Modellenwerk: Een ongezonde strijd tegen de kilo’s

Modellenwerk: Een ongezonde strijd tegen de kilo’s

Janne Jonasse bij de kathedraal van Milaan in 2019

Het warme water glijdt over haal gelige huid. Haar botten en aderen zijn zichtbaar. Menstruatieproducten had ze al maanden niet meer hoeven kopen. De deur klinkt.

‘Mam?’
‘Goh, lieverd…’
Ze staan oog in oog.
‘Ik durf helemaal niet naar je te kijken…’
‘Mam…’
‘Er is niets meer van je over’, zegt ze met trillende stem. ‘Zo kan het niet langer. Er moet iets gebeuren. Je hebt geen energie, je bent veel te dun…’
‘Ik weet het, mam, ik weet het…’

Janne Jonasse is zestien wanneer ze via Instagram een uitnodiging krijgt om naar een castingdag te komen. De volgende dag staat ze op de stoep van de agency.
Wanneer ze de deur doorloopt ziet ze naakte huiden, bikini’s aan en meiden gepositioneerd in een rij. Een stuk of tien. Een klikgeluid, een flits. Ze staan voor een wit doek.
‘Janne, wat leuk dat je er bent. Je mag daar plaatsnemen.’ Ze voelt zich een tikkeltje nerveus, maar ze weet dat dit erbij hoort. Wanneer ze aan de beurt is, gaat alles vanzelf. De castingdirector is enthousiast. Wanneer ze klaar is met de foto’s, mag ze meelopen naar een andere ruimte.
‘Neem plaats. We zijn erg enthousiast over je. We willen je graag bij ons bureau.’
‘Wauw, wat gaaf’, ze kijkt goedkeurend naar haar moeder.
Haar mondhoeken staan omhoog.
‘Je moet wel eerst school afmaken’, zegt haar moeder.
‘Daar zijn we het helemaal mee eens. Wel hebben we hier alvast een contract. Zo kan je nadat je je diploma hebt gehaald meteen aan de slag. Over je uiterlijk: Je moet twintig kilo afvallen, je mag je wenkbrauwen niet meer epileren en je mag niets veranderen aan je haar. Maar daar hoef je je nu nog geen zorgen over te maken.’

Een jaar later en met haar diploma op zak begint haar modellen carrière. Eten geeft haar een ongemakkelijk gevoel. Wat begint als gezond afvallen, wordt een strijd tegen de kilo’s. Met drie keer in de week personal training, zes dagen in de week sporten, en dat soms wel twee keer per dag, lukt het niet makkelijk om af te vallen.
‘Janne, het duurt te lang. Andere meiden zijn binnen 3 maanden in shape. Wat is er aan de hand?’
Zodra ze dit berichtje krijgt, gaat er een knop om. Ze denkt: Oké, het moet binnen drie maanden, dat kan ik ook.
Ze reageert: ‘Er is niets aan de hand. Ik zorg ervoor dat ik nog sneller ga afvallen.’

Het begint onschuldig. Eén keer het ontbijt overslaan. Daarna twee, of drie keer in week. De afvaltips staan op haar netvlies gebrand. Hardlopen in de ochtend, zonder ontbijt. Dan verbrand je de meeste calorieën. Eerst 5 kilometer, en opbouwen tot 10 kilometer. In de middag personal training. Zes keer per week. Tussendoor nog yoga. Daarmee moeten de kilo’s er wel afvliegen.

Vis en groenten, haar avondeten. Wanneer Janne haar ogenschijnlijke gezonde maaltijd op heeft, gaat ze zo snel mogelijk naar bed. Slapen valt niet mee. Het geluid van een knorrende maag houdt haar geregeld wakker. Ze bedenkt zich wat ze de volgende ochtend zal gaan eten.

Dagen voelen als weken, weken als jaren. Functioneren lukt niet of nauwelijks. Maar haar droom is het waard en volgens haar agency heeft ze veel potentie. Ze overtuigt zichzelf dat dit het beste voor haar is.

‘Ik ben in shape.’
‘Super, morgenavond vlieg je naar Rome.’
Wanneer ze het berichtje leest, kan ze haar geluk niet op. Het is anderhalf jaar later, 2019.  Nog snel een afscheidspicknick met vriendinnen, de laatste dingen regelen en koffer inpakken.
Samen met een ander model vliegt ze de volgende dag naar Rome. Daar begint haar internationale avontuur.

Ze gaat van casting naar casting, zet duizenden stappen op een dag. Haar carrière zit in een stroomversnelling. Ze verruilt al snel Rome voor Milaan.

Het lentezonnetje straalt in de straten van Milaan. De stad ziet er magisch uit. Haar telefoon gaat: ‘Janne, we kregen net bericht dat je één centimeter groter bent dan gezegd.’
Haar hart begint sneller te kloppen, haar handen worden klam. Ze twijfelt geen moment.
‘Ik beloof dat ik binnen een paar dagen in shape ben.’
De dagen daarop eet ze alleen pinda’s, om zo aan haar energie te komen.

Een van de opdrachten is een videoshoot. Wanneer ze op locatie aankomt ziet ze haar collega’s. Ze kijkt ze aan. Kippenvel is overal te zien. Kledingstukken zijn verdwenen als sneeuw voor de zon. Achttien jaar is ze. Wanneer het haar beurt is om te poseren, zegt de videograaf: “Mooi, je bent zo mooi. Kan je nog iets meer huid laten zien?” Haar hart gaat sneller kloppen en ze wil hier zo snel mogelijk weg. Stukje voor stukje verdwijnen er kledingstukken. Ze voelt zichzelf de hoofdpersoon in een boek dat ze liever niet leest.
‘Ga je mee naar de douche?’
‘Liever niet’, ze klinkt zo stellig mogelijk.
Vier uur. Vier uur lang duurde de opnames.
Aan de agency vertelt ze niet wat ze heeft meegemaakt. Ze is bang voor de reactie. Bang voor het normaliseren van deze ongebruikelijke situatie.

Haar gezondheid gaat achteruit. Haar ogen kan ze nauwelijks openhouden. Ze ziet zo wit als een vaatdoek. Na een bezoek aan de dokter krijgt ze het nieuws: Ze heeft pfeiffer. Ondanks dit gaat haar carrière door, maar het blijft niet onopgemerkt. Ze krijgt een appje van haar agent: ‘Janne, de castingsdirectors waren niet tevreden over je vandaag. Je was onaardig. Ze zeiden dat je aankwam alsof je hond net was overleden.’ Wat ze hiermee moet weet ze niet. Ze is doodziek aan het worden.

Het zwart voor haar ogen was kenmerkend voor haar dagen. Inmiddels is het 2020, een jaar nadat ze begon met haar carrière. De pauzes tussen de castings gebruikt ze niet om te eten. Integendeel, eten doet ze niet. Het lichaam van Janne, begint steeds meer botten te vertonen. Ze is in de stad van de liefde, Parijs. Maar de liefde voor zichzelf is steeds moeilijker te vinden. Ze heeft tijd. Tijd om zich druk te maken over castings, over maten, over shows en vooral over eten. Tijd, die ze liever niet heeft.

Nog geen twee maanden later staat de wereld in brand. Een pandemie op de stoep. Castings worden massaal afgezegd. Haar heimwee is erger dan ooit. De auto van haar vader rijdt de straat in. Ze vliegen elkaar in de armen.
‘Pap!’
‘Hey lieverd, gaat het goed?’
Samen laden ze de auto vol met haar spullen.
Janne doet voor de laatste keer de deur achter zich dicht.
In de auto naar Nederland denkt ze over haar avonturen in Parijs. De shows die ze mocht lopen, de kilometers die ze heeft afgelegd, de vriendinnen die ze heeft gemaakt. Op naar onzekere tijden.

Ondanks dat ze al vaker geroepen heeft te willen stoppen, blijft het moeilijk. Door de coronacrisis heeft ze weer veel tijd om na te denken over afvallen.
‘Janne, het is tijd voor iets nieuws. Het gaat niet goed zo. Zo kan het niet langer’, de blik van haar moeder breekt haar hart.
‘Je hebt tijd voor jezelf nodig. Kijk hoe je het anders wilt doen’, haar vader maakt zich grote zorgen. Ze heeft haar ouders nodig om de knoop door te hakken.
‘Ik weet het… Ik kan het alleen niet. Dit was alles waar ik zo hard voor gewerkt had. Willen jullie mij helpen?’

Samen vertellen ze de agency over het besluit. Tranen rollen over haar wangen. Haar droom is uiteengespat. De reactie die ze krijgen is niet goed. Volgens haar agent kan ze dit niet maken en heeft ze nog te veel potentie om te stoppen.

Hulp inschakelen is moeilijk. Het erkennen van de eetstoornis anorexia misschien nog wel moeilijker. Een keer in de week bezoekt ze een psycholoog. Ze heeft afscheid genomen van het modellenleven. Het leven waar ze van droomde bleek toch niet zo glamoureus te zijn. Haar vriend helpt haar met aansterken. De deurbel gaat.
‘Doe jij open?’
Hij komt met een pizzadoos de woonkamer binnen.
‘Hier, probeer een stukje. Zorg dat je lichaam went aan eten.’
De geur van BBQ-saus, mozzarella en kip zorgt ervoor dat de negatieve stem in haar weer opkomt. Het is haar lievelingspizza. Ze mag en kan dit niet eten.
Het eerste pizzastuk gaat naar haar mond. Ze sluit haar ogen.
Het genieten duurt niet voor lang. Haar lichaam is niet gewend aan de voedzame en rijke ingrediënten.
‘Ik kan echt niet meer. Eén stukje en ik krijg al buikpijn.’
Ze rent naar het toilet. Daar komt de pizza die ze zojuist gegeten had, er alweer uit.

In de weken daarop zijn de witte muren van het ziekenhuis voor haar niet onbekend. De buikpijnen, ondragelijk als ze zijn, houden niet op. Wanneer ze voor de zoveelste keer met spoed in het ziekenhuis beland, wordt haar lichaam binnenste buiten gekeerd. Ze kijkt uit het raam, de zon schijnt en de bomen staan in bloei.
‘Janne, we denken dat je Prikkelbare Darm Syndroom hebt. Daarom heb je last van buikpijnen’, vertelt de dokter haar.

Het duurt lang voordat haar lichaam gewend is aan eten. Ze blijft het proberen, om daarna alles er weer uit te gooien, om het weer te proberen. Inmiddels is het een jaar nadat ze stopte met modellenwerk. De twintig kilo die ze ooit moest verliezen, zijn er weer aangekomen. Ze heeft een opleiding tot visagiste afgerond, maar het werken voor een high-fashionshow wil ze niet. ‘Ik weet hoe het eraan toe gaat, ik weet hoe modellen met zichzelf omgaan.’ Als ze op haar modellenleven terugkijkt, beseft ze zich wat een achtbaan het was. Ze heeft geen spijt, zeker niet. ‘Maar uiteindelijk waren er meer negatieve dan positieve momenten.’

Over de auteur