Tegenwoordig staan er meer vrouwen in de top tien van kandidatenlijsten tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Partijen hebben nu aanzienlijk meer vrouwen bovenaan de lijst dan zeven jaar geleden. Er is vooral een groei te zien bij de midden rechtse partijen.
In Nederland wordt ons politieke landschap gevormd door de Tweede Kamer, waarvan de gekozen vertegenwoordigers samen ons land besturen. Om de vier jaar gaan we naar de stembus om een nieuwe Kamer te kiezen. Iedere Nederlander herkent het wel: je staat in het stemhokje en vouwt dat grote, onhandige stembiljet uit. Een honderdtal aan namen verschijnt.
Deze kandidatenlijsten worden elke vier jaar door de politieke partijen samengesteld, volgens hun eigen procedures. Dat kan bij elke partij verschillen. Zo gebruiken sommigen een puntensysteem om kandidaten op de lijst te rangschikken of interne verkiezingen.
De bovenste namen op de lijst zijn meestal de gezichten die de partij het sterkst vertegenwoordigen. Deze lijsten laten niet alleen de politieke doelen van een partij zien, maar geven ook weer hoe de partij denkt over diversiteit. Ze tonen bijvoorbeeld of de partij streeft naar een goede balans tussen mannen en vrouwen en naar een brede vertegenwoordiging van verschillende groepen binnen de politiek. Een goede balans tussen mannen en vrouwen is de afgelopen jaren verbeterd, zoals onderstaande datavisualisatie laat zien.
In 2017 zagen we dat linkse partijen iets meer geneigd waren om vrouwen in hun top tien op te nemen. SP en GroenLinks scoren bijvoorbeeld erg goed op dit vlak.
In 2023 zet deze lijn zich door: PvdA en GroenLinks nemen nu samen deel met een sterke vrouwelijke vertegenwoordiging. De PvdD behoudt nog steeds een groot aantal vrouwen in haar top tien.
Interessant is de verschuiving in het midden en op rechts, waar partijen zoals D66, VVD en zelfs de nieuwe partij BBB in 2023 duidelijk meer vrouwen in hun top tien plaatsen. Dit laat zien dat gendergelijkheid niet langer enkel een linkse prioriteit is, maar ook in het politieke midden en bij rechtse partijen steeds meer steun krijgt. Tegelijkertijd blijft het uiterste rechtse deel, met partijen zoals FVD, grotendeels mannelijk gedomineerd.
Marcel ten Hooven, politiek journalist, heeft een eenvoudige verklaring voor deze trend. “Dit is een doorwerking van de vrouwenemancipatie. Het is een ontwikkeling dat vrouwen gelijke rechten en vertegenwoordiging eisen. Niet alleen op de werkvloer, maar ook in de politiek,” zegt hij. Marcel vertelt dat zulke bewegingen meestal beginnen bij linkse partijen. In het begin van de jaren 70, maakten PvdA en D66 zich hard voor gendergelijkheid en dit weerspiegelde ook in de fracties van deze partijen. “En keek je dan in die tijd opzij naar de rechterkant van de Tweede Kamer, zag je dat daar voornamelijk alleen maar mannen zaten,” luidt Marcel. Nu is die vrouwenemancipatie ook langzaam doorgedrongen tot die kant van de kamer. Er is dus een groei te zien in het aantal vrouwen bovenaan de kandidatenlijsten van midden-rechtse partijen. “Behalve bij orthodoxe partijen, zoals de SGP.”
Daarnaast is ook het iniatief “Stem op een vrouw” helpend, waarbij kiezers bewust op een vrouw stemmen, die niet als eerste op de lijst staat. Het is bedoeld om meer vrouwen politiek actief te krijgen.
Voor deze analyse is gebruikgemaakt van de kandidatenlijsten van de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 en 2023. Hier is gekeken naar de hoeveelheid vrouwen in de eerste tien namen van een partij. Door de verschillende jaren en partijen met elkaar te vergelijken is er een conclusie uitgekomen, die in het artikel naar voren komt. De kandidatenlijsten zijn terug te vinden in Kiesraad. Deze data is uitgewerkt in het programma Flourish en verder tot stand gebracht in Canva. De partijen in de visualisatie zijn gesorteerd op een links/rechts schaal, waarbij gegevens van het Kieskompas zijn aangehouden.