‘Ik was laatst voor het eerst weer in de sauna, en als je daar van buiten naar binnen loopt heb je van die hele lange glazen schuifdeuren. Van de grond tot het plafond van glas, en daar zie je jezelf dan zo aan komen lopen als een soort spiegel. Ik zag mezelf in het spiegelbeeld en dacht “Nee, dit ziet er toch echt niet zo fraai meer uit.” Ik ben wel heel benieuwd hoe het er straks uit gaat zien’, vertelt Carien tegen haar dochter Elke.
‘Waar hoop je dan op?’ ‘Ik vind alles al meegenomen. Als het er maar ietsjes ronder uit ziet dan ben ik al blij.’ Toch heeft Carien lang getwijfeld of ze de operatie wel of niet moest ondergaan. Ze gaat haar borst laten opvullen. Je hoort tegenwoordig zo vaak in het nieuws dat siliconen door je hele lijf gaan en op plekken belanden waar ze niet moeten komen. Gelukkig zal er bij deze operatie gebruik gemaakt worden van lichaamseigen vet. Ook wel liposuctie genoemd. ‘Ik wil vooral weer topless in de zon kunnen liggen. Zoals ik jaren met plezier heb kunnen doen zonder dat ik me constant bewust ben van hoe mijn lichaam er uit ziet.’
De artsen hebben Carien ervan verzekerd dat de operatie zelf vrij simpel en risicoloos is. Helaas is het vaak wel zo dat maar ongeveer de helft van de cellen blijft plakken. De rest van de cellen worden door het lichaam zelf afgestoten. Daarom zal ze waarschijnlijk nog een keer geopereerd moeten worden, zodat ze nog net iets meer dat perfecte plaatje kan bereiken.
Maandag ochtend haalt Carien haar dochter op bij het station, samen rijden ze naar het ziekenhuis toe. De sfeer is licht gespannen, maar het voelt voor beide vrouwen niet alsof er iets groots te gebeuren staat. Carien draagt haar roze joggingsbroek en heeft bij hoge uitzondering geen make up op. ‘Hoe voel je je?’vraagt haar dochter Elke. ‘Het valt wel mee hoe zenuwachtig ik ben, ik ben vooral heel benieuwd hoe het gaat worden.’
Ze rijden de grote parkeergarage in naast het ziekenhuis en rijden omhoog. De meeste parkeervakken zijn vol, maar helemaal bovenaan op het dak is gelukkig nog genoeg plek. Carien zet de auto naast de uitgang neer en samen lopen ze de trappen af naar beneden.
‘Waar moeten we heen mam?’
‘A1 geloof ik, maar ik weet niet precies waar dat is. De vorige keer waren we bij A7 dacht ik. Weet jij dat nog?’
‘Nee, afgelopen keer was je met papa.’
‘Oh ja, dat is waar ook.’
Binnen lopen ze langs de kantine en kijken omhoog, je kan tot heel hoog kijken. Het gebouw heeft veel lichtinval door de grote ramen. Het ziekenhuis is nog maar een paar jaar geleden gebouwd, als je er rondloopt voelt alles nieuw en modern. Het doet een beetje futuristisch aan. Als je omhoogkijkt zie je overal mensen lopen en als je dan even vergeet waar je staat voelt het bijna alsof je in een sci-fi film zit. Overal mensen met witte jassen, die vluchtig onderweg naar hun bestemming zijn.
Boven de dames hangen borden die aangeven welke kant ze op moeten. Zoekend kijken ze om zich heen. ‘A1 was het hè. Daar zie ik al B staan maar waar is A?’zegt Elke. ‘Kijk daar, daar aan het einde is A!’zegt Carien. ‘Dan zullen we daar wel met de trap omhoog moeten.’ wijst haar dochter.
Samen lopen ze de lange gang door, het is niet heel druk in vleugel A. Ze lopen de trap op omhoog en met een knop naast de deur lopen ze door naar binnen. Daar staan een paar banken die functioneren als wachtruimte. Verder staat er een bureau met daar achter een groot spatscherm een vriendelijk vrouwtje.
‘Goedemorgen, ik kom hier voor een dagopname.’
‘Dat is helemaal goed, wat is uw naam?’
‘Carien de Groot.’
‘Ja, ik zie u staan, komen jullie uit hetzelfde huishouden?’
‘Uhh.. ja.’
‘Dat is fijn, dan hoeven jullie geen mondkapje te dragen. En ook niet op anderhalve meter afstand zitten.’
‘Dat scheelt.’
‘Dan mag u hier achterlangs doorlopen en dan mag u naar bed nummer 9.’
Ze lopen achter een troebel glazen wand langs naar bed 9 toe. Als ze binnen komen is er in het midden een brede gang en aan weerszijden kleine zaaltjes. Er zijn verder geen deuren in de ruimte, het is één grote open ruimte. Wel hangen er aan het plafond railings waar de gordijnen langs kunnen zodat de mensen op de bedden wat privacy kunnen hebben. Sommige bedden zijn bezet, andere zijn leeg. En een aantal die al weg zijn voor de operatie. Bij het tweede zaaltje aan de rechterkant staat bed nummer 9. Er ligt al een blauw schortje klaar op het bed. Verder staat er een klein kastje naast het bed waar Carien haar spullen in doet. Ze stapt in bed en de verpleegkundige schuift een klapstoeltje voor Elke aan het bed. Alles op de zaal is ingericht op kort verblijf.
Ze moeten nog even wachten tot de verpleegster komt, maar ze vervelen zich niet. Ze kletsten over van alles en nog wat. Dan komt de verpleegster aan lopen. Het is een jong meisje van ongeveer Elke haar leeftijd, een jaar of twintig. Ze heeft blond haar en een hoge staart in. Vol energie komt ze op bed nummer 9 aflopen.
‘Goedemorgen! Ik kom u even wat vragen stellen en informeren over vandaag.’
‘Goedemorgen, dat is helemaal goed.’
‘U wordt vandaag geopereerd door dokter Rue, ik weet nooit helemaal hoe je dat uitspreekt.’
‘Ja Rué geloof ik.’
‘Ja er staat hier geen streepje op de e.’
“Oooh oke, dan zal dat het wel zijn ja.’
‘Wat gaat er gebeuren bij u vandaag?’
‘Ze gaan een lipofilling doen bij mijn linkerborst. Dus hier wat vet eruit, en hier er weer bij in.’ zegt Carien wijzend naar haar buik en borst.
‘Oh ja, spannend. En alleen aan de linker kant?’
‘Ja alleen aan de linker kant.’
‘Want u heeft daarvoor…’
‘Een borstoperatie, borstkanker. Een jaar geleden ben ik geopereerd en er is best veel weggehaald. Dus ze gaan proberen om het weer een klein beetje in model, een klein beetje gelijk te krijgen.’
‘Mooi. Ik vind het zo bijzonder altijd dat het allemaal kan.’
‘Ja, dat is het zeker.’
‘Nou u moet onder algehele narcose, daar bent u dan al bekend mee. Om half elf rijden we u naar de voorbereidingskamer en daar wordt u aan de monitor gelegd en wordt u nog wat uitgelegd. En daar krijgt u een infuusje. Dan is de behandeltijd staat hier 30 minuten.’ zegt ze terwijl ze naar het scherm kijkt van de computer naast haar.
‘En dan nog even naar de uitslaapkamer een uur tot 1,5 uur. En dan komt u nog terug op de afdeling en dan is het hier ook meestal nog iets van twee uur. Jij moet helaas wel van de afdeling af, zolang ze hier is kan je gewoon lekker blijven zitten.’ zegt ze tegen Elke.
‘En dan daarna kunt u haar gewoon weer bellen en dan mag je gewoon weer hierheen komen. Zijn er verder nog vragen?’
‘Uhh nee.’
‘Dan heb ik nog wel wat vraagjes. Allergieën ik zie hier een rood bandje.’
‘Ja nikkel.’
‘Oh ja nikkel, dat had ik inderdaad gelezen. Verder nog iets?’
‘Nee.’
‘Heeft u verder nog iets van medicatie?’
‘Ja anestrosol, die hormonen voor de borstkanker.’
‘Oh ja, en die heeft u gewoon ingenomen ook?’
‘Nee niet omdat ik niet mocht drinken. Dus dacht ik dat doe ik vanavond wel.’
‘Zijn daar afspraken over gemaakt met de anesthesist of niet?’
‘Nee.’
‘Dan ga ik dat zo nog even navragen. Verder krijg je nog paracetamol van mij. Die mag je nu innemen en dan na de operatie aan blijven houden zodat je echt een basismedicatie hebt. En dat je daar echt een spiegel voor gaat opbouwen. Gewoon 4x per dag twee paracetamol. En als dat niet gaat moeten we na de operatie maar even kijken hoe het met de pijn gaat. Anders kan er altijd nog iets bij.’
‘Ik had me nog wat meer willen inlezen maar dat heb ik helemaal niet meer gedaan. Ze doen het met zo’n spuit toch?’
‘Ja het is heel lastig te zeggen, wij hebben ook niet echt een protocol daarvoor van hoe dat gaat. Dus ik kan dat niet zeggen. Maar de arts komt zo voordat je in slaap bent nog even langs dus dan kan je het ook vragen. Dan mag u zich gaan omkleden.’
‘Wat moet uit en wat mag aan?’
‘Onderbroek mag aanblijven verder mag alles uit.’
‘En sokken mochten aanblijven geloof ik nog van de vorige keer?’
‘Ja u mag ze nu in ieder geval aanhouden en dan kijken we straks wel even. Het is hier nu inderdaad koud.’
De verpleegster doet het gordijn om het bed heen dicht en Carien kleed zich snel om en duikt dan onder de dekens. Het is koud in het ziekenhuis buiten regent het en de druppels glijden langzaam naar beneden over de ramen. Nu is het afwachten tot ze wordt opgehaald en weggereden. Carien zit rechtop in haar bed en kijkt de zaal rond in afwachting tot iemand naar haar toe komt. Ze tikt met haar vingers tegen het beddengoed aan. En voelt om de paar minuten of het strikje van haar schort nog goed vastzit. Ook vallen er steeds meer stiltes in het gesprek, totdat ze uiteindelijk helemaal stilvallen. Elke heeft haar hand op het been van haar moeder gelegd en samen wachten ze af.
Dan komen er twee verpleegsters aan lopen. ‘Wij komen u meenemen.’ ‘Dat is helemaal goed, ik ben er klaar voor.’ De verpleegsters halen de rem van het bed af en draaien hem naar het midden van de zaal. Carien blaast een luchtkus naar haar dochter. ‘Doei lieffie.’ ‘Doei mam, succes. Ik zie je zo.’ zegt Elke terwijl haar moeder langzaam de zaal verlaat.