat is ermee,” stelt Dennis monotoon.
“Daar is besloten dat ik van school moest.”
“Zit hier het bestuur ofzo?”
Daar zit weldegelijk het bestuur, namelijk het College van Bestuur van de Hogeschool voor de Kunsten.
“In november was het opeens zo van ‘ja, klaar.’”
“Dat is fucked up.”
“Zo kun je het ook stellen. Well, niks meer aan te doen.”
Florians opgehaalde schouders verrassen Dennis, “doet het niets met je?”
“Het is natuurlijk niet nice, maar wat kun je eraan doen, hè.”
Ondanks zijn ogenschijnlijke apathie, blikt Florian terug op waar het allemaal is begonnen. “Ik was op Den Haag Centraal, helemaal ready om die dag te presenteren,” hij wrijft zich in zijn handen. “Ik dacht yes, dit gaat nice worden.” Hij liep met de borst vooruit over het station. “En toen, eh, ja.” Toen zijn ogen op de NS-borden vielen, kwam de stoom uit Florians oren.
Het hele treinnetwerk lag plat.
“En for some reason was dit zo’n presentatie die fysiek moest” vertelt Florian. Dennis schudt zijn gebukte hoofd en loopt bijna tegen een paal aan.
Florian liet zich niet kennen. Emails naar zijn begeleider, zijn decaan en het College van Bestuur vliegen de deur uit. “Kan het op een ander moment?” “Kan het desnoods online?” Het bestuur hoeft het niet te horen: de deur is dichtgesmeten. “Ironisch genoeg heb ik nu meer motivatie om muziek te maken, dat is wel grappig” lijkt Florian zichzelf gerust te stellen.
“Ironisch genoeg heb ik nu meer motivatie om muziek te maken, dat is wel grappig.”
Florians inzet is tot nu toe weinig vruchtzaam geweest, maar er zijn meer wegen naar Rome. Onderweg terug naar het station legt Florian zijn nieuwe plan voor. Voor CoolBlue bezorgen terwijl hij zich- zelfstandig- verder ontwikkelt als muzikant en illustrator en de wereld van Mobius verder uitbreidt. “In ieder geval tot het einde van de zomer.” Dennis vermoedt dat hij in september gaat studeren, maar gaat er vanuit dat Florian in zijn uitleg vanzelf gaat vertellen wat precies.
Het volgende hoofdstuk
Er hangen nog veel vijgen in de boom van Florians leven. Nadat ze op een vierzit plaatsnemen blikt Florian op de toekomst vooruit: “ik heb altijd skills die ik nog kan verkennen.” Hij verklapt dat de volgende uitdaging in Leiden ligt, waar hij de tot op heden nog niet verkende ‘taal’ in zijn toolbox wil versterken: de Nederlandse taal. Eén ding is zeker: hij laat zich nooit uit het veld slaan. De trein komt aan op Den Haag Centraal.
“Volgende week Rotterdam?” vraagt Dennis.
“Ik zou niet weten waarom niet.”