Hoeveel inlevingsvermogen heb je nodig om de geschiedenis van je familie te voelen?Programmamakers Daan van Citters en Joenoes Polnaija zochten het uit in hun documentaire ‘De Kleinkinderen Van De Oost’, dat zes april in première ging. Het tweetal was te zien in de veelbesproken oorlogsdrama De Oost. Tijdens de opnames kwamen ze achter een gedeelde geschiedenis: hun beide grootvaders hebben meegewerkt aan de ‘politionele acties’ in Nederlands-Indië. Op verschillende plekken in het voormalige Nederlands-Indië bespreken de jongens de militaire diensttijd van hun voorouders. De politionele acties in Nederlands-Indië zijn een stukje verborgen geschiedenis, ze staan niet in geschiedenisboeken en er wordt veel over gezwegen. Dit maakt deze documentaire een verborgen schat over hun verleden, maar eigenlijk ook over een stukje geschiedenis wat iedereen moet weten.
Tijdens de opnames van de Oost ontstond er een vriendschap tussen Van Citters en Polnaija. Ze speelden soldaten aan Nederlandse zijde. Samen kwamen ze in hun grootvaders oorlog terecht. Van Citters wist dat zijn grootvader vrijwilliger was bij de Nederlandse troepen die de onafhankelijkheidsbeweging in Nederlands-Indië moest neerslaan. Polnaija, een Moluks-Nederlandse acteur had een grootvader dat als Molukse KNIL-soldaat aan de politionele acties deelnam. De acteurs werden geconfronteerd met hun gedeelde geschiedenis en besloten samen in de huid van hun grootvaders te kruipen. Zonder De oost was het gesprek over de Kleinkinderen Van De Oost nooit op gang gekomen.
In de documentaire reizen ze samen weer terug naar Indonesië, nu niet om te acteren maar om vragen te stellen en antwoorden te krijgen. Ze gaan langs plekken waar hun grootvaders waren, om zich in hen te kunnen inleven. Daarbij kijken ze naar hoe deze donkere geschiedenis nog leeft bij de huidige generatie. Op het eerste oog hebben van Citters en Polnaija veel gemeen. Toch wordt het door de documentaire heen steeds duidelijker dat er grote verschillen zijn in hun gedeelde geschiedenis: waar Van Citters’ opa vanuit Nederland naar de eilanden reisde, werden de twee Molukse grootvaders van Polnaija geronseld in de eilandomgeving waar ze opgroeiden. Na de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog kon Van Citters’ opa vrij terugkeren naar Nederland, terwijl veel Molukkers onderdeel werden van een onvrijwillige gijzeling en als minderheid werden ‘opgenomen’ in de Nederlandse samenleving. Voor Polnaija is het een geschiedenis die in zijn familie nog wordt door gefluisterd, terwijl van Citters het moet hebben van een koffer met opa’s notities, documenten, en foto’s.
De film weerspiegelt de oprechte, sterke band tussen de jongens. Ze respecteren elkaars verwerking en gevoelens. Ze zijn in staat overal over te praten. Het tweetal toont diepe betrokkenheid, wat zorgt voor een eerlijke documentaire. Dit brengt de kijker heel dichtbij. Ze durven de confrontatie met elkaar aan te gaan, en zoeken dit ook op, zonder dat het tot spanningen leidt. Polnaija vraagt halverwege de film aan Van Citters hoe het komt dat hij over veel dingen open kan spreken, maar lijkt te verkrampen als het over koloniale geschiedenis gaat? Van Citters geeft zijn schaamte toe en dit wordt een mooie kern van de documentaire. Kan de generatie van nu verantwoordelijk worden gesteld voor het handelen van hun voorouders?
Moeiteloos rijgt de film alle zaken aaneen, kan je zeggen, maar de focus ligt op de eigen ervaringen en emoties, waardoor de film soms een breder historisch en maatschappelijke waarde mist. Soms mist er verdere context, het lijkt soms alsof de film De Oost hun enige bron van informatie is. Terwijl ze wel op de hoogte zullen zijn van de discussie over de representatie van de werkelijkheid, deze research lijkt er soms niet te zijn terwijl wat extra historische toelichtingen en gesprekken met andere mensen de film toegankelijker gemaakt zou hebben. De dialoog was vooral tussen de vrienden, maar als je op die plek bent met die vragen moet je ze aan andere mensen stellen dan alleen aan elkaar. Het had de documentaire meer context kunnen geven. Hierdoor kan het ook overtuigender zijn als politiek document, want Polnaija zo graag wil, vertelt hij bij de talkshow Khalid en Sophie.
Het is een reis met vragen over schuld, gevoelens van schaamte en trauma. Transgenerationeel trauma, in verschillende interviews vertellen Van Citters en Polnaya over hun intergenerationeel trauma. Ze brengen dit gevoel over door aan het begin van de filmbeelden te tonen van een wetenschappelijk onderzoek op de universiteit van Emory in de Verenigde Staten. Het gaat over muizen en de geur van kersenbloesem. De muizen worden blootgesteld aan de geur van kersenbloesem, waarna ze een elektrische schok krijgen. Dit uit zich in een angstreactie bij het opnieuw ruiken van de kersenbloesem. De nakomelingen van de muizen vertonen dezelfde reactie, terwijl ze nooit een schok hebben gekregen. Het suggereert dus dat angst op de een of andere manier werd doorgegeven aan hun nakomelingen. Het is een erg geschikte metafoor en brengt hun gevoel over aan de kijker. De film sluit ook af met de muizen. Hier is goed over na gedacht. Niet alleen de metaforen, maar ook de gesprekken, de muziek, de prachtige beelden, voice overs, de koffer van Citters opa, alles werd laten zien in de juiste volgorde. Zelfs waarna Polnaya een gesprek moet onderbreken met een paar jonge jongens, die zich uitspraken over de politiek. Zelfs dat moment, wat eigenlijk fout ging, was mooi. Het weerspiegelde de onwetendheid van van Citters en zo minder afstand tussen de maker en het publiek. Overal is goed over na gedacht en komt binnen. Het is een mooi startpunt om je eigen intergenerationele trauma te onderzoeken en over deze verborgen geschiedenis te leren.