Born in the USA: Het verhaal van ‘soccer’ in Amerika

Born in the USA: Het verhaal van ‘soccer’ in Amerika

Johan Cruijff als speler van de New York Cosmos in 1978. Foto: Peter Robinson/Press Association

Op 6 juni 1995 keerde professioneel voetbal na veertien jaar terug in Dallas, Texas. Genoemd naar de verbranding van olie in de Texaanse olievelden en het hete weer in de staat, zag Dallas Burn het levenslicht. Nu, bijna drie decennia later, leverde de club al menig internationals af en met Ricardo Pepi één van de duurste Amerikaanse transfers uit de geschiedenis.

Wie de reis over de plas maakt richting de Verenigde Staten om daar een sportwedstrijd te bezoeken, zal dat niet snel doen om een voetbalwedstrijd te kijken. Europese voetbalfans kijken al sinds de oprichting van de Amerikaanse voetbalcompetitie in 1996 met minachting naar de competitie. Daarbij, trekken Europese voetballers vaak richting Amerika om op late leeftijd nog veel geld te verdienen en te zorgen dat ze financieel onafhankelijk kunnen zijn. Toch, is er een verschuiving gaande in de Amerikaanse voetbalcultuur. Clubs beginnen steeds meer hun eigen talenten op te leiden en daarvan profiteert het Amerikaanse voetbal.

 

De eerste poging

Toch ging niet alles op rolletjes binnen het Amerikaanse voetbal. De sport is een Engelse uitvinding en daarom werd er ook al vroeg gevoetbald in de oude Engelse kolonie. In 1850 rolde de bal al op verschillende velden. Echter, werd er officieel pas in 1967 een FIFA gesanctioneerde competitie opgericht. De United Soccer Association bestond uit twaalf teams die allemaal hun oorsprong vonden uit Europese en Zuid-Amerikaanse voetbalclubs. Deze teams werden met de gehele selectie overgeheveld naar Amerika om daar te spelen. Zo ontstond de eerste voetbalclub die de stad Dallas officieel kende en ook erkend werd door de FIFA uit spelers van Dundee United. Uiteindelijk ging de club Dallas Tornados heten. Naast Dundee United stapte één Nederlandse ploeg in de Amerikaanse markt. De San Francisco Golden Gate Gales speelde met de spelers van ADO Den Haag, onder andere met Dick Advocaat.

Zo lang als het duurde voordat de Verenigde Staten een officiële competitie kregen, zo snel ging het ook weer mis. Naast de United Soccer Association werd ook de National Professional Soccer League (NPSL) opgericht. De laatstgenoemde competitie had een televisiecontract afgedwongen bij maatschappij CBS en besloot om in 1967 te starten met de competitie. Mede hierdoor werd de United Soccer Association gedwongen de competitie eerder te starten dan het geplande seizoen in 1968 en dat zorgde voor problemen. Zo mooi als het televisiecontract van de NPSL leek, zo snel werd het ook weer door CBS in de papierversnipperaar gegooid. De rede voor CBS om snel op te geven waren teleurstellende kijkcijfers en na één volledig seizoen besloten de National Professional Soccer League en United Soccer Association samen verder te gaan.

De NASL, zoals de nieuwe competitie ging heten, startte zijn eerste seizoen in 1968. Grote namen trokken uiteindelijk naar deze competitie om daar in hun nadagen nog te spelen. Pelé, Franz Beckenbauer, George Best, Johan Cruijff en Johan Neeskens speelden allemaal wedstrijden in de NASL. Opnieuw zouden de problemen zich echter weer opstapelen. Na wat opstartproblemen in de vroege jaren ’70, lukte het de NASL om voetbal onder de aandacht van de Amerikaanse sportkijker te brengen en ook populairder te maken. Zo steeg het gemiddelde bezoekersaantal van wedstrijden van rond de vierduizend naar veertienduizend in de hoogtijdagen. Precies daar ontstonden ook de problemen. Meerdere nieuwe organisaties zagen dankzij het succes levenslicht en het aantal teams steeg van vijftien in 1974 naar 24 in 1980. Dit leidde tot overmatige expansie, maar de organisatie had ook een conflict met de spelers over salarissen en het erkennen van de spelersvakbond.

Dit, in combinatie met de economische recessie van de jaren ‘80 in Amerika, leidde ertoe dat clubeigenaren voor het eerst in jaren verliezen moesten bijschrijven. Veel clubs spendeerden meer aan spelerssalarissen dan dat ze ontvingen uit de omzet van de NASL. Na het laatste seizoen met 24 teams in 1980 begon het aantal teams dat omviel snel te groeien. Uiteindelijk speelden negen teams in het laatste seizoen van de NASL. Na het seizoen van 1984 wilden uitsluitend twee clubs nog verder gaan, maar het einde voor de National Professional Soccer League was getekend.

 

WK-bids

Acht jaar na de val van de nationale competitie besloot de Amerikaanse voetbalbond om een bid te doen voor het Wereldkampioenschap voetbal. In 1986 deed het dat al eens na de terugtrekking van Colombia, maar toen kreeg Mexico het toernooi toegewezen. Op 4 juli 1986 kreeg de VS het toernooi wel toegewezen. Met tien stemmen voor de Verenigde Staten, tegen zeven voor Marokko en twee voor Brazilië ging het WK van 1994 naar de VS. Met het bid voor het Wereldkampioenschap voetbal beloofde het land ook weer een nationale competitie op te zetten en dus werd de Major League Soccer opgericht.

Naast het bid voor het Wereldkampioenschap voetbal voor mannen deed de Verenigde Staten ook een bid voor het Wereldkampioenschap voor vrouwen. In 1991 werd pas het eerste wereldkampioenschap voor vrouwen georganiseerd en dus was het land in tegenstelling tot de mannen tak van de sport er wel vroeg bij de vrouwen. Ook in 2003 organiseerde het land het WK, omdat China zich door de SARS-uitbraak moest terugtrekken.

 

De Major League Soccer

Met de organisatie van het Wereldkampioenschap voetbal voor mannen in de VS won de sport veel populariteit. In totaal bezochten ongeveer 3,5 miljoen mensen de verschillende wedstrijden. Het gemiddelde aantal toeschouwers per wedstrijd stond hiermee op 68,626. Hiermee heeft het WK van 1994 nog altijd het hoogste aantal gemiddelde toeschouwers per wedstrijd van alle wereldkampioenschappen. Ook tijdens het Wereldkampioenschap voor vrouwen gingen de Amerikanen graag naar het stadion. Tijdens de finale van het WK 1999 zaten maar liefst 90 duizend toeschouwers op de tribune van de Rose Bowl in Pasadena, Californië. Dit bleef tot voorkort een record van best bezochte vrouwen voetbalwedstrijd aller tijden. Alleen de eerste vrouwen ‘Classico’ tussen FC Barcelona en Real Madrid in Camp Nou trok meer mensen met 91,553.

Dankzij de hype van het WK in eigen land ontstond dus de MLS. Op 6 april 1996 werd de eerste wedstrijd gespeeld voor 31 duizend fans tussen de San Jose Clash en D.C. United. Daarentegen, leek ook de MLS in dezelfde valkuilen te trappen als haar voorgangers. Na het eerste seizoen, waarbij Chicago Fire de titel greep, daalde het aantal toeschouwers enorm. De reden hiervoor was snel gevonden: veel MLS-clubs speelden hun wedstrijden in enorme NFL-stadions. De American football stadions hebben vaak plek voor meer dan 60 duizend toeschouwers en de voetbalclubs kregen deze stadions niet vol. Met een gemiddeld aantal toeschouwers van 17,406 in het eerste seizoen, bleef vaak meer dan twee derde van de kaarten onverkocht.

Tot aan 2002 leed de MLS grote verliezen en zweefden ook de gedachtes rond om de competitie weer op te doeken. De ommekeer kwam echter door een wonderprestatie van het Amerikaanse voetbalelftal. In 2002 stond het Wereldkampioenschap voetbal voor mannen gepland in Japan en Korea. The Stars and Stripes bereikten onverwacht de kwartfinale, de beste prestatie ooit van het nationale elftal.

Daarnaast begonnen meerdere clubs rond de eeuwwisseling met het bouwen van voetbal specifieke stadions. Daardoor konden ze eindelijk intrek nemen in hun eigen stadions en, belangrijker, afscheid nemen van de American football stadions. Bovendien nam de Amerikaanse competitie de officiële IFAB-regels voor het voetballen in 2005 aan. Dit alles leidde tot het aanwakkeren voor een stabiele periode voor de MLS.

 

Meer succes bij de vrouwen

Waar het bij de mannen lang duurde voordat het voetballen in rustig vaarwater kwam, was er bij de vrouwen vanaf het eerste moment succes. In 1988 maakte de FIFA bekend een nieuw toernooi voor vrouwen op te zetten, de FIFA World Championship for Women’s Football for the M&M’s Cup. De kwalificatie voor het toernooi werd makkelijk voltooid door de Amerikaanse vrouwen. Met een doelsaldo van 49-0 in het eerste CONCACAF-kampioenschap voor vrouwen, werd dat toernooi gewonnen en konden de vrouwen zich opmaken voor het eerste WK. Uiteindelijk werd Noorwegen met 2-1 verslagen en waren de Amerikaanse vrouwen de eerste vrouwelijke wereldkampioenen ooit.

Na het kampioenschap in 1991 zouden de vrouwelijke Stars and Stripes nog drie keer wereldkampioen worden. Het team won zelfs op ieder WK, dat heeft plaats gevonden, een medaille. Verder werd nog vier keer goud gewonnen op de Olympische Spelen (1996, 2004, 2008, 2012). Groot aandeel in het succes van het Amerikaanse vrouwenvoetbalelftal is het feit dat in de Verenigde Staten voetbal vooral als vrouwensport wordt gezien. Dit is vooral te danken aan Title XI. Deze wetgeving, die in 1972 door de senaat en het Huis van Afgevaardigden goed werd gekeurd, verbood discriminatie op gender door federaal gesteunde educatieprogramma’s. Eigenlijk kwam de wetgeving erop neer dat colleges (universiteiten) in Amerika vrouwelijke sporttakken moesten gaan oprichten en ze zagen heil in vrouwenvoetbal. De sport was groeiende in de wereld en niemand had binnen de tak voetbal nog een team.

De teller van vrouwelijke collegeteams staat nu op 1562, terwijl er 1399 mannelijke collegeteams zijn. Verder voetballen nog 394 duizend meisjes in High Schools. Er is dan ook een groot verschil tussen de VS en alle andere voetballende landen als het gaat om leden van de nationale voetbalbond. In 2007 waren 1,6 miljoen vrouwen lid van de United States Soccer Federation, waarbij nummer twee, Canada (CSAC), op de lijst 1,2 miljoen vrouwen minder had. Voetbal is dus vooral een vrouwensport in Amerika. De vrouwen zijn er gewoonweg beter in dan de mannen, maar er ligt ook meer toekomst voor deze doelgroep in de sport. Het is dan ook niet gek dat een van de meest gebruikte termen rondom ‘soccer’ in Amerika de ‘soccermom’ is. Voor Amerikanen is het namelijk normaler dat de moeder in het weekend meegaat met de kinderen naar het voetballen.

 

Supporters

Juist dat is ook terug te zien in de mensen die geïnteresseerd zijn in de sport. Van de 167.1 miljoen vrouwen die in 2020 in Amerika leefden waren tien miljoen vrouwen zeer geïnteresseerd in het voetballen. Daarbij is de groep vrouwen die ietwat geïnteresseerd is veel groter en bedraagt zo’n 28,4 miljoen vrouwen. Bij de mannen ontdekte David Lange, die hier onderzoek naar deed, dat 31% van de Amerikaanse mannelijke bevolking geïnteresseerd is in voetbal. Ongeveer 50.8 miljoen mannen ziet de sport dus graag. Waar het interessantste voorval zich voordoet binnen de Amerikaanse voetbalkijker is wanneer er gekeken wordt naar etniciteit. Amerika is een mengelmoes van immigranten en de ene groep is veel meer geïnteresseerd dan de andere.

Het zal niet als een verrassing komen voor de voetbalfan dat de Hispanic populatie het meest van de sport houdt en ook geïnteresseerd is. Zuid-Amerikanen en Mexicanen leven voor de sport en zijn dat ook gaan doen in de VS. 17% van alle Hispanics in Amerika is zeer geïnteresseerd in het voetbal, terwijl maar 7% van de blanke Amerikanen geïnteresseerd is in de sport. Ondanks de interesse in de sport, heeft de MLS moeite met het trekken van kijkers. De huidige televisiedeal loopt aan het einde van het huidige seizoen af en het is maar de vraag of er een nieuwe komt. Er zijn slechts twee competities waar minder voor betaald wordt, door de sportzenders, dan de 90 miljoen die de MLS krijgt: de Duitse Bundesliga en de Italiaanse Serie A.

Gezien de etnische interesse in de sport voetbal is het ook niet raar om te zien dat andere competities in Amerika populairder zijn dan de eigen. Met als meest voor de hand liggende La Primera División de México. Verder is er ook veel interesse in de Engelse Premier League en Spaanse Primera División. Dit ziet ook host van FC Betting Jelle Kool. “Er lopen heel veel Zuid-Amerikanen rond in de Amerikaanse competitie. Dit komt denk ik ook omdat het publiek zich dan beter met het spel kan identificeren. Voetbal leeft nog meer in Zuid-Amerika dan in Europa. Die mensen leven echt voor de sport. Het is dan wel vreemd dat de aandacht toch liever gaat naar andere competities. Uiteindelijk zit het probleem denk ik in het niveau van de competitie.”

“Een aantal jaar geleden zag ik nog wel eens wedstrijden voorbijkomen met oude Europese voetballers zoals Beckham of Henry, maar dat kon echt niet. Het niveau is gewoon vergeleken met Europa en Zuid-Amerika te laag. Hoewel het niveau van de sport echt aan de beterende hand is en ik nu soms wel wedstrijden voorbij zie komen die het kijken waard zijn, denk ik dat het grootste verschil en probleem is dat mensen niet voor het voetballen leven. Als je kijkt naar hoe Europese mensen hun club overal achternareizen en diehard supporter zijn, zie ik dat niet terugkomen in Amerika. Wanneer daarin iets zou veranderen, til je de competitie ook naar een hoger niveau. Het is aan de betere hand, maar voor zo een groot land kan het nog een stuk beter.”

 

FC Dallas – Minnesota United FC

Zelf bezocht ik op 23 mei de wedstrijd tussen FC Dallas en Minnesota United FC. Beide teams spelen in de MLS en de wedstrijd vond plaats in het Toyota Stadium in Frisco, Texas. Bij aankomst bij het stadion viel meteen iets op wat bij een Europees stadion nooit zo zal zijn. In alle richtingen waar je keek waren enorme parkeerplaatsen te vinden. Waar het normaal is om in Europa veelal met het openbaar vervoer dan wel lopend naar het stadion te komen, gaat elke toeschouwer in Amerika met de auto. Met een capaciteit van 20,5 duizend mensen valt het stadion in de middenmoot qua grote vergeleken met andere MLS-stadions. In Nederland is het vergelijkbaar met het Parkstad Limburg Stadion, het stadion van Roda JC. Door goed op tijd bij het stadion te zijn had ik de gelegenheid om ook de National Soccer Hall of Fame te bezoeken die in het stadion van FC Dallas gelegen is.

 

Foto: Mick van der Nat

Binnenin de National Soccer Hall of Fame maak je een reis door de tijd binnen het Amerikaanse voetbal. Shirts van legendes als Johan Cruijff, Franz Beckenbauer en Pelé zijn opgehangen als herinnering aan de NASL. Verder wordt er ook stil gestaan bij de voorloper van FC Dallas, de Dallas Tornados. Het zou de National Soccer Hall of Fame niet zijn, als er ook niet veelvuldig gerefereerd wordt aan de internationale successen van het nationale vrouwenelftal.

 

 

 

Foto’s: Mick van der Nat

Tot mijn verbazing is ergens in een donker hoekje zelfs een blik in het verleden geworpen op Amerikaanse voetbalfans. Oude kaartjes, vlaggen en zelfs een megafoon eren de harde kern van de Amerikaanse supporterscultuur. Iets wat je in Europa niet snel zult zien.

Foto: Mick van der Nat

De wedstrijd zelf was een duel tussen de nummer drie en de nummer negen van de competitie en buiten een geweldig doelpunt van Paul Arriola was het voetbal niet om aan te zien. De wedstrijd eindigde in een 1-2 overwinning voor de bezoekers. Toch,  was het spektakel wat rondom de wedstrijd plaatsvond, iets wat ik nog nooit in mijn leven gezien had. Lange rijen mensen stonden al voor het eerste fluitsignaal te wachten bij verschillende eet- en drinktentjes. Daarbij waren er allerlei activiteiten voor kinderen, zoals het racen in opgeblazen ballen en meerdere prijsvragen. Bij de aftrap zat nog lang niet iedere toeschouwer op zijn plek. Degenen die al wel zaten, kwamen na het eerste fluitsignaal in beweging. Er ontstond een indrukwekkend verkeersnetwerk. Er is geen enkel moment in de wedstrijd geweest dat alle 15,280 aanwezige supporters op hun plek zaten. De mensen die naast mij zaten vertrokken in de rust om eten te halen en kwamen pas terug rondom de tachtigste minuut. Na vijftig minuten van hun plaats geweest te zijn vroeg ik wat de reden was en het antwoord was simpel: “De rijen zijn hier gewoon lang en je moet wachten. Het is meer een dagje uit voor ons dan dat de voetbalwedstrijd belangrijk is.”

 

Foto’s Mick van der Nat

 

Ik bezocht de wedstrijd samen met David Kelley. Hoewel hij woonachtig is in Dallas, was hij nog nooit naar een voetbalwedstrijd van FC Dallas geweest. Na vertelde hij wat dingen die hem opgevallen waren. “Ten eerste, hoewel een voetbalclub als FC Dallas zeker enkele enthousiaste fans heeft, voelde ik dat veel van de aanwezigen meer ‘casual’ fans van het spel waren. Voor mij leek het alsof veel van de mensen die de wedstrijd bijwoonden het meer dan een familie- of sociale gebeurtenis behandelden dan als een competitieve voetbalwedstrijd. Dit werd bewezen door mensen die niet op hun stoel zaten toen beide helften begonnen, mensen die de tribunes in- en uitliepen om eten of drinken te halen, enzovoort.

Ten tweede, om wat voor reden dan ook, staan ​​veel mensen er niet bij stil hoe storend het in- en uitlopen van de tribune kan zijn terwijl de wedstrijd aan de gang is. Hoewel dit gedrag niet onder controle was tijdens de wedstrijd van FC Dallas, lijken het gedraging te zijn die ook voorkomen bij andere sportevenementen, dan alleen bij voetbalwedstrijden. Daarentegen, als ik bijvoorbeeld een wedstrijd van Dallas Mavericks (basketbal) of Dallas Stars (ijshockey) bijwoon, zullen stewards mij ervan weerhouden het zitgedeelte te betreden terwijl er wordt gespeeld, zodat verstoringen bij het kijken tot een minimum worden beperkt. Omdat dergelijke controles niet aanwezig waren tijdens de wedstrijd van FC Dallas, moesten we het hele spel omgaan met dit gedrag en dat was zeer storend. Zo hebben wij het grootste gedeelte van de wedstrijd gestaan, om wat van de wedstrijd te kunnen zien. Precies die ‘casual’ fan maakt, denk ik het verschil tussen de Amerikaanse en Europese voetbalcultuur.”

 

Toekomstperspectief

Dat de cultuur rondom voetbal dus totaal anders is vergeleken met Europa betekent niet dat de Verenigde Staten geen toekomst zien in de sport. De tijd dat mensen totaal geen interesse in deze sport hebben is verdwenen en er gloort zelfs hoop. Het nationale mannenelftal kwalificeerde zich voor het eerst sinds 2014 weer voor het Wereldkampioenschap en heeft een selectie waar jong talent zich steeds meer een weg baant richting de Europese top. In 2026 zal het spektakel van het Wereldkampioenschap ook deels weer plaatsvinden in Amerika en dus zal dan ook weer de populariteit van de sport toenemen. Bovendien behoren de Amerikaanse vrouwen zoals altijd tot een van de favorieten om hun WK in 2023 te winnen.

De tijd van totale desinteresse is voorbij, maar toch blijft voetbal in Amerika een andere sport. Het is misschien niet raar dat de sport soccer heet. Fans zijn op een andere manier geïnteresseerd en de voetbalsport leeft anders dan in de rest van de wereld. Voetbal is en blijft de komende jaren in ieder geval nog een tweederangs sport, maar er gloort hoop voor de The Stars and Stripes.

About The Author