De krochten van Hanoi

De krochten van Hanoi

Ties tijdens zijn reis in Vietnam

Ties z’n uitgaansnacht in Hanoi is voorbij. Redelijk dronken gaat hij opzoek naar een taxi. Hij stapt in bij een mannelijke taxichauffeur en geeft zijn adres door. De taxichauffeur vraagt: “Do you want a sigaret?” Ties aarzelt niet en neemt de sigaret aan. Bij de eerste hijs die Ties neemt wordt de taxichauffeur gelijk zenuwachtig. Hij begint hard te rijden, veel harder dan hij eigenlijk mag rijden. Ties kijkt naar voren en ziet dat de kilometerteller de 100 aantikt. Hij denkt: shit, dit is niet goed. Langzamerhand merkt Ties dat hij duizelig begint te worden en moeite heeft om nog wakker te blijven. De taxichauffeur blijft maar achteromkijken om te kijken of Ties nog bij bewustzijn is. Zijn gezicht draait bijna net zo snel naar voren en naar achteren, als dat van een kind wat nee schudt. Vanaf dat moment beseft Ties zich: dit is he-le-maal niet goed. Hij probeert bij te blijven, maar vanaf dat moment gaat het licht uit.

Wanneer de 21-jarige Ties in 2019 alleen op reis gaat, besluit hij om Thailand en Vietnam te bezoeken. In 2018 is Ties al drie weken naar Thailand geweest met een vriend. Omdat je toch op een bepaalde manier beperkt wordt wanneer je met iemand samen reist, besluit hij om het jaar daarna alleen terug te gaan. En niet alleen Thailand is op zijn soloreis een bezoek waard, maar Vietnam is dat jaar ook aan de beurt. Ties heeft zich globaal ingelezen over de landen, want hij wil alle indrukken vooral over zich heen laten komen. Hij boekt een enkele ticket heen en kijkt waar de reis hem brengt.

Tuurlijk staan er een aantal grote highlights op zijn wensenlijst. Zo wil hij graag Bangkok, Chiang Mai, Pai, Phuket, Koh Phi Phi en naar een full moon party op Koh Phangan. Zo’n party waar de fluorescerende kleuren je bijna net zoveel hoofdpijn bezorgen als op het feestje van een zesjarig kind. Ties wil het mooie Vietnam bezoeken voor de wat meer ongerepte natuur. Maar in het bijzonder wil hij graag naar de stad Hanoi. Hanoi is de meest iconische en populaire leider van Vietnam. De stad staat bekend om haar bijna dorpse karakter. In de smalle straten lijkt het vochtige klimaat bijna drukkender te zijn, dan de menigte mensen waartussen je je begeeft.

Een nacht in Hanoi

In Vietnam koopt Ties een motor waarmee hij door heel het land rijdt. Hij voelt zich vrij. Inmiddels is hij na ruim één maand in Thailand te zijn geweest, alweer twee weken in Vietnam. Ties voelt zich fijn en veilig en dat komt mede door de locals. Tuurlijk heeft hij soms twijfel-momentjes, maar die heeft hij bewijze van spreken ook wanneer hij in Amsterdam loopt. Aangezien Ties de afgelopen twee weken voornamelijk van de mooie natuur in Vietnam heeft genoten, besluit hij dat het tijd wordt voor een avondje uit. En waar kan dat nou beter dan in de grote stad Hanoi?

Hij heeft één wat nettere outfit bij zich. Een grijze pantalon, een wit getailleerd overhemd en om zijn outfit af te maken trekt hij de welbekende bordeelsluipers aan. Lichtelijk kak en voor in Hanoi misschien wat overdressed, maar voor een avond uit mag het. Ook op deze warme avond verschilt de temperatuur niet van die van de afgelopen twee weken. De vochtige warmte valt als een zware deken over de stad heen. Ties gaat naar een exclusieve nachtclub in Hanoi. Hoewel hij nog niet heel lang in de nachtclub is, merkt hij al gauw dat er een rare sfeer hangt. Hij wordt aangesproken door een man en raakt met hem aan de praat. Terwijl hij met de man aan het praten is kijkt hij om zich heen en scant hij de mensen met wie de man in de nachtclub is. Het zijn foute mensen. Bijna maffia-achtig. Het gesprek neemt al gauw een rare wending en de man begint het volgende te vertellen aan Ties: “You’re a nice person, so I want to tell you something. It’s dangerous here. It’s better if you leave.” Ties heeft een gunfactor over zich heen en daar is deze man het blijkbaar mee eens. Hij zegt de man gedag, bedankt hem met een kleine glimlach en vertrekt uit de nachtclub.

Hoewel de grote bruine Bambi-ogen van Ties bij veel mensen een gunfactor oproepen, denkt zijn taxichauffeur daar anders over. Zijn taxichauffeur twijfelt niet om hem de sigaret aan te bieden die hij heeft bewerkt met drugs. Het enige wat de taxichauffeur ziet is een goed geklede toerist, die door alle gin-tonics van die avond rozig uit zijn ogen kijkt. Nadat Ties een aantal hijsen van de zojuist aangeboden sigaret heeft genomen, gaat het licht dus uit. Het wordt pik en pikzwart. Net zoals de rest van zijn avond.

De hel op aarde

Wanneer Ties zijn ogen opent, herkent hij niet waar hij is. Het is ongeveer 04:00 uur ’s nachts. Hij voelt een harde ondergrond wanneer hij zich probeert te bewegen. Hij kijkt om zich heen en ziet dat hij in een soort gettobuurt is beland. Het stinkt vreselijk. Het lijkt net of hij met een vuilniswagen op een afvalbult is gedumpt. Misschien was die afvalbult een fijnere plek geweest dan waar Ties nu is beland, want dit voelt als de hel. De eerst zo aardig lijkende taxichauffeur heeft hem gedrogeerd en gedumpt in de krochten van Hanoi. Zijn horloge, telefoon en de 500 dollar die hij bij zich had aan contant geld zijn weg. Dat het natuurlijk al vreselijk genoeg is om gedrogeerd te worden en ergens voor vuil achter gelaten te worden is duidelijk, maar de paniek slaat pas toe als Ties niet weet wat er allemaal met hem gebeurt.

Ties probeert op te staan, maar zijn evenwicht en motoriek lijken totaal verdwenen. Zijn Bambi-ogen lijkt hij te hebben ingeruild voor Bambi-benen die over ijs proberen te lopen. En niet alleen zijn lijf werkt niet mee, Ties begint stemmen te horen en te hallucineren. Twintig minuten lang lijkt het of hij weer in Nederland is. Hierna slaat de realiteit weer in als een bom. Na twintig minuten is hij weer terug in de vieze steeg in Hanoi. Het enige wat Ties denkt is: waar de fuck ben ik? Hoe ben ik hier gekomen? Het is je eigen schuld, lul. Waar is het mis gegaan? Waar ben ik, waar ben ik, waar ben ik?

Niet alleen de gedachte ‘waar ben ik’ bekruipt Ties, maar vooral: hoe kom ik hier weer weg? Aangezien zijn telefoon is gestolen kan hij niemand bellen. Zijn hersens werken niet mee en de bewoonde wereld lijkt ver weg. Hij besluit mensen om hulp te vragen. De locals met wie hij eerst zo goed kon opschieten, behandelen hem nu als een zwerfhond. Ze zien een witte jongen lopen waarvan het leven uit zijn gezicht gezogen lijkt te zijn. Hij loopt niet meer normaal en heeft moeite met praten. Ties weet niet meer wat hij moet doen en begint de locals op zijn knieën te smeken om hulp, maar niemand wil hem helpen. Hij wordt half aangereden door passerende auto’s en het enige wat de locals hem gunnen zijn vieze blikken.

Terug naar de bewoonde wereld

De situatie voelt surreëel. Ties verkeert in een bijna psychotische staat, waardoor hij begint te lachen. Zijn lach maakt al gauw plaats voor radeloosheid en onmacht. En hoewel hij ten einde raad is en zijn lichaam op is, besluit hij te gaan lopen. Er lijkt geen eind te komen aan zijn weg richting de bewoonde wereld. Zijn lichaam kan het niet meer aan en weer gaat het licht uit. Het gedonder van onweer, gepaard met haar felle flitsen, brengt Ties weer bij bewustzijn. Het begint heel hard te regenen. De regendruppels voelen als kleine kneepjes die hem bij bewustzijn houden. Daar zit Ties dan: alleen in de regen, te ontnuchteren op een stoep in Hanoi. En of de hele gebeurtenis van de afgelopen uren nog niet genoeg was, komt zijn maaginhoud eruit met de snelheid van het licht. De lege ruimte in zijn maag lijkt ook plaats te hebben gemaakt voor focus in zijn hoofd. Ties zijn gedachte komt langzaam weer op gang. Hij weet het weer: ik ben op reis in Hanoi. Hij besluit verder te lopen en komt een tankstation tegen. Hier vindt hij een normale taxichauffeur. Hij legt uit wat er gebeurd is en ondanks dat hij geen contant geld heeft waarmee hij de taxichauffeur kan betalen, besluit de man hem te helpen. De weg naar de bewoonde wereld kan beginnen.

Ties is terug bij zijn hostel. Hij loopt naar binnen om contant geld te pakken voor de taxichauffeur. De hel waar hij in terecht was gekomen lijkt eindelijk voorbij. Alles is goed gekomen. De volgende dag besluit Ties om verder te reizen. Hij checkt uit bij het hostel, koopt een simpele telefoon waarop hij navigatie heeft en besluit alleen nog met zijn motor te reizen. Hij wil zich niet uit het veld laten slaan door deze gebeurtenis. Ties ziet in dat hij minder naïef en voorzichtiger had moeten zijn. Dit neemt hij dan ook mee naar de laatste twee weken van zijn soloreis. Hij maakt zijn koffertje vast op zijn motor en rijdt de grote snelweg tegemoet. Het gevoel van vrijheid en ontspanning omhelst hem weer. Op de snelweg kijkt hij nog een keer achterom naar de grote stad. Hij laat de grote stad letterlijk en figuurlijk achter zich.

Over de auteur