De klap die Meja’s leven veranderde

De klap die Meja’s leven veranderde

Meja en Roel lezen samen een boek

Op woensdag 2 februari 2022, even na drie uur ’s middags, werd de stilte op de Laarderweg in Eemnes abrupt doorbroken. De zon hing laag boven de weg wanneer Meja (71) met haar elektrische fiets wilde oversteken. Een automobiliste die door het felle licht werd verblind zag haar te laat. Boem. Meja kwam hard ten val op de weg en bleef doodstil liggen. Vijftien minuten lang lag Meja buiten bewustzijn op de grond, terwijl omstanders meteen 112 belden en op de ambulance wachtten.

Het was een rustige ochtend in Eemnes. Het huis van het al ruim vijftig jaar getrouwde stel Roel en Meja werd zacht verlicht door het eerste zonlicht dat door de ramen viel. Meja rook de geur van verse koffie en voelde de warme mok in haar handen terwijl ze een eerste slok nam. De regen tikte zachtjes tegen het raam, alsof de dag haar zachtjes wakker maakte.

Roel vertrok die middag met een vriendin naar Ede, een ritje die hij regelmatig maakte. Meja keek hem na terwijl hij de deur uitliep en glimlachte. ”Pas op dat je niet te snel rijdt,” riep ze, half lachend, half bezorgd. Hij zwaaide, draaide zich om en was weg. Haar eigen middag stond in het teken van koffie drinken bij een goede vriendin in Eemnes. Het idee alleen al maakte haar blij: een uurtje praten, lachen, en de gewone dingen van het leven delen. Ze trok haar warme jas aan, schoof haar handschoenen over haar vingers en stapte op haar elektrische fiets.

Fietsen is voor Meja nooit een middel geweest om ergens te komen, maar een manier om energie te krijgen, een moment waarop ze zich vrij voelt. De zachte trilling van de pedalen onder haar voeten, het geluid van vogels langs de weg, en het ruisen van de bomen maakten het alsof de wereld even helemaal van haar was.

Rond kwart voor drie fietste Meja terug naar huis. De zon stond laag boven de Laarderweg. Toen ze wilde oversteken, naderde uit het niets een auto. Door de zon zag de bestuurder haar te laat en kon daardoor niet op tijd remmen. De klap kwam onverwacht. Haar fiets schoot onder haar vandaan en Meja viel hard op de weg. Ze bleef doodstil liggen, buiten bewustzijn, terwijl omstanders geschrokken toekeken. Een voorbijganger begon meteen met EHBO, en een huisarts die toevallig in de buurt was probeerde haar bij bewustzijn te krijgen. Pas na een kwartier kwam Meja weer bij bewustzijn. Uiteindelijk werd vanwege de ernst van de situatie zelfs een traumahelikopter ingeschakeld.

Meja had door het ongeluk een gebroken rechterschouder, een grote hoofdwond en mogelijk een ernstige bloeding tussen haar hersenen en hoofdhuid opgelopen. Ze werd met spoed per ambulance naar het AMC in Amsterdam gebracht.

”Van de dag van het ongeluk kan ik me niets meer herinneren van wat er gebeurd is. Dat ik daar heb gelegen, dat de traumahelikopter kwam, dat de ziekenauto me wegbracht. Ik weet het allemaal niet meer.”

Roel kwam die middag gewoon thuis, zonder te verwachten dat er iets mis was. Pas rond vier uur begon hij zich zorgen te maken. Waar bleef Meja? Haar jas lag er niet, haar sleutels ontbraken, en er was geen geluid in huis. Tegen vijf uur werd het donkerder, en Roel kreeg meerdere oproepen van een onbekend nummer.

”Ik had al een paar keer een telefoontje gehad, maar het gesprek werd telkens afgebroken. Er was iets vreemds mee aan de hand,” vertelt hij.

Uiteindelijk belde hij het nummer terug en werd doorgeschakeld naar het ziekenhuis.

”Uw vrouw heeft een ernstig ongeluk gehad.”

De woorden klonken alsof ze niet voor hem bedoeld waren. Meja’s zus Marjan stond meteen klaar. ”Ik laat jou niet alleen gaan,” zei ze. Samen reden ze naar Amsterdam. In het AMC lag Meja al op de operatietafel.

”Dat was een hele nare periode. Ik wist niet of Meja het zou halen,” vertelt Roel met tranen in zijn ogen.

Een paar dagen later werd Meja wakker. Het licht van de ziekenhuiskamer prikte in haar ogen. Ze keek naar de verpleegster en vroeg: ”Wat doe ik hier?” ”U heeft een ernstig ongeluk gehad,” kreeg ze te horen. Meja dacht dat deze de woorden aan iemand anders gericht waren. Alles was wazig en onwerkelijk voor haar.

Na ruim een week werd ze naar het Tergooi Ziekenhuis in Blaricum overgeplaatst. Daar begon het besef terug te komen. Roel vond deze periode het moeilijkst. ”Ze kon niet uit haar woorden komen. Ze praatte verward. Terwijl voor Meja praten een van de belangrijkste dingen is in haar leven.”

Meja kon ook niet slikken. Ze kreeg gemalen eten en moest overeind worden geholpen bij elke slok water. Ze was verzwakt, verward en emotioneel uitgeput.

Toen ze iets stabieler was, verhuisde ze naar een revalidatiecentrum in Naarden. Dat was voor Meja de zwaarste periode van haar leven. ”Er was een tekort aan personeel, weinig persoonlijke aandacht en toen kreeg Roel ook nog eens corona,” vertelt ze. Ze moest in isolatie, opgesloten in haar eigen kleine kamer. ”Ik werd er gek van. Ik heb gesmeekt of ik even op de gang mocht lopen.”

Na vier weken vroeg ze of ze naar huis mocht. De arts vond het eigenlijk te vroeg, maar gaf toestemming. ”Ik ben toen naar huis gegaan en ben daar zo ontzettend goed opgevangen door Roel”, vertelt Meja liefdevol.

Net toen Meja langzaam grip kreeg op haar dagen, kreeg ze onverwachts een herseninfarct. Weer een ambulance, weer een ziekenhuisbed. Een week lang heeft ze weer in het ziekenhuis gelegen. Daarna moest Meja weer naar een revalidatiecentrum.

Ze wilde absoluut niet terug naar het hetzelfde revalidatiecentrum waar ze eerder had gezeten. Meja had goede verhalen gehoord over een centrum in Hilversum. Ze vroeg erna, drong aan, en werd daar opgenomen. Acht weken lang werkte ze daar opnieuw aan haar evenwicht, spraak en kracht. Elke stap was klein, maar elke stap telde. ”Het is tussen kunnen en willen, en die grens is gelukkig heel klein voor mij.” vertelt Meja trots.

De echte doorbraak kwam niet tijdens een oefening of therapie, maar op een alledaagse plek. Roel en Meja zaten koffie te drinken bij de HEMA in Huizen. Het was druk, bekers klonken tegen schoteltjes, kinderen lachten.

Meja nam een slok, keek om zich heen en zei zacht tegen Roel: ”Dit lijkt net als van ouds.”

Het was de eerste keer dat ze dat voelde. Dat het leven niet meer volledig donker of onvoorspelbaar was. Roel knikte. Hij zag het ook: het ging beter en beter.

Meja is nu 75. Haar energie is nog altijd minder dan vroeger. ”Het energieniveau van Meja is van honderd naar vijftien procent gegaan,” zegt Roel. ”Maar het stijgt. Het is beter dan het was.”

Zo loopt Meja binnen zonder stok, en buiten met stok. Leest ze weer, iets langzamer, maar met plezier. Kookt ze dagelijks het avondeten, en fietst ze op een elektrische driewieler door de hele regio, onder andere naar Huizen, Soest en Bunschoten.

Emotioneel heeft het twee jaar geduurd voordat Meja haar oude leven kon loslaten. In die periode merkte ze vaak dat haar gedachten vastliepen. ”Als mijn hoofd vol is, dan is mijn accu leeg,” legt ze uit. ”Ik heb nu vaak dat ik moeite heb om de woorden te vinden. Het heeft meer tijd nodig.” Die worsteling maakte haar pijnlijk bewust van alles wat niet meer vanzelf ging, en van het leven dat ze stukje bij beetje moest achterlaten.

In dat proces, zegt Meja, veranderde er iets wezenlijks in haar. ”Ik heb leren rouwen,” vertelt ze. ”Maar mijn geloof in Jezus heeft me geholpen mijn nieuwe leven te omarmen. Ik kan nu zeggen dat ik gelukkig ben.”

Over de auteur

joost Siebeling

Ik ben Joost Siebeling (2004) en ik ben tweedejaars student op de School voor Journalistiek. Ik woon in Eemnes, gelegen dicht bij Hilversum. Ik ben een sociaal en nieuwsgierig persoon. Deze twee eigenschappen zijn erg belangrijk als journalist. Daarom denk ik dat de opleiding Journalistiek perfect bij mij past! Ik wil uiteindelijk op de opleiding ontdekken op welk vakgebied mijn talenten en eigenschappen het best tot hun recht komen. Verder kijk ik erg uit naar de komende jaren op de hogeschool!