Wat betekent de oorlog in Oekraïne voor de gestolen schilderijen uit het Westfries Museum?

Wat betekent de oorlog in Oekraïne voor de gestolen schilderijen uit het Westfries Museum?

Het Westfries Museum in Hoorn. Foto: Westfries Museum

Stel je eens een museum met alle verloren kunstobjecten voor.

Het zou meer meesterwerken bevatten dan alle musea wereldwijd samen.

Onder al deze werken bevinden zich negentien schilderijen uit het Westfries Museum in Hoorn. In januari 2005 werden deze kostbare meesterwerken van het museum ontvreemd. Tot op de dag van vandaag zijn ze spoorloos.

 

 

Kunstcriminaliteit is na drugs- en wapencriminaliteit de grootste criminele organisatie in de wereld. Actuele cijfers over dit thema zijn niet genoteerd en/of gepubliceerd. Kunstcriminaliteit wordt namelijk nog vaak onderschat. Er is geen andere miljoenenmarkt waar transacties zo weinig papieren sporen achterlaten. Daarbij zijn er bij de politie maar weinig mensen die die kunstwereld door en door begrijpen. Andersom zijn er weinig mensen in de kunstwereld die bij de politie werken. Volgens de FBI lagen in 2014 de criminele inkomsten uit kunstcriminaliteit jaarlijks tussen de zes en acht miljard dollar. Wereldwijd werden er zo’n 50.000 tot 100.000 kunstwerken per jaar gestolen. Van al deze gestolen kunstwerken wordt slechts tien procent teruggevonden.

Arthur Brand, eigen foto

Maxim Hopman, Unsplash

 

 

 

 

[aesop_content color=”#ffffff” background=”#289de6″ component_width=”70%” columns=”1″ position=”none” imgrepeat=”no-repeat” disable_bgshading=”off” floaterposition=”left” floaterdirection=”up” revealfx=”inplace” overlay_revealfx=”off” aesop-generator-content=”In dit multimediale verhaal blikken kunstdetective Arthur Brand en Richard Bronswijk van Politie Nederland terug op de verbijsterende kunstroof uit 2005 en kijken ze vooruit. Hoe groot is de kans dat de gestolen schilderijen uit het Westfries Museum ooit nog terugkeren naar Hoorn?</p>
<p>Arthur Brand is kunstdetective. Door zijn nauwe banden met de politie enerzijds en de onderwereld anderzijds heeft hij vele als verloren beschouwde kunstobjecten terug weten te halen. Bekende vondsten van Brand zijn de Buste de Femme van Picasso en recent het Précieux Sang relikwie.</p>
<p>Richard Bronswijk is teamleider van het Team Kunst- en Antiekcriminaliteit van de Landelijke Eenheid bij Politie Nederland. Dit team houdt zich bezig met het verzamelen van informatie en expertise op het gebied van Kunst- en Antiekcriminaliteit. Hierbij onderhoudt het team een database over gestolen kunst in Nederland.</p>
<p>”]In dit multimediale verhaal blikken kunstdetective Arthur Brand en Richard Bronswijk van Politie Nederland terug op de verbijsterende kunstroof uit 2005 en kijken ze vooruit. Hoe groot is de kans dat de gestolen schilderijen uit het Westfries Museum ooit nog terugkeren naar Hoorn?

Arthur Brand is kunstdetective. Door zijn nauwe banden met de politie enerzijds en de onderwereld anderzijds heeft hij vele als verloren beschouwde kunstobjecten terug weten te halen. Bekende vondsten van Brand zijn de Buste de Femme van Picasso en recent het Précieux Sang relikwie.

Richard Bronswijk is teamleider van het Team Kunst- en Antiekcriminaliteit van de Landelijke Eenheid bij Politie Nederland. Dit team houdt zich bezig met het verzamelen van informatie en expertise op het gebied van Kunst- en Antiekcriminaliteit. Hierbij onderhoudt het team een database over gestolen kunst in Nederland.

[/aesop_content]

 

 

DEEL 1: DE ROOF

Wat een huiskamerconcert, een doodskist en een gestolen Volkswagen Golf met elkaar gemeen hebben

De nacht van zondag 9 januari, maandag 10 januari 2005

Het is een stormachtige nacht in januari. Iedereen ligt op één oor in het Noord-Hollandse stadje Hoorn. Het lijkt rustig en een nacht als alle anderen te zijn. Het tegenovergestelde is waar. Deze nacht wordt de stad Hoorn ontvreemd van 24 schilderijen en 70 stukken zilverwerk.

Eerder die dag organiseert het Westfries Museum een huiskamerconcert ter ere van het nieuwe jaar. Onder de bezoekers bevinden zich twee figuren met andere intenties. Wanneer gedurende de avond de noten klinken, plakken zij bewegingssensoren in het museum af met zelfklevende frontjes. Wanneer het laatste nummer is gespeeld, de bezoekers hun weg naar huis maken en het museum wordt afgesloten wordt één gast over het hoofd gezien. Verstopt onder de deksel van een doodskist van een Hoornse zeevaarder weet een van de dieven zichzelf in het museum in te sluiten. Wanneer iedereen het pand heeft verlaten, heeft hij vrij spel.

Zijn handlanger wacht buiten. De kelderluiken aan de achterzijde van het pand worden van binnenuit ingetrapt en maken de weg vrij voor de dieven om zich naar binnen en buiten te bewegen. Urenlang kunnen de inbrekers ongestoord hun gang gaan. De beveiliging aan de buitenkant van het museum is nooit ingeschakeld na sluitingstijd. Ook omwonenden horen of zien niets. De dieven blijven in de twee zalen aan de achterzijde van het museum om zo aan de straatkant uit het zicht te blijven. Kostbare werken van Piet Mondriaan, Hart Nibbrig en Willem Bastiaan Tholenpiet blijven hierdoor onaangeraakt op hun plek hangen.

Aquarellen, portretten en landschappen van Herman Henstenburgh Waben, Jan Claesz. Rietschoof, Matthias Withoos en andere meesters uit de 17e en 18e eeuw hebben minder geluk. Spijkertje voor spijkertje halen de inbrekers de schilderijen uit hun lijsten. Eén voor één worden ze uit hun lijsten losgesneden en opgerold.

Memento Mori (1698) van Herman Henstenburgh. Foto: Westfries Museum

 

Gezicht op het Oostereiland (1652-1719) van Jan Claesz. Rietschoof. Foto: Westfries Museum

 

Grashaven Hoorn 1 (1621/27- 1703) van Matthias Withoos. Foto: Westfries Museum

 

 

Waar de inbrekers met veel precisie de schilderijen eigen maken, gaat het er bij het zilverwerk een stuk minder zacht aan toe. Deuren en vitrinekasten worden kapotgeslagen om de buit te pakken. Schalen en porseleinen vazen die de moeite niet waard zijn, worden hardhandig op de grond gegooid.

Na een paar uur zijn de inbrekers tevreden. Het is tijd om naar buiten te gaan. Langs verzorgingstehuis Westerhaven zo’n honderd meter verderop maken de dieven hun weg naar de vluchtauto: een gestolen, witte Volkswagen Golf. De miljoenenbuit wordt ingeladen en de inbrekers rijden de horizon tegemoet. Hoorn slaapt rustig en in volledige onwetendheid door.

Maandag 10 januari 2005, 8.00 uur

Museumconciërge Ben Olijve ontdekt in de ochtend van 10 januari als allereerste de roof. Op het eerste gezicht lijkt er niets aan de hand. Het alarm aan de binnenkant van het pand staat ingeschakeld en aan de voorzijde van het museum is niets vreemds te zien. Toch merkt hij iets bijzonders op. Overal in het museum liggen koperen spijkertjes verspreid over de vloer. Aan de achterzijde van het museum ziet hij wat er aan de hand is. Her en der hangen enkele lijsten scheef aan de muren. De inhoud is verdwenen. De vloeren van de ruimtes waar het zilverwerk is gepakt, liggen vol met glasscherven van vitrines. Op willekeurige plekken liggen de scherven van een gebroken porseleinen vaas. Op de dag dat het museum haar 125-jarige bestaan zou vieren, is het museum een grote ravage.

 

 

 

 

 

De schade wordt opgemaakt. Zeventig stukken zilverwerk en vierentwintig schilderijen met een totale waarde van enkele miljoenen euro’s. Het is weg.

 

Een lege lijst in het museum de dag na de roof. Foto: Westfries Museum

Het museum blijft met lege handen achter. Ook de lokale recherche heeft weinig materiaal voor het onderzoek. Beelden van een bewakingscamera van verzorgingstehuis Westerhaven waarlangs de dieven hun weg naar de vluchtauto hebben gemaakt, tonen de vage contouren van een kleine man die een karretje met de buit achter zich aantrekt. Omdat er te weinig informatie uit het onderzoek komt, wordt het datzelfde jaar nog gestaakt. Bronswijk: “In Nederland worden museumroven altijd serieus opgepakt, maar op een gegeven ogenblik is alles wel onderzocht en dan zit je op een dood spoor. Dan houdt het op. We zijn nooit te weten gekomen wie er precies achter de roof zaten.”

De eerste week van juli 2015

Het is meer dan tien jaar na de roof. Museumdirecteur Ad Geerdink krijgt vandaag een telefoontje uit onverwachte hoek. Een man is de Nederlandse ambassade in Kiev, Oekraïne binnengestapt. Hij heeft zichzelf voorgesteld als Borys Humeniuk, ondercommandant van een Oekraïens vrijwilligersbataljon. Hij heeft informatie over de schilderijen uit Hoorn.

Borys Humeniuk. Foto: Westfries Museum

Borys vecht als extreemrechtse, nationalistische strijder vecht in Oost-Oekraïne tegen pro-Russische, Oekraïense separatisten. In de Nederlandse ambassade vertelt Borys dat hij en zijn team daar in Oost-Oekraïne in een villa vierentwintig schilderijen hebben gevonden. Het gaat om de villa van de vorige, afgezette president van Oekraïne Viktor Janoekovytsj. Zijn betrekkingen met Rusland werden niet op prijs gesteld. Na een snelle google-zoekopdracht kwam Borys erachter dat deze schilderijen uit Nederland afkomstig zijn. Boris is bereid te helpen om de schilderijen terug naar Nederland te krijgen. Niet voor niets natuurlijk. Geldgebrek is iets dat deze milities vaak typeert. De onderhandelingen kunnen beginnen.

 

 

 

 

Als museumdirecteur hoort het onderhandelen met een vrijwilligersbataljon niet bij je dagelijkse werkzaamheden. Ad Geerdink neemt daarom in augustus contact op met diegene  in Nederland voor wie dit geen onbekend terrein is: kunstdetective Arthur Brand. Om Brand niet voor niets naar Oekraïne af te laten reizen, vraagt het museum eerst om foto’s van de gevonden schilderijen. Een beschadigde, uit de lijst gesneden Boerenbruiloft van Hendrick Bogaert met daarop een recente krant is de reactie. Het is duidelijk dat ze bij de juiste persoon zijn. Hoogste tijd voor Brand om naar Oekraïne te gaan.

Een zwaar beschadigde Boerenbruiloft van Hendrick Bogaert. Foto: Westfries Museum

 

4 augustus 2015

Vandaag vindt onderhandelingsgesprek tussen Brand en Borys plaats. Er is afgesproken in een gebouw niet ver gelegen van de Nederlandse ambassade in Kiev.

Beluister hieronder naar Brand zijn indrukken tijdens het gesprek met Borys.

Borys wil vijftig miljoen euro voor de schilderijen. Brand moet hem teleurstellen. Meer dan 50.000 euro vindersloon die het museum beschikbaar heeft gesteld, zal hij niet krijgen.

Het gezicht van Borys wordt lijkbleek. Dit is een hele grote tegenvaller. Brand: “Ik zag aan zijn gezicht dat hij dacht: val dood.” Borys laat weten dat hij het bedrag van 50.000 euro zal voorleggen aan zijn manschappen. Daarna verlaat hij de kamer. Brand weet genoeg. Van Borys zal hij niets meer horen.

Brand vertrouwt het verhaal van Borys niet. Het is te mooi om waar te zijn voor Borys dat de villa waarin hij de schilderijen heeft gevonden toebehoort tot een van zijn vijanden. Na een grondig onderzoek blijkt het dan ook heel anders te zijn.

De daders van de roof zijn nooit gevonden. De volgende scenario’s zijn dus nooit bewezen maar zijn speculaties van Brand.

De roof heeft in opdracht van een rijke en bekende Oekraïner plaatsgevonden. Hiervoor heeft hij twee professionele inbrekers ingeschakeld. Na de nacht in Hoorn zijn de schilderijen naar een huis in Kiev gebracht. Waarschijnlijk was dit het huis van de rijke, bekende Oekraïner. Een tip bij de politie leidt tot een huisinval waarbij alle schilderijen in beslag worden genomen. In andere gevallen zou dit voorval hebben geleid tot een teruggave van de schilderijen, maar in Kiev loopt het die dag iets anders. De boel wordt stilgehouden en de schilderijen blijven in Oekraïne. Brand: “Na een tijdje kwam ik erachter dat een deel van de werken werd weggegeven aan politici en mensen van de geheime dienst, De SBU, als zogenaamde cadeaus”. Via-via weet Brand ook dat Borys na hun onderhandelingsgesprek de werken alsnog probeert te verkopen op de zwarte markt. Nu moet er snel worden ingegrepen. Als de schilderijen op de een of andere manier Oekraïne verlaten, is het te laat.

 

7 december 2015

Het is tijd om Oekraïne en de rest van de wereld te laten weten hoe het verhaal daadwerkelijk in elkaar steekt. Museumdirecteur Ad Geerdink, de burgemeester van de gemeente Hoorn en Arthur Brand houden vandaag een persconferentie in het Westfries Museum. Brand: “Daar hebben we de geheime dienst, Borys en een aantal politici beschuldigd van in het in bezit hebben van gestolen kunst en niet mee willen werken aan het terugbrengen van die werken.  We hoopten hiermee de druk op te voeren om zo de werken terug te krijgen.”

 

DEEL 2: DE TERUGKOMST VAN VIJF WERKEN

Een persconferentie, een hoop toeval en in volle glorie

14 april 2016

En dan is daar plotseling na maanden van stilte een enorme ommezwaai in de zaak. De Oekraïense minister van buitenlandse zaken Klimkin en de Nederlandse ambassadeur houden een onaangekondigde persconferentie. Daar op live-televisie worden vier van de vierentwintig gestolen schilderijen binnengebracht. Voor het eerst na elf jaar zijn Vrouw Wereld, Terugkeer van Jefta, Keukenstuk en Boerenbruiloft weer te zien.

Op de persconferentie wordt verteld dat een geheime operatie van de veiligheidsdienst SBU naar de vondst van de werken heeft geleid. Onzin volgens Brand. Hij linkt zelf de uitslag van het Oekraïne referendum in 2016 aan de ‘plotselinge’ terugkomst van vijf schilderijen. Nederlanders stemden in dit referendum op 6 april 2016 voor of tegen de goedkeuring van het EU-associatieakkoord met Oekraïne. Brand: “Mijn theorie is dat er in Oekraïne werd gedacht dat dit referendum wel positief voor ze zou uitpakken. Daarom werd er niet eerder toegegeven. Na de negatieve uitslag van het referendum wilde Oekraïne zich van zijn beste kant laten zien. Het Nederlandse parlement ging namelijk in die dagen na de uitslag zich over de kwestie buigen. Bij de overdracht werd verteld dat deze werken net na het referendum ergens in beslag waren genomen.  Iedereen begreep wel dat ze stiekem deze werken allang hadden liggen. Ik heb hier wel om zitten lachen.”

30 mei 2016

Een maand later volgt er nog meer goed nieuws voor het Westfries Museum. Een vijfde schilderij wordt gevonden: Nieuwstraat in Hoorn van Isaac Ouwater. Een particuliere kunstverzamelaar brengt dit werk naar een galerie in Kiev met de vraag of onderzocht kan worden waar het vandaan komt. Het toeval wil dat deze galerie in het netwerk van Arthur Brand zit en het gestolen werk herkent. De kunstverzamelaar is bereid het werk over te dragen aan het Westfries Museum.

7 oktober 2016

De kunstwerken worden voorzichtig in kisten met een vrachtwagen vervoerd naar Hoorn. Bij terugkomst wordt onmiddellijk de restauratie gestart. De twee schilderijen van Jacob Waben zijn nog in goede staat. De drie andere werken zijn door de jaren heen zwaar beschadigd geraakt.

 

4320 dagen na de roof zijn vijf schilderijen terug in Hoorn

 

 

 

14 oktober 2017

Na een jaar van intensieve restauratie en meer dan twaalf jaar na de roof hangen vijf schilderijen weer terug in het Westfries Museum.

Sleep de cursor heen en weer om de schilderijen voor en na de restauratie te vergelijken.

Vrouw Wereld (1622) van Jacob Waben
Nieuwstraat in Hoorn (1784) van Isaac Ouwater
Keukenstuk (onbekend) van Floris van Schooten
De terugkeer van Jefta (1625) van Jacob Waben
Boerenbruiloft (1671-1675) van Hendrick Boogaert

 

 

 

DEEL 3: WAAR BLIJFT DE REST?

Na de terugkomst van de vijf werken wordt het onderzoek naar de negentien overige schilderijen voortgezet, maar zonder resultaat. Vandaag de dag, achttien jaar na de roof, zijn deze werken nog altijd niet teruggevonden.

Naast dat de tijd verstrijkt en de kans bestaat dat de schilderijen allang doorverkocht zijn, maakt ook de al meer dan een jaar durende oorlog in Oekraïne onderzoek doen op locatie onmogelijk. Stil is het desalniettemin niet rondom de werken uit Hoorn. Brand: “Zo nu en dan duiken er weer eens wat foto’s op van werken. Ook nog de laatste tijd. Die krijg ik onder ogen door mijn contacten binnen het criminele milieu. Die werken worden hen aangeboden.” In al die jaren zijn de schilderijen niet heel ver van hun locatie in Oekraïne gekomen denkt Brand. Volgens hem bevinden de schilderijen zich nog altijd in de hoge kringen van Oekraïne. “Een deel hangt bij mensen thuis en ander deel wordt nog altijd geprobeerd om te verkopen.” Ook Bronswijk is van mening dat de schilderijen nog altijd in dezelfde regio zijn. “Deze schilderijen kunnen overal naartoe zijn gegaan maar ik denk dat ze nog altijd ergens in de Donbas, Oost-Oekraïne liggen.”

Mochten de werken ooit terugkomen dan is het de vraag in wat voor toestand ze worden aangetroffen. De restauratie van de vijf werken in 2016 spande er in sommige gevallen al om. Het zou goed kunnen dat enkele schilderijen niet meer gered kunnen worden, aldus Brand. De tijd tikt dus letterlijk voor de schilderijen, maar veel actie kan er momenteel niet worden ondernomen om ze te redden. Brand: “Het is nu niet het juiste moment om daar stennis te schoppen over die schilderijen. Het punt is dat Oekraïne momenteel in oorlog is en hoe belangrijk die schilderijen ook zijn een oorlog is wel echt een trapje hoger.”

De oorlog in Oekraïne zorgt voor veel verwoestingen. Foto: Dmitriy K, Unsplash

Ondanks een niet al te rooskleurig vooruitzicht blijft Bronswijk positief. “Ik heb altijd de hoop dat gestolen schilderijen weer terugkeren. Er zijn twee mogelijke uitkomsten die positief zijn. Ten eerste, mocht het Oekraïense leger in hun heroveringen schilderijen aantreffen dan is er de kans dat ze terugkomen naar Hoorn. Oekraïne wil graag bij Europa horen en dit zou een mooie manier zijn om dat te laten zien. Ook is het goed mogelijk dat de schilderijen ondertussen al in Rusland zijn. Musea in Cherson en Marieopol zijn ook al leeggeroofd door de Russen.” Het leeghalen van musea in tijden van oorlog is niets nieuws. Ook Hitler nam overal waar hij kwam in de Tweede Wereldoorlog kunst mee voor zijn persoonlijke kunstverzameling. Bronswijk: “Mocht Poetin vallen en er komt een nieuwe regering dat mee wil doen met Europa dan is er ook de kans dat de kunst wordt teruggegeven.” Ook Brand houdt zich vast aan eerdere successen. “De kans is wel groot dat de schilderijen ooit weer terugkeren naar Hoorn. Als ik straks genoeg lawaai ga schoppen als het weer rustig is in Oekraïne dan lukt dat wel. Tegen alle verwachtingen in is het ons eerder ook gelukt met die vijf werken. Ik houd er zeker moed in.”

 

Over de auteur