Servië ontwikkelt alleen op papier LHBTIQ+ rechten, in de praktijk gebeurt weinig

Servië ontwikkelt alleen op papier LHBTIQ+ rechten, in de praktijk gebeurt weinig

De enige Pride vlag in Belgrado met uitzicht op de politieke gebouwen. Foto: Max van den Bogaert

Servië is een land waar de LHBTIQ+ rechten nog niet voldoen aan de toetredingscriteria van de Europese Unie. Terwijl er wettelijk gezien veel positieve ontwikkelingen zijn. Bijvoorbeeld het legaliseren van de Pride en een antidiscriminatiewet die minderheden moet beschermen. “Wat de Servische regering doet is allemaal symbolisch. Want intern werken ze de LHBTIQ+ gemeenschap alleen maar tegen”, aldus Emiel Bongaerts, projectmanager bij Foundation Max van der Stoel.

De enige regenboog in Belgrado. Foto: Max van den Bogaert

Als queer persoon in Belgrado vind je op straat niet veel erkenning van bestaan. Tijdens een wandeling door Belgrado kom je slechts één regenboogvlag tegen. Het is net alsof de LHBTIQ+ gemeenschap daar niet bestaat. Op de derde verdieping van een hoog gebouw, achter een grote boom wappert de enige Pride vlag. De regenboog valt hierdoor niet op, maar volgens Brkljač is het toch een statement. “Als er helemaal geen vlag zou hangen, dan voelt het alsof we de strijd al hadden verloren. De regenboog wappert er als een stil protest tegen discriminatie, geweld en uitsluiting.” De vlag kijkt uit op het Servische politieke hart. Wat het statement volgens Brkljač alleen nog maar sterker maakt.

“Ik voel mij niet veilig als ik op straat loop”, vertelt activist en medeorganisator van Belgrade Pride Nikola Brkljač, terwijl hij een slok van zijn koffie drinkt. In een knusse koffietent in de straat Cetinjska, komt Brkljač vaak met zijn vrienden. Het zou een van de weinige queer vriendelijke plekken zijn. “Hand in hand lopen gaat in Servië niet”, gaat hij verder. Dat onveilige gevoel is voor veel queer mensen in Servië de realiteit. Ondanks de positieve wettelijke ontwikkelingen verandert er in de praktijk weinig. Uit een onderzoek van ILGA-Europe blijkt dat er in 2022 bijna honderd geweldsincidenten zijn gerapporteerd. Uit een vergelijkbaar onderzoek van de Europese Unie blijkt dat ongeveer 11% van de slachtoffers ook daadwerkelijk het geweld rapporteren. De daadwerkelijke cijfers liggen dus hoger.

Foto: Belgrade Pride/Vesna Lalic

“Wij, Belgrade Pride, hebben jarenlang een informatiecentrum gehad in hartje Belgrado, maar ik overdrijf niet als ik zeg dat we daar dagelijks trammelant hadden.” Volgens Brkljač werd het centrum regelmatig vernield en braken er vaak gevechten uit.Tijdens de geweldsincidenten bij het infocentrum hoefde de organisatie volgens Brkljač de politie niet te bellen. “Ondanks dat er dagelijks geweld was, kwam de politie in totaal maar 22 keer opdagen. En geen enkele keer werd er iemand vervolgd.”

“Voor veel jongeren was dit ondanks al het geweld een veilig plek. Een thuishaven waar ze tot rust konden komen. Maar door bezuinigingen moesten we het centrum helaas sluiten”, vertelt Brkljač met een trilling in zijn stem. Het gebouw waar eerst het centrum zat, staat sinds 2024 leeg. De regenboog die ooit boven de deur hing, is nergens meer te bekennen. Niet alleen het centrum was de dupe van het geldtekort. “We hebben nauwelijks nog iets in de spaarpot zitten. We hadden dit jaar bijna geen budget om de Pride parade te organiseren.” Het feest zal in september in Belgrado plaatsvinden.

De eindeloze strijd
De ontwikkelingen van LHBTIQ+-rechten in Servië gaan terug naar 2001, de eerste Pride parade in Belgrado. De allereerste keer dat er een queerprotest was in Servië. Deze eindigde echter in een bloedbad, daarom kreeg die parade later de naam “Bloody Pride”. Met als gevolg dat alle queer-evenementen tot en met 2010 werden verboden. “Al die tijd trad de politie niet of nauwelijks op bij geweld en alle mensen die werden opgepakt, kwamen er onbestraft vanaf”, legt Brkljač uit.

Servië wilt toetreden tot de EU, maar om dit te kunnen doen moeten ze aan verschillende criteria van de EU voldoen. Eén van die ‘eisen’ is dat de mensenrechten van minderheden beschermt moeten worden. In 2009 introduceerde Servië, onder druk vanuit de Europese Unie, een antidiscriminatiewet. Deze wet zou daar de eerste stap in worden. Maar volgens Emiel Bongaerts, projectmanager bij Foundation Max van der Stoel*, wordt deze wet niet goed gehandhaafd. “De Servische regering voert allemaal wetten door om daarmee te laten zien dat ze zich positief ontwikkelen. Ze laten zien dat ze werken aan de eisen van de EU en dus echt willen toetreden. Maar intern doet de regering er alles aan om dat tegen te werken”, legt Bongaerts uit. “Zo worden de wetten bijvoorbeeld niet gehandhaafd en wordt de samenleving opgestookt om geweldsincidenten te plegen tegen LHBTIQ+ groepen. Zoals ook bij de ‘Bloody Pride’ in 2001 gebeurde.” Uit het jaarlijkse voortgangsrapport van de EU blijkt dat “Servië op papier grotendeels voldoet aan de EU-normen, maar dat er in de praktijk geen consistente of effectieve handhaving is.”

Volgens de EU-Delegatie in Servië, ondersteuners in het toetredingsproces, zijn er wel positieve ontwikkelingen die ook in de praktijk te merken zijn. Tijdens een gesprek bij de Delegatie kon er echter maar één positieve ontwikkeling genoemd worden. “Het legaliseren van de Pride is een goede zet geweest, hierdoor vinden mensen veel herkenning en een veilige gemeenschap.”

Ook volgens activist Nikola Brkljač is de Pride inderdaad een positieve ontwikkeling. Echter verloopt ook de jaarlijkse parade niet zonder slag of stoot. De EuroPride die in 2022 in Belgrado werd georganiseerd, werd in eerste instantie verboden door de Servische overheid. Maar na veel internationale druk en kritiek is deze toch doorgegaan. “Tijdens de EuroPride liepen toen veel internationale politici mee. Wij zijn daar als LHBTIQ+ personen tijdens de parade dichtbij in de buurt gebleven. Zo wisten we zeker dat we niet bang hoefden te zijn, want die mensen werden natuurlijk goed beveiligd”, aldus Brkljač.

Symbolisch of niet?
Een ander discussiepunt in de ontwikkelingen van LHBTIQ+ rechten is de lesbische premier Ana Brnabić. Zij was de eerste queer premier die Servië kreeg. Maar toch wordt er door verschillende journalisten en activisten gevonden dat dit alleen symbolisch was. “Er is geen enkele ontwikkeling geweest op het gebied van LHBTIQ+ rechten. Brnabić is zelfs niet bij de pride geweest tijdens haar premierschap”, vertelt Brkljač. “Dus zelfs een lesbische premier kan geen verandering brengen in de praktijk.”

Steekt de EU een stokje?
De lijst met wettelijke ontwikkelingen is dus best lang. Maar toch voldoet het land, in de praktijk, nog niet aan de criteria van de EU. “Je zou denken: waarom grijpt de EU dan niet gewoon in?”, vraagt Bongaerts zich hardop af. “Zo simpel is dat helaas niet. De prioriteiten van de EU wat betreft het toelatingsproces, liggen momenteel ergens anders.” Servië is een land met een grote to-do lijst als ze de EU willen toetreden. Zo zouden het conflict tussen Servië en Kosovo, de aanpak van corruptie en onafhankelijke media en rechtspraak nu de prioriteit hebben volgens de EU.

Volgens Brkljač speelt er nog een belangrijke factor mee, namelijk sociale acceptatie. “De samenleving accepteert de LHBTIQ+ gemeenschap niet. Daardoor blijft er veel geweld zijn en blijven queer mensen zich onveilig voelen op straat”, vertelt de activist. “Er zou veel meer internationale druk op de Servische regering gelegd moeten worden.” Maar zolang de prioriteiten van de naar rechts getrokken Europees Commissie niet verschuiven, gaat dat volgens Bongaerts niet gebeuren. “Wat we nu in Hongarije zien, het verbieden van de Pride, is pas rede genoeg voor de EU om ‘in te grijpen.’” Sinds het verbod heeft Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, een statement uitgebracht waarin ze kritisch is op Hongarije. “Dus echt sancties nemen of ingrijpen, doet de EU niet. Ze kunnen alleen druk uitoefenen”, legt Bongaerts uit. “Maar zelfs dat doen ze helaas niet.”

* De Foundation Max van der Stoel (FMS) is een onafhankelijke buitenlandstichting gelieerd aan de PvdA. Ze zetten zich onder andere in voor democratisering in de buurlanden van de EU (waaronder Servië). Onder de noemer “LGBTI Inclusion in the Western Balkans” organiseert FMS-bijeenkomsten en trainingen waar activisten, NGO’s en beleidsmakers met elkaar in gesprek gaan. Het doel: meer zichtbaarheid én betere wettelijke bescherming voor LHBTIQ+ personen.

Over de auteur

Max van den Bogaert

Ik ben Max en ik ben 20 jaar (hij/hem). Ik woon in Utrecht en ik studeer uiteraard Journalistiek. Ik heb veel plezier in het maken van producties voor de SvJ-media website. Naast dat ik redacteur ben bij SvJ-media werk ik ook als LSM operator bij Argus. Ook werk ik bij NOS-sport als streamregisseur. Ik probeer tijdens mijn studie hier zo veel mogelijk ervaring op te doen en ben vooral aan het genieten.