Lotte is samen met haar gezin op vakantie in Frankrijk. Na het barbecueën voelt ze zich niet zo lekker, er lijkt weinig aan de hand. Maar daar blijkt niks van waar.
Het Franse ziekenhuis
Samen met haar vader staat ze aan de balie van het ziekenhuis. Die ochtend was de pijn niet weggegaan. ‘Waar heb je precies pijn Lot?’, hadden haar ouders haar gevraagd. Haar vinger wees rechtsonder in haar buik aan. Ze zag haar ouders iets fluisteren maar ze ving niet op wat ze zeiden. Maar hun strakke blik sprak boekdelen. Even laten stapte ze de auto in waarna een deken van hitte over haar heen sloeg.
Achter haar ligt een gerimpelde grijze man op een brancard, zijn ogen zijn gesloten. Het schrikt haar af en ze schuifelt voetje voor voetje dichter bij haar vader. Hij staat ondertussen druk te discussiëren met de vrouw achter de balie. Ze brabbelt kortaf met een snerende stem in onduidelijk Frans en mijn vader praat maar met halve zinnen terug. De taal maakt het moeilijk. De receptioniste kijkt boos en stampt heen en weer. Ze stuurt hen naar een kamertje om de hoek. De hele dag zitten zij en haar vader in datzelfde kamertje te wachten. Artsen doen verschillende onderzoeken. Ze nemen bloed af waarbij Lotte streng wegkijkt zodat ze het niet ziet. Ze maken een echo ergens anders in het ziekenhuis, waar ze samen met haar vader naar toe schuifelt. Een limoengroene gang, fuchsia roze en dan lila. Het voelt onwennig, het ziet er heel anders uit dan een Nederlands ziekenhuis.
Aan het einde van de dag komt een lange man in een witte jas binnen lopen, in gebrekkig Engels met een Frans accent probeert hij ons duidelijk te maken dat ze ontstekingswaarden hebben gevonden maar weten niet wat er precies aan de hand is. Lotte slaakt een zucht van opluchting, ze hoeft hier in ieder geval geen minuut langer te blijven.
Nacht op de camping
Samen met haar ouders en zusjes rijden ze de slagboom onderdoor. Tussen de tenten en campers rijden ze naar de gehuurde stacaravan. Het is niet meer dan een wit blok met een deur erin en een veranda ervoor. Er klinkt hard getik op het dak van de auto met een felle lichtflits en gerommel. Ze kan niet wachten om samen met haar zusje de glijbanen te testen, maar het moet nog even wachten. Ze krimpt ineen door een stekende pijn onder in haar buik. Eenmaal in het huisje laat ze zich zakken op het krakende bed. Het tikkende geluid op de ramen maakt haar moe, langzaam voelt ze haar oogleden zwaar worden.
Lotte knippert met haar ogen maar ziet nog niks. Nog een keer opent ze haar ogen. Ze vangt een blik op van haar moeder, haar ogen zijn groot. ‘Ik heb geen bereik Bart’, fluistert ze. Haar stem is hoog en trilt een beetje. Haar lichaam voelt raar, haar armen en benen rillen. Wat is er aan de hand? Waar hebben papa en mama het over? Waarom kijken ze angstig? Ze voelt koude druppels tegen haar lippen gedrukt en een slok water stroomt langzaam haar mond in. Een onrustig gevoel in haar lichaam zegt haar dat er iets mis is, maar de woorden zitten vast in haar hoofd.
Terug naar huis
Haar vader plonst nog één keer met haar zusje in het zwembad, maar de glijbanen worden getest zonder Lotte. Ondertussen is haar moeder druk met tassen in de weer. In een hoog tempo pakt ze alle spullen bij elkaar en gooit de tassen één voor één de donkerblauwe Honda in. Na de eerste nacht op de camping besluiten ze naar huis te rijden, Lotte wordt steeds zieker en ze vertrouwen het niet. De moter rammelt en enkele minuten later rijden ze tussen dezelfde tenten en campers de camping weer af.
Na Frankrijk en Belgie ziet Lotte een blauw bord met gele sterren en Nederland in het midden. Aan een stuk door zijn ze naar huis gereden om zo snel mogelijk thuis te bereiken. Lotte voorin, op de bijrijdersstoel. Lotte’s stoel moest in ligstand, van de zeurende pijn in haar buik wordt ze misselijk. Ze voelt zich schuldig, door haar moeten ze eerder naar huis. Nu eist ze ook nog haar plek op voorin in de auto. Er lijkt geen einde aan te komen, geuren van broodjes en geluid uit de dvd-speler achter op haar stoel komen binnen als een bom.
In het ziekenhuis
Boven haar hangen felle tl-lampen, ze is omringd door kale witte muren. Af en toe vangt ze een blik op van wat er in de kamers afspeelt. Mensen in grote bedden die vastzitten aan allemaal slangetjes. Allemaal zien ze witjes en hun mondhoeken staan naar beneden. Die ochtend is Lotte naar de spoedeisende hulp gestuurd, waar het een komen en gaan is van mannen en vrouwen in blauwe pakken en witte jassen. Samen met haar moeder gaat ze een kamer binnen. ‘Zo, hoe gaat het Lotte?’ De koude gel op haar buik bezorgt haar een rilling. De arts staart naar het scherm, zijn ogen worden langzaam groot. ‘Ik moet even een belletje maken’, zegt hij met een trilling in zijn stem. Ze kijkt haar moeder vragend aan, een gevoel van onbehagen bekruipt haar.
De deuren gaan open en een vrijwilliger rolt Lotte langzaam weer de spoedeisende hulp op. Voor haar staan chirurgen en assistentes in groene pakken op een lijn naast elkaar. Allemaal hebben ze kapje op hun hoofd dat hun haren bedekt en een mondkapje voor hun mond, hun ogen kijken me strak aan. Voor ze het weet ligt ze op een bed in een kleine kamer en voelt een prik in haar arm, tranen bikkelen over haar wangen. Haar moeder legt haar hand op haar voorhoofd. Ze voelt gefriemel bij haar pols. De verpleegkundige knipt zonder twijfel al haar armbandjes door die ze zorgvuldig had uitgekozen in Frankrijk. Stoppen met huilen lukt niet meer. ‘Het is een geperforeerde blindedarmontsteking’, hoort ze iemand tegen haar moeder zeggen. Later hoort ze dat ze op dat moment in levensgevaar is
In een veel te groot bed arriveert ze minuten later in de operatiekamer. Artsen komen nog een aantal keer vragen naar de allergieën. ‘Heeft ze allergieën? Weet u welke? Heeft u een overzicht? Wie is uw dokter, we moeten het gaan checken?’ Naast haar ligt een oude vrouw ook te wachten op een operatie. ‘Mevrouw, wilt u uw kunstgebit uitdoen. Dat is straks nodig voor het slangetje’. Verschikt draait ze zich naar haar moeder, ‘moet ik dat ook? Nee joh, dat is alleen voor oude mensen.’ Lotte haalt opgelucht adem en schuift even later op de operatietafel. Haar ogen gaan van links naar rechts, achter het glas schrobt een arts agressief zijn handen. Hier en daar flitsen tangen en scharen voor haar ogen. ‘Ik ga tellen tot tien en dan ga je lekker slapen, 1, 2, 3.’ Ze voelt haar oogleden langzaam zwaar worden en ziet haar moeder wazig worden.
Langzaam doet ze haar ogen open maar niet lang, het felle licht verblindt. Opnieuw probeert ze haar ogen te openen. Langzaam krijgt ze door dat er iemand naast haar zit. Haar vader. Ze kucht, ‘ik heb last van mijn keel papa’. ‘Dat komt door het slangetje in je keel’. Haar mondhoeken bewegen naar boven en een kleine glimlach verschijnt op haar gezicht. Een paar seconde later sluiten haar ogen weer. Na een week lang herstel in het ziekenhuis gaat ze gezond weer naar huis.