Iedereen volgt de bal. Iedereen ziet het doelpunt. Iedereen ziet de overtreding — of denkt hem te zien. Maar wie ziet de scheidsrechter? Degene die negentig minuten lang moet beslissen, uitleggen en doorzetten. Vaak de gebeten hond, zelden de held. Terwijl hij de enige op het veld is zonder clubkleuren, maar mét een fluit die alles in goede banen moet leiden.
Kian Smit (22) is op zaterdagmiddag 5 april, de scheidsrechter van de wedstrijd Altius tegen Forza Almere. De nummer twee, gelegen aan de rand van Hilversum, speelt tegen de nummer vier van de competitie uit de vierde klasse. Dit is een ‘zes-punten wedstrijd’, de ploeg die wint sluit aan bij de koploper en mag nog dromen van het kampioenschap. De verliezende ploeg kan de beker op zijn buik schrijven. Kortom, de belangen zijn groot.
“Mag ik een AA van je?”, vraagt Kian aan de barvrouw in de kantine van Altius. “Ik heb last van een hongerklop, te weinig ontbeten gok ik”, zegt hij waarna zeker de helft van het flesje direct verdwijnt in zijn keel. Met de suikers van de oranje, mierzoete sportdrank hoopt hij meer energie te hebben voor de wedstrijd. Met een zwarte koffer in zijn hand loopt hij in een nette blauwe blouse richting de bestuurskamer. Een feloranje kamer, met slechts twee stoelen, een tafel, en het dagprogramma op de muur geplakt. Kian krijgt hier zijn kleedkamersleutel.
Boven de kantine, verscholen achter een smalle trap en een deur die bij elke beweging piept, ligt een kleedhokje dat nét een kleedkamer genoemd mag worden. Het ruikt er naar een combinatie van muf wasmiddel, oude scheenbeschermers en een hint van vochtige tegels die al te vaak nat zijn geworden zonder daarna echt te drogen. De douche, een verroeste sproeikop aan een betonnen muur, druppelt meer dan dat hij sproeit. Koud water. Soms lauw, als je geluk hebt. Maar vandaag is er geen geluk — niet voor hem, en ook niet voor de andere scheidsrechter die de ruimte moet delen.
Naast hem hurkt de andere scheids over zijn tas, op zoek naar een verloren sok, en mompelt iets onverstaanbaars over het niveau vandaag. Kian antwoordt niet. Hij is stil. Gefocust. In zijn handen draait hij het gele en rode kaartje nog één keer om, en strikt zijn veters goed. Een ritueel, alles moet kloppen voordat hij het veld op stapt. Geen enkel detail laat hij aan het toeval over. “We gaan naar buiten!”, zegt hij met enthousiasme.

Kian strikt zijn veters nog een laatste keer
Voor de toeschouwers lijkt dit een gewone zaterdagmiddag waar weer lekker gevoetbald gaat worden, maar voor de scheidsrechter is het meer dan alleen dat. Hij is actief in nog een competitie. Kian komt in aanmerking voor het scheidsrechters ontwikkelingstraject. Sinds 2018 arbitreert de Haarlemmer al. Zijn reis kent zowel hoogte- als dieptepunten. Van het vierde veld van Buitenveldert in de stromende regen, naar een jeugdwedstrijd Ajax – Twente op sportpark De Toekomst. “Mijn droom is om de Champions League-finale te fluiten”, sprak hij met een enorme lach op zijn gezicht in de auto onderweg naar Altius uit.
Het Ontwikkeltraject bestaat uit twee trajecten: Ontwikkel Traject Scheidsrechters I (OTS-I) en het Ontwikkel Traject Scheidsrechters II (OTS-II). Doel van beide trajecten is om scheidsrechters te begeleiden om naar hun eigen top te kunnen groeien. In welk traject een scheidsrechter kan instromen is afhankelijk van de fase van de loopbaan waarin de scheidsrechter zich bevindt. Ambitie, prestatie, fysieke gesteldheid, perspectief, persoonlijkheid, representatie en goed ambassadeurschap spelen een belangrijke rol om uitgenodigd te worden voor één van beide trajecten uit het OTS. Kian komt in aanmerking voor OTS-I. Uit de tussenstand werd duidelijk dat hij tweede, van de 65 op de ranglijst staat. Slechts de eerste vijf gaan het traject daadwerkelijk in. De ranglijst wordt samengesteld op basis van rapporten die worden geschreven door waarnemers van de KNVB. De scheidsrechters weten voorafgaand aan de wedstrijd niet of ze gerapporteerd worden.
Tussen de gekleurde langwerpige reclame borden en de lijnen van het veld, begint hij zijn warming-up. Hakkenbillen eerst, de klassieke beweging waar zijn bovenbenen van op gang komen. Dan wat knieheffingen, twee keer heen en weer. Daarna volgt een reeks zijwaartse passen en lichte sprints. Zijn armen bewegen ritmisch mee. De fluit bungelt aan een koordje om zijn nek, op en neer als een metronoom. Aan de kant van de kleedkamers warmt Forza Almere op — jonge gasten in zwart met witte shirts, luidruchtig, met een speaker op een karretje die net iets te hard staat. Aan de andere kant van het veld, rolt Altius de bal over in een rustige rondo. Feloranje tenues, korte aanwijzingen, de geur van tijgerbalsem hangt vaag in de lucht. Er wordt gelachen, geschreeuwd, maar niemand roept iets naar hem. Voor nu is hij nog neutraal terrein.

Kian bezig met zijn warming-up
Dan loopt hij naar de doelen. Hij trekt kort aan het net — rechtsboven zit een scheurtje. Een voetbal past er niet doorheen, dus geen rede om het net af te keuren. Hij noteert het in zijn hoofd. Ook bij het andere doel controleert hij of het stevig vastzit. De palen zijn wit, maar afgebladderd. Het is bijna tijd. De teams verdwijnen in hun kleedkamers om de laatste tactiekwijzigingen te bespreken. Kian houdt de tijd nauwlettend in de gaten. Na vier minuten roept hij beide teams weer naar buiten, waar de openingsceremonie volgt.
Samen met zijn twee assistenten, die als grensrechters fungeren, loopt hij voorop. Het zonlicht weerkaatst op het felgroene shirt met daarop het ARAG- en KNVB-logo. Het publiek gespannen en allemaal kijkend naar de opening van het veld. The Final Countdown staat hard en overspoelt het geluid van de thuissupporters. “Wij zijn Altius, wij zijn Altius!”, is te verstaan wanneer het lied afgelopen is en de spelers elkaar succes wensen. De spelers gaan staan waarna de pupil van de week nog mag proberen te scoren bij Forza Almere. Dit lukt, na meerdere pogingen, en het jongetje loopt richting de zijkant van het veld.

Opkomst voor de wedstrijd
Kian blaast op zijn fluit en de wedstrijd start. Binnen de minuut geeft de nummer 10 van Forza Almere een goede steekbal op de linksbuiten. Hij lijkt buitenspel te staan, maar de grensrechter vlagt niet. Kian laat doorspelen. “Scheids, buitenspel!”, klinkt het van de zijkant. Op deze manier maakt hij gelijk kennis met het publiek. De aanval loopt stuk na een mislukte voorzet, en de keeper van Altius mag een doeltrap nemen. “Ik dacht toen al, het gaat niet zo een wedstrijd worden hé”, vertelt hij achteraf.
Tussen het kantinegebouw en het veld staat een rij hoge hekken. Niet bedoeld om mensen tegen te houden, maar meer als symbolische grens tussen spelers en publiek. Direct grenzend, schuin in de zon, staan picknicktafels in een losse formatie opgesteld — sommigen oud en groen uitgeslagen, anderen net iets te nieuw om al echt karakter te hebben. Dit is de kern, het kloppend hart van het publiek. Jongens en meiden van een jaar of twintig, misschien vijfentwintig, studentikoos en luid. Ze zitten op de tafels of staan op de banken om over het hek heen te kunnen kijken. Plastic pitchers vol bier schuimen in hun handen, sigaretten en vapes wisselen elkaar af. Ze lachen hard, roepen namen en geven commentaar.
In het publiek staat Ruben, een speler van Altius die met krukken tussen de fanatieke supporters staat. Hij is afgelopen week aan zijn voet geopereerd en hoopt volgend seizoen weer te kunnen spelen. Hij kijkt naar zijn team, samen met zijn goede vriend Bas, die zich met een blauw Polo-petje en een zonnebril tegen de zon wapent. Het rustsignaal klinkt en Forza leidt met 0-1. “Niet zoveel aan de hand, lekker potje”, zegt Kian die met de bal in zijn hand als laatste het veld verlaat en zijn weg vervolgt naar de kleedkamer.
“Dat AA’tje heeft me goed gedaan zeg”, vertelt Kian die met zijn zweetarmband langs zijn voorhoofd gaat. Na twaalf minuten precies loopt hij weer naar beneden, dan heeft hij nog net genoeg tijd om de teams wederom te roepen en klaar te staan voor de tweede helft. Een verslaggever van Omroep Almere tikt hem op zijn schouder aan. “Ik maak een verslag van deze wedstrijd, zou ik je naam in het stuk mogen vermelden?”, vraagt hij aan Kian. “Ja hoor!”, zegt de scheidsrechter en loopt weer het veld op.
De tweede helft verloopt soepel, tot de 80e minuut aanbreekt. Forza Almere staat met 0-2 voor, Ruben en Bas tieren maar rond, en de pitchers bier zijn nagenoeg allemaal leeg. Een vreemd balletje van de aanvaller van Altius zorgt ervoor dat de spits de bal in de goal kan schieten. 1-2, het publiek krijgt een boost, en begint meer van zich te laten horen. De spanning loopt hoger op. “In die fase van de wedstrijd moet je blijven managen, dat is het belangrijkste wat er is. Anders loopt het compleet uit de hand”, zegt Kian achteraf.
Nog slechts twee minuten op de klok, de combinatie tussen de alcohol en spanning lijkt zijn tol te gaan eisen bij de supporters. Altius forceert een ingooi dicht bij de cornervlag. De grensrechter loopt wat langzaam mee terug. Dit valt het publiek ook op. “Loop je ook nog even door, speklap!’, schreeuwt Bas richting het veld. Het publiek kan er om lachen, de grensrechter doet alsof die het niet hoort. Kian kijkt op zijn horloge, maar denkt nog niet aan stoppen. Het spel bevindt zich nu vooral in en rondom de zestien van Forza Almere.
Altius geeft een voorzet, waar de net ingebrachte spits hard doorloopt op de keeper: een echte clash. Beide teams springen op de spelers, en beginnen met duwen en trekken. De spits geeft het hoofd van de keeper een zet, waarna de keeper een trap uitdeelt aan diezelfde spits. “Ik zag alleen het natrappen van de keeper”, vertelt Kian achteraf. De keeper krijgt rood en moet het veld verlaten. De supporters kunnen hun geluk niet op en juichen hard. Ze staan op de picknicktafels en zwaaien de keeper het veld af.

Zwaaien na geven van rode kaart
In de tussentijd blijven de spelers met elkaar bezig, niet vechten maar duw- en trekwerk. Het gebeurt aan de kant van de supporters. De verzorger van Forza Almere loopt ineens langs Kian, wat raar is, want meestal horen die niet in het veld te staan. Ze krijgt geel en wordt teruggestuurd naar de bank. Ook is er een supporter van de uitploeg tussen de spelers gaan staan. “Wat doet die rasta daar?”, “Gaat die rasta nog het veld af?”, zijn onder andere dingen die uit de woorden van de supporters kwamen. Kian weet ook die man aan te spreken en krijgt hem van het veld. “Dat was chaotisch. Zo heb ik het nog nooit meegemaakt”, laat Kian weten.
De scheidsrechter sust de situatie en hervat de wedstrijd. Even later fluit hij af, waar de spelers van Altius zeuren om meer extra tijd. Kian wil van niks weten en krijgt bedankjes van beide coaches. Een meegereisde supporter van Forza Almere begint in het openbaar te klagen over de wedstrijd. “Hij laat zich intimideren door de fans. Het begon op een gegeven moment meer op rugby te lijken. Een echte thuisfluiter!” roept ze, waarna ze hoofdschuddend met haar Forza Almere-petje de kantine inloopt.
Met het zweet op zijn voorhoofd loopt Kian het veld af. Wanneer hij het asfalt aanraakt, trapt hij de kluiten gras onder zijn schoenen vandaan. Hij loopt de tunnel in richting zijn kleedkamer maar stuit op de aanvoerder van Altius. “Wat ben ik blij dat jij onze scheidsrechter was. Als we een andere hadden gehad was dit compleet geëscaleerd”, zegt de aanvoerder. “Het liefst hebben we je elke week”, zegt hij. Kian bedankt de speler voor het compliment. De nummer vier van Altius komt op dat moment met een pitcher bier de tunnel binnen gelopen tijdens het gesprek met de aanvoerder. “Scheids, wil je ook een biertje?” vraagt hij. Kian drinkt nauwelijks alcohol en antwoordt: “Nee dankjewel”. “Oh, ik wilde scheids omkopen. Dat is niet gelukt”, roept hij lachend terwijl hij de hoek omloopt.
“Ja dit soort wedstrijdjes heb je er ook wel eens tussen zitten”, zegt Kian wanneer hij zijn koffer in de grijze Ford Fiesta legt. “Beide coaches gaven aan dat dit een moeilijk potje was om te fluiten en dat ik het goed heb gedaan. Dat maakt me dan wel weer een soort trots”, zegt Kian tot slot. Met zijn kalme optreden, duidelijke communicatie en strakke regie over de wedstrijd heeft de scheidsrechter deze middag laten zien wat hij waard is. Met deze bijdrage hoopt de 22-jarige een volgende stap te zetten richting het OTS.