Het schooljaar is drie maanden bezig en je hoort nu al verhalen van mensen die met hun opleiding zijn gestopt. Een van deze studies is de Pabo. Maar waarom wordt juist bij deze studie veel uitval geregistreerd? Dit heeft vooral veel te maken met verwachtingen en het curriculum.
Het curriculum bij de Pabo
Sascha, 22 jaar oud, zit momenteel in haar tweede jaar op de Pabo aan de Hogeschool Rotterdam. Dit is echter niet haar eerste poging; in 2022 startte ze haar Pabo-opleiding aan InHolland, maar ze stopte kort na de jaarwisseling vanwege problemen binnen de opleiding. “De indeling van de hele opleiding was best verwarrend en chaotisch”, vertelt ze. “Je werkt in een programma waarin alle opdrachten en informatie staan. Maar als je na de les iets wilt terugzoeken of verder wilt werken, moet je eerst tien stappen doorlopen om bij de informatie te komen die je nodig hebt.”
Volgens Sascha maakte het gebrek aan structuur en overzicht het lastig om bij te blijven, wat aansluit bij de algemene uitdaging van zelfstudie die in de Pabo-opleidingen veel voorkomt. Dit vraagt van studenten dat ze veel zelfstandig regelen en onderhouden. “InHolland werkte niet met deadlines, het was allemaal vrij, dus dat kan voor de ene persoon natuurlijk fijner dan voor de andere. Maar voor mij was dat niet ideaal, want ik wilde toch voor mezelf deadlines hebben waar ik mijn zak aan moest houden”, legt Sascha uit. Dit gebrek aan begeleiding en structuur kan bijdragen aan het hoge uitvalpercentage, wat zichtbaar is in de eerste grafiek: sinds 2020 is de uitval in het eerste jaar van de Pabo aanzienlijk toegenomen. InHolland heeft dit jaar bekendgemaakt veranderingen te brengen aan het curriculum. “Het idee was om studenten een zo vol mogelijke rugzak met onderwijsexpertise mee te geven, dat zou ze later in de praktijk helpen bij het vormgeven van hun onderwijs”, aldus Lucas Rurup, directeur van het onderwijsdomein Onderwijs & Innovatie. “Iedereen wilde vanuit zijn eigen expertise een deel van de emmer vullen, maar opgeteld werd het voor studenten vooral erg veel. We realiseerden ons dat we teveel vanuit ons eigen perspectief dachten. De opleiding en de praktijk waren twee werelden die te ver uit elkaar stonden.” Hun nieuwe plannen zullen vooral focussen op de student de ruimte te bieden om in het hbo te landen, met minder nadruk op schriftelijke vaardigheden en meer nadruk op professionele groei en ontwikkeling.
Man vrouw ratio
Een ander groot aspect van de Pabo is de verplichte stage in alle leeftijdsgroepen, van kleuters tot de bovenbouw. Dit is voor sommige studenten, met name mannen, een uitdaging omdat ze zich liever op oudere leerlingen richten. “Onze klas is best wel verdeeld, gewoon mannen en vrouwen door elkaar heen. Je ziet natuurlijk wel iets meer vrouwen. Maar meestal willen de mannen in de klas wel de midden- en bovenbouw lesgeven. Dus vanaf groep 4 tot en met 8. Zoiets. Die kiezen vaak niet voor de kleuters”, legt Sascha uit. Het brede eisenpakket, gecombineerd met de soms onduidelijke verwachtingen, draagt bij aan de uitval binnen de Pabo, vooral in het eerste jaar, zoals de grafiek laat zien.
Studiesucces
Toch zijn er ook studenten die de opleiding succesvol afronden. De tweede grafiek laat het studiesucces na vijf jaar zien, waarbij te zien is dat ongeveer de helft van de Pabo-studenten de opleiding binnen deze tijd afrondt. Dit lijkt te wijzen op de uitdagingen binnen de opleiding, zoals de eisen van het curriculum en de stages, waarvoor studenten goed voorbereid moeten zijn om het succesvol af te ronden.
Dataverantwoording
De cijfers zijn afkomstig van de Vereniging Hogescholen en Studiekeuze123.nl. Voor de visualisatie ‘Uitval na 1 jaar per opleiding’ zijn verschillende lerarenopleidingen met elkaar vergeleken, waarbij gegevens uit de jaren 2018 tot en met 2022 van alle hogescholen die deze opleidingen aanbieden zijn meegenomen. Deze data is verstrekt door de Vereniging Hogescholen. De visualisatie ‘Studiesucces na 5 jaar per opleiding’ vergelijkt verschillende lerarenopleidingen op basis van de cijfers van 2014 tot en met 2018, waarbij opnieuw data van alle hogescholen die deze opleidingen aanbieden is gebruikt. Deze cijfers, afkomstig van de Vereniging Hogescholen, tonen hoeveel studenten die in een bepaald jaar zijn gestart de opleiding binnen vijf jaar hebben afgerond.