Een gruwelijke ontdekking

Een gruwelijke ontdekking

De locatie waar de jonge vrouw zichzelf van het leven heeft beroofd

De wekker rinkelt keihard in de vroege morgen, het schelle geluid snijdt door de stilte van de zolderkamer. Met het slaap in de ogen klik ik mijn wekker op snooze, hopend op nog een paar heerlijke minuten slaap. Dat zit er helaas niet in. De verantwoordelijkheden van de dag roepen me.

Goedemorgen Roel! Hoor ik mijn vader zeggen, terwijl ik nog met nog half gesloten ogen de deur van de douche achter mij dicht doe. Het warme water uit de douchekop spoelt mijn vermoeidheid langzaam weg. De stoom vult de cabine en laat me ontwaken uit mijn slaperige toestand. ‘’vandaag gewoon een paar uur volhouden op school en dan is het weekend’’, zeg ik tegen mijzelf. Niet wetend wat mij vandaag te wachten staat…

Na een heerlijk warme douche trek ik mijn hoofd door mijn trui, mijn benen door de broekspijpen heen, en de kam gaat door mijn geblondeerde haar. Fris en fruitig hobbel ik naar de eetkamer, en zet vervolgens mijn tanden in een geroosterd broodje met cervelaat erop die moeders, naast een lunchpakketje, op tafel heeft neergelegd.

Met een volle maag trek ik mijn winterjas aan, en loop ik naar de voordeur. De lantaarnpalen verlichten de straat, en ik adem diep in, klaar om de wereld te trotseren. Mijn fiets staat klaar, ik spring erop, voelend hoe de wind door mijn haar waait.

De straten zijn rustig terwijl ik richting school peddel. De wereld wordt samen met mij wakker. Auto’s rijden langs mij, de lichten van huizen die op de route liggen gaan langzaam aan, net zoals de zon die omhoog komt vanuit het oosten. Genietend van het uitzicht en de muziek uit mijn koptelefoon kom ik steeds dichterbij school.

Terwijl ik mijn gedachten laat afdwalen, wordt mijn aandacht plotseling getrokken naar de heide naast het fietspad. In de schemering staat een elektriciteitsmast wind te vangen. Ineens maakt mijn hart een sprong. Zie ik daar nou iemand hangen? Een rilling kruipt over mijn ruggengraat terwijl ik van mijn zadel af spring om het beeld beter te bekijken.

Mijn maag draait zich om bij het aanschouwen van een gruwelijk tafereel. Het voelt alsof ik in een filmposter sta voor een horrorfilm die in die bioscoop draait. Een silhouet van een lichaam bungelt met een touw aan de elektriciteitsmast. De koude wind bijt in mijn wangen terwijl ik naar dit gruwelijke beeld staar, mijn adem stokt in mijn keel. Ik voelde een mengeling van ongeloof en afschuw. Is dit een zieke grap van iemand? Heeft iemand een pop hier voor de lol opgehangen?

Terwijl ik nog steeds bevangen ben door de schok van deze afgrijselijke ontdekking die ik zojuist heb gedaan, voelde ik de behoefte om de hulp van mijn ouders in te schakelen. Mijn handen trillen terwijl ik mijn telefoon tevoorschijn haal en de groepsapp van het gezin opzoek. Met trillende vingers typ ik het volgende: ‘’Volgens mij zie ik iemand die zichzelf van het leven heeft beroofd hangen aan de elektriciteitsmast bij de spoorwegovergang’’.

Nog geen tien seconden later klinkt de marimba ringtoon uit mijn telefoon. ‘’Roel fiets maar door naar school, wij bellen de politie en zullen je op de hoogte houden als we meer weten.’’ Ik volg het advies van mijn moeder op en trap weer verder op de pedalen van mijn fiets.

Terwijl ik wacht op verdere ontwikkelingen, voel ik de zwaarte van de situatie op mijn ouders drukken. De werkelijkheid begint tot me door te dringen en ik besef me dat dit niet zomaar iets was. Het is een tragedie, een reminder aan de kwetsbaarheid van het leven, en dat het zomaar afgelopen kan zijn.

Met de gure wind in mijn gezicht en het geluid van draaiende pedalen nader ik de poorden van school. Mijn banden glijden over het asfalt richting de rekken, waar ik mijn fiets tot stilstand breng. Ik zet mijn fiets op slot en steek de koude sleutel in mijn zak.

Normaal zoek ik altijd een plekje uit waar ik goed kan klooien met mijn klasgenoten, maar nu niet. Ik schuif onder een eenzaam tafeltje, niet echt meekrijgend wat er om mij heen gebeurt. Bzzzzzt, mijn broekzak trilt door de vibratie van mijn telefoon. Met mijn hand schuif ik mijn mobiel ik mijn zak en zie het scherm oplichten met de naam van mijn moeder. ‘’Sorry, ik moet dit telefoontje opnemen’’, zeg ik op een monotone toon tegen mijn docent. Stapvoets verdwijn ik richting de gang.

‘’Hey Roel, we hebben 112 gebeld. De politie is vervolgens gaan kijken bij de spoorwegovergang, en het is inderdaad iemand die zelfmoord heeft gepleegd. Ik heb contact gehad met school, en je mag naar huis.’’ Klinkt aan de andere kant van de lijn. Normaliter had ik elke mogelijkheid aangegrepen om een vrije dag te hebben, maar nu? Nee ik had er geen zin om thuis de zitten. Op school heb ik nog afleiding van vrienden, waardoor ik niet de hele tijd aan dit gebeuren moet denken. ‘’Bedankt, maar ik blijf vandaag lekker op school.’’

Ik loop weer naar de les en schuif mijn stoel in een beweging naar achteren. Het gepiep van de poten die over de grond schuiven vult het lokaal.

Niet heel veel later zwaait de deur van het klaslokaal langzaam open en een vrouw van middelbare leeftijd stapt naar binnen. Het is mevrouw Carter, ze is verantwoordelijk voor het bijhouden van de absenties op school. ‘’Roel kan je even mee komen?’’, klinkt uit haar keel. Gehoorzaam stap ik achter haar naar de gang. ‘’Gaat het goed? Je moeder heeft gebeld en verteld wat er vanochtend is gebeurd, als je wilt mag je naar huis gaan.’’ Mijn stem klonk rustig en dankbaar. ‘’Nee dankjewel, ik blijf lekker op school. Bij mijn vrienden voel ik mij nu het fijnst.’’

Het weekend gleed vervolgens als een dans door mijn vingers. Zaterdag een balletje trappen en met vrienden in de stad stappen. Zondag werken, en op de bank aandachtig kijken naar het voetbal van Feyenoord.

De eerste schooldag van de week is voorbij. Al fluitend plof ik op de hangstoel in de woonkamer. De deur piept langzaam open, en daar betrad mijn moeder de woonkamer. Stapvoets komt ze dichterbij en vervolgens neemt ze plaats op de stoel naast mij. Haar glimlach verwarmd de kamer. Op de tedere toon van een typische bezorgde moeder begint ze het gesprek. ‘’Ik heb contact gehad met de slachtofferhulp van de politie, als je met hen wil praten over wat er is gebeurd kan dat.’’ Al lachend maar dankbaar bedank ik vriendelijk voor het aanbod. Hierna komen we aan op het volgende punt van de agenda. ‘’Ook heb ik contact gehad met de familie van degene die zelfmoord heeft gepleegd. We mogen langskomen op de begrafenis aankomende zaterdag. Al instemmend schud ik mijn hoofd op en neer. ‘’Dat lijkt mij wel een goede manier om dit hele gebeuren goed af te sluiten.’’

Eenmaal zaterdag hangt er een grauwe lucht. De zon verstopt zich achter een dik gordijn van wolken. Het past bij deze dag. Een begrafenis, misschien wel een van de meest sombere momenten in het leven. Een stilte vult het kerkgebouw waar de dienst is. Snikkende mensen vullen de atmosfeer. Op de beamer spelen foto’s af van een vrouw die aan het einde van haar twintiger jaren is/was. Bergschoenen, een blonde paardenstaart door een petje, en een sportieve jas van The North Face is de outfit die de zo vrolijk uitziende dame draagt op een aantal foto’s waarbij ze in de bossen en bergen is.

Na een paar minuten heb ik genoeg gezien. ‘’Zullen we gaan mam?’’ ik voel haar arm om mijn schouder slaan. Met een glimlach op haar gezicht knikt ze stemmend in op mijn idee. Eenmaal aangekomen bij de grote deuren van de ingang hoor ik een stem uit een hoek komen. Een lange kalende meneer met een bril op zijn neus in een strak zwart pak spreekt mij aan. ‘’Gaat het goed met je? Heb je iets nodig?’’ op een zachte en dankbare toon breng ik de meneer mijn kant van het verhaal en toon mijn medeleven.

Later, in de stille uren van de nacht vond ik mezelf gehuld in de omarming van mijn bed, mijn lichaam verzonken in het zachte linnen. Terwijl ik daar lag, omringd door de nachtelijke stilte, vloeiden gedachtes voorbij in mijn geest. ‘’Voortaan ga ik vaker en beter checken bij mensen of het echt goed met ze gaat. Ze zeggen misschien van wel, maar wellicht is er toch iets. Ik wil er voor mensen om mij heen zijn die het lastig hebben, zodat ze misschien van hun problemen af kunnen komen, en ze niet hetzelfde lot tegemoet gaan als de jongedame.’’

Over de auteur