jou eerste baan als tiener, dat vergeet je niet zomaar. De 20-jarige June heeft angst om naar haar nieuwe baan te gaan. Al vanaf haar 16e, sinds ze bij de Action had gewerkt heeft ze veel angst. Lukt het June haar angst te overwinnen?
TRING! Het is 7:00 uur ‘s ochtends, June doet haar mond open en begint te gapen. Ze staat op en gaat douchen en doet haar werkkleding aan.
Het is maandagochtend en het is erg bewolkt, en donker buiten. June heeft haar paraplu al opengemaakt en voelt het alle kanten op waaien. Ondertussen gaat ze met een zuur gezicht onderweg voor haar eerste werkdag bij het Rijksmuseum als service en veiligheid medewerker. June komt helemaal doorweekt binnen op het werk, make-up op haar gezicht zit niet meer goed, en haar haar is super pluizig geworden. Ze moet zich eigenlijk opnieuw klaarmaken maar het is bijna tijd om te starten met werk. Ze zet haar spullen in de kluis, en meldt zich aan bij de teamleider.
June komt binnen in het museum en kijkt met een ernstige blik om haar heen, het is pas 11:15 uur, maar het is nu al overvol op de begaande grond. Haar buik begint langzaam te branden van de pijn, ze kan nauwelijks normaal lopen zo druk is het, en daar krijgt ze een naar gevoel van. Voordat ze naar haar positie gaat, loopt June naar de kantine om een kopje koffie te drinken voor ontspanning en voelt zich beter.
June loopt naar de trappen en gaat richting de tweede verdieping, naar haar positie in de eregallerij. In de eregalerij vindt nu ook een juwelen expositie plaats. De eregalerij is de bekende hal waar het schilderij het Melkmeisje staat van de schilder Johannes Vermeer en het schilderij van Rembrandt, de Nachtwacht. Dit is de hal met de meeste bezoekers. June staat precies bij het schilderij van het Melkmeisje. Ze krijgt het spaans benauwd van haar positie, en het zweet druppelt van haar voorhoofd.
De bezoekers stromen en stromen binnen. Corona is nu definitief weg, zo voelt het tenminste. Een man en een vrouw staan precies voor het Melkmeisje, de vrouw pakt iets uit haar tas en de man, kijkt aandachtig mee. June haar ogen worden groter, en groter, en ze vraagt zich af wat de bezoekers nu zonodig moeten pakken. June wordt super rood en heeft het erg warm, maar het is vals alarm de vrouw pakt haar camera en klikt een foto. June denkt steeds als mensen te dicht op het schilderij komen dat ze grafitti spuiten, of lijm om zich vast te plakken aan het Melkmeisje of erger nog dat ze het meenemen. De man en vrouw lopen weer verder en er komt nog een man voor het schilderij staan, en pakt Spa Blauw uit zijn tas. June loopt gehaast naar de man en vraagt gespannen: ‘me-me-meneer, kunt u, u drinken wegzetten?’. ‘Ik mag toch wel een slok van mijn water?’, alleen buiten de zalen meneer, zegt ze. De man kijkt vijf seconden recht voor zichuit. Voor June is dat al vijf seconden teveel en ze begint te blazen. ‘Mevrouw ik zet het weg’, zegt de man. ‘Gelukkig, meneer’, zegt ze. June kon weer goed ademhalen.
June heeft een paar jaar geleden gewerkt in de Action en daar was een overval geweest. De daders kwamen naar binnen en hadden de hele Action op stelten gezet. Er werd met spullen gegooid door de daders, en bezoekers renden in paniek alle kanten op, en probeerden zo snel mogelijk de winkel te verlaten. De overvallers bedreigden personeel woordelijk, ‘ik ga jullie iets aan doen’, of ‘luister goed naar mij’ werd er gezegd op een kwade manier, maar er was iets verdachts te zien in zijn zak. Hij begon te rennen naar de kassa en dwong een kassamedewerker om al het geld uit de kassa te geven. Hij gebruikte daarbij een scherp voorwerp.
June had gewerkt op de dag tijdens de overval, maar ze had een vroege dienst tot 13:00 uur, maar de overvallers kwamen om 14:00 uur s’middags. Je zou kunnen zeggen dat god over haar heeft gewaakt. Ze kreeg een e-mail van haar leidinggevende Melissa, met daarin het bericht over de overval. June zat op de bank, en terwijl June het bericht had gelezen, vloeide de tranen over haar hele gezicht. Ze begon harder en harder te huilen. Ze rende naar boven, naar haar moeder toe, en pakte een kussen en sloeg het op het bed, want June’s moeder Susanne sliep.
‘MAMMMMMMMMMMMMMMMM een uur geleden was er een overval bij de Action.’ Haar moeder stond gelijk recht overeind, haar ogen werden groot en ze begon te trillen. ‘Wat is er gebeurd?’, zei ze. June liet van de schrik haar telefoon vallen op de grond. ‘Ik was er niet bij, maar een uur eerder was ik nog op werk’, zegt ze snikkend. ‘June adem in en adem uit, het is niet leuk, maar je kan er niks meer aan doen.’ ‘Gelukkig is er niemand gewond mama’. June zet een zuur gezicht en krijgt pijn in haar onderbuik, want ze is als de dood dat dit nog een keer gaat gebeuren. June loopt in paniek weg, en Susanne loopt achter haar aan en pakt haar bij haar arm vast. ‘Schat, ik ben blij dat jou en je collega’s niks is overkomen’ vertelde ze. ‘Behalve een trauma’ zucht June. ‘Kom laten we naar beneden gaan, kijken we wat televisie en gaan we wat eten’, zei Susanne.
June en haar moeder hielden een serie avond en gingen nadenken of het niet beter was voor June om een andere baan te gaan zoeken. Want steeds als ze aan het werk was in de Action bleef ze om zich heen kijken, schrok ze als er iets viel in de winkel of als een bezoeker haar van achteren aantikte. June had ontslag genomen bij Melissa, en ging door met haar leven. Ze had geen behoefte aan persoonlijke hulp en ging door met haar leven.
June is wel klaar met vast staan bij het Melkmeisje en begint heen en weer te lopen in de eregallerij. Mevrouw mag ik jou iets vragen, roept een bezoeker. June loopt richting de vrouw en probeert al een beeld te schetsen in haar hoofd, over de vraag die zei aan haar gaat stellen. De vraag zou zou zeker zijn ‘waar is de Nachtwacht’, terwijl het 50 meter van haar vandaan staat. De vraag ging als volgt: ik ben op zoek naar de Nachtwacht. Ze brengt de vrouw richting de Nachtwacht. Er staan tientallen mensen voor de Nachtwacht en het aantal bezoekers blijft stijgen. Het zweet is van June’s voorhoofd af gedruppeld omdat een groep bezoekers te dichtbij het glas is gekomen van de Nachtwacht. Ze wordt daar super onrustig van. In de tussentijd komt er een man aangelopen. ‘De Nachtwacht is veel groter dan verwacht en de level van detail is prachtig om te zien. Bij elke blik kan ik iets nieuws waarnemen’, zegt hij. Het lijkt wel alsof June een teken had gekregen van de bezoeker, om haar minder onrustig te voelen. Je raad het al het heeft gewerkt.
‘Collega! Kunnen wij ruilen van positie met elkaar, ik sta bij de Nachtwacht en ik zou graag bij de tentoonstelling willen staan’, roept June door de portofoon. ‘Ja hoor ik kom nu naar je toe’, zegt de collega. Aangekomen bij de tentoonstelling, ziet zij haar andere collega met een brede lach op haar gezicht. ‘Leuk dat je mij komt versterken‘, zegt ze. Het is erg druk bij de tentoonstelling meer dan duizend bezoekers. June is erg gefocust en kijkt continu om haar heen en loopt heen en weer. Ze keek twee seconden opzij en ineens hoorde ze BAM! Er komen vier mannen aangelopen, zij slaan met een grote hamer een vitrine in. June raakt erg in paniek, tranen vloeien over haar wangen, en ze heeft weinig macht op dit moment. Haar lichaam, en handen trillen, ze wilt alarmeren naar haar collega’s, maar er komen al verschillende beveiligers en omstanders rennen om de man met de hamer weg te trappen bij de vitrine. Maar er worden twee vuurwapens op ze gericht, en ze houden het voor gezien. De overvallers stoppen hun tassen vol met juwelen en rennen weg via het restaurant in het museum.
June staat helemaal versteend, de overvallers hebben alle sieraden meegenomen en zijn gevlucht. ‘Iedereen om haar heen dacht wat gebeurt er?’, en er ontstond veel onduidelijkheid: moeten we nou wel of niet weg?. Politie kwam al aanlopen en zij stellen haar gerust en nemen haar mee apart. ‘’Wat heb jij gezien, hoeveel mannen waren het, en hoe ging het’’, zeiden ze. Uh meneer uh vier uh.. het ging erg snel, zei June. Het is zo een erge situatie, dat ze echt geen duidelijke uitleg kon geven. ‘Zou jij met ons mee kunnen lopen’, zegt de politie. In de tussentijd word alles ontruimd, de bezoekers worden naar buiten gestuurd en de collega’s ook. Inmiddels is June en een paar andere ooggetuigen, die werkzaam zijn weer binnen in het museum. Het deel van de hal waar de overval plaatsvond, is afgezet met linten. June moet even gaan zitten en tellen tot 10. Ze ziet zwart voor haar ogen. ‘June ik breng je wel naar huis’, zei Maye en collega die vlakbij haar woont. Het ergste wat June dacht van dit moet mij nooit gebeuren is haar overkomen.
June heeft na de situatie van de Action en nu de situatie van de kunst overval last van een angststoornis. Als June loopt op straat kijkt ze telkens om haar heen, ze slaapt maar voor drie uurtjes en ze meldt zich vaak ziek voor school. De laatste tijd leest ze vaak dat er erge dingen op scholen gebeuren en daar wil ze niks van weten. Ze heeft hulp ingeschakeld bij een psycholoog die helpt met trauma’s. Elke week heeft June het erover met haar psycholoog Emma, dat ze het beeld van de overval terug ziet komen in haar gedachten.
June zit televisie te kijken in de woonkamer, en kijkt naar de klok. Ze springt op en trekt haar schoenen en jas aan en gaat onderweg naar Emma om een sessie te doen. ‘June hoe is het nu?’, zegt Emma. June kijkt naar boven en weet niet wat ze moet zeggen, en blijft stil. ‘June probeer dezelfde gedachten die je telkens krijgt positief te maken, hoe gek het ook klinkt’, zei Emma. Alweer gaf June geen reactie. ‘Hoe kan je dit goed praten?’, zegt June rollend met haar ogen. ‘We leven in het hier en nu June’, zei Emma. June kreeg droge ogen, en als ze vreemde geluiden hoort schrikt ze ervan. ‘Laten we beginnen met jezelf geruststellen’, zegt Emma. Fluisterend liet June weten dat ze het zou proberen. Emma zegt: ‘je kan hardop zeggen: dit is een herbeleving, dit is niet echt.’ ‘Dit is een herbeleving, dit is niet echt’, zei June moppelend. ‘Jij bent veilig June’, ‘ik ben veilig’ zei ze op een harde manier en ze geloofde er meer in. ‘Dit klinkt goed June, volgende week gaan we verder.’ June ging met een kleine glimlach naar buiten. Ze heeft haar eerste vooruitgang gemaakt na een lange tijd.
June ging weer terug naar huis met een lach op haar gezicht om dit met haar moeder te delen. ‘Mama ik ga beginnen met kickboksen en mijn studie hervatten.’ ‘Wat goed van jouw June! Ik ben een trotse moeder.’
Ondanks dat June kleine stappen maakt heeft ze zichzelf voorgenomen om de situatie achterwege te laten en te focussen op haar doelen. Ze wilt graag studeren voor social worker, om jongeren te helpen die kampen met problemen en of trauma’s. Ze had nog als tip van Emma gekregen dat ze één keer per week naar een veilige plek voor haar zelf moet gaan en te beschrijven wat voor mooie dingen ze ziet.
June koos ervoor om elke week met haar mama, naar oma te gaan en voelde zich beter en startte met een nieuw begin.