Het coronavirus dwaalt al zo’n twee jaar over aarde en heeft het leven waarvan we dachten dat het ‘normaal’ was compleet op z’n kop gezet. Een aantal maanden hield de Nederlandse samenleving het nog wel vol, maar na een halfjaar is de rek eruit. Fysiek en mentaal gezien. Veel mensen die normaal hun leven als stabiel bestempelden, hebben in deze crisis ook maar een afspraak gemaakt bij de psycholoog. De depressiecijfers stijgen namelijk flink. En dit is niet alleen in Nederland zo, maar lijkt een Europese, zo niet, wereldwijde trend te zijn. Het gevolg: nóg langere wachtlijsten voor de basis ggz.
Voor de coronacrisis waren de lange wachttijden voor de ggz ook vrij lang. Uit cijfers van Vektis blijken de wachtlijsten voor psychische zorg uit december 2019 – dan hebben we het over het moment dat de verwijzing ingediend wordt tot de eerste afspraak – uiteen te lopen van op z’n kortst 8,6 weken tot 21,3 weken op z’n langst. Waardoor dit komt, heeft verschillende redenen. ‘De basis ggz is vrij duur. Daarnaast wordt het vaak niet vergoed als je even behoefte hebt aan een paar gesprekken die je verder op weg helpen,’ vertelt interim manager Zorg en Welzijn Candide van Bekkum van Zilvermatch. ‘Vanwege de kosten kiezen mensen er vaak voor om te wachten tot de situatie echt erg wordt, dan gaan ze pas naar de psycholoog. Dit maak ik regelmatig mee. Zo lopen er meerdere situaties uit de hand, is het onveiliger op straat, moeten er mensen opgenomen worden en kan de ggz deze druk niet aan. Er zijn te weinig mensen die dit op kunnen vangen. Het is een sneeuwbaleffect.’
Nu de coronacrisis naast de al lange wachtlijsten het leven domineert, geven steeds meer mensen in alle leeftijdsgroepen aan dat ze het mentaal ontzettend zwaar hebben. ‘Ik merk het aan de ouderen, de jongeren, de docenten van mijn nichtjes, mijn partner, noem het maar op.’ Van Bekkum legt uit dat ze tijdens de eerste lockdown in een bejaardentehuis gewerkt heeft, waarbij een van de bewoners tegen haar zei: ‘Als er een tweede lockdown komt, hoeft het voor mij niet meer.’ De eenzaamheid werd hem te veel. Een paar weken daarna overleed hij aan corona. ‘Naast de eenzaamheid zijn er nog veel meer schrijnende situaties, denk aan de toename in kindermishandeling, toename in obesitas, mensen die zich depressief voelen, mensen die in de vette schulden zitten, dit moet echt anders.’
De oplossing? Van Bekkum is van mening dat de laagdrempelige zorg terug moet komen in de wijk. Zodat er individueel naar de mentale gezondheid van een persoon gekeken kan worden, in plaats van dat de zorg die aangeboden kan worden bepaalt wordt aan de hand van een rekenmodel van de zorgverzekering. Er moet sneller doorverwezen worden en geholpen worden bij financiële situaties. Zo help je mensen effectiever vindt ze. Daarnaast heeft Candide van Bekkum nog een hele andere belangrijke boodschap: ‘We moeten in het Westen gaan accepteren dat de dood bij het leven hoort. Mensen hoeven niet dood te gaan aan corona of kanker bijvoorbeeld, maar de dood is een deel van het leven. Zulke pandemieën zullen nog vaker komen en daarnaast zijn er nog talloze manieren waarop mensen dood kunnen gaan. Het leven zit vol met allerlei risico’s. Als je dat weet, hoef je niet de hele wereld op slot te gooien. Ik hoop dat we hiervan leren.’
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/specialisaties/wp-content/uploads/sites/735/2021/11/1-Grafiek-Roza_Tekengebied-1-3-scaled.jpg” panorama=”off” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” captionposition=”left” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]
Verantwoording
Alle cijfers die in de datavisualisatie verwerkt zijn, zijn afkomstig van CBS en the Office for National Statistics. Het CBS heeft een vrij recentelijk onderzoek met gedaan naar allerlei aspecten van de coronacrisis, waaronder de mentale impact. Met cijfers uit zelfs begin 2021. ONS heeft veel cijfers uitgelegd aan de hand van artikelen, ook met grootschalig onderzoek gedaan naar de mentale impact van corona. De meest recente cijfers daar echt waren vanaf juni 2020, maar verder zijn er geen extra cijfers uit 2021 gepubliceerd. Vandaar dat ik in mijn datavisualisatie de cijfers in Nederland vergelijk met cijfers uit 2021 en ik dat bij het Verenigd Koninkrijk niet kan doen, dus de meest recente cijfers van juni 2020 gebruik. Ik vond het belangrijk om de meest recente cijfers uit Nederland te gebruiken, omdat de stijging daar het grootst is en zo de ernst van het probleem aankaart.
Beide organisaties maakten kwartaalcijfers bekend, daardoor kon ik gemakkelijk vergelijken. Het enige verschil wat ik zelf nog moest berekenen waren de leeftijdsgroepen. In het Engelse onderzoek werkten ze met de leeftijdsgroepen 16-39, 40-69 en 70+. In het Nederlandse onderzoek werd er gewerkt met de leeftijdsgroepen 18-25, 25-40, 40-70 en 70+. Ik heb de eerste twee groepen dus samengevoegd om ze gemakkelijker met het Engelse onderzoek te kunnen vergelijken. Bij de jongste leeftijdsgroepen heb ik twee gemiddelden samengenomen en door elkaar gedeeld om op een goed gemiddelde uit te komen.