In 2024 hebben sommigen het kraken in Hengelo herontdekt. Zowel woninghuizen, aan bijvoorbeeld Haaksbergerstraat, als boerderijen werden gekraakt. Dit roept vragen op over de geschiedenis van kraken in Twente en de bredere impact van de kraakbeweging in Overijssel.
Overijssel-Historicus Gerjan Brinksma stelt dat kraken in Overijssel minder voorkwam dan in de Randstad, maar als het voorkwam, vooral in grotere steden. Denk zo aan Zwolle, Enschede en Deventer. “Deze steden hadden een grotere studentenpopulatie, wat kraken aantrekkelijker maakte,” zegt hij. In Amsterdam was kraken een symbool van verzet tegen woningnood en speculatie. Een protest. Maar in Overijssel had de beweging een minder tot geen radicale insteek. “Hier werd vaker pragmatisch omgegaan met kraken. Het was meer een noodzaak dan een ideologische strijd.”
Woningnood
Volgens Brinksma is de woningnood in Overijssel nog te weinig onderzocht. “Het lijkt erop dat de urgentie om tegen krakers op te treden minder groot was dan in de Randstad, mede omdat leegstand hier minder problematisch werd ervaren.” Brinksma: “Er was minder conflict, en krakers werden vaak gedoogd zolang er geen overlast was. Dit maakte dat Overijssel minder vaak met gewelddadige ontruimingen te maken had zoals in de grote steden.”
De krakers in Overijssel richten zich volgens Brinksma vooral op leegstaande panden die al langere tijd ongebruikt zijn. “Veel van deze panden waren in verval geraakt en werden door krakers weer in gebruik genomen en soms zelfs opgeknapt,” merkt hij op.
Herhaling van geschiedenis?
Brinksma betwijfelt of de geschiedenis van kraken veel invloed heeft op het huidige woningdebat in Overijssel. “De situatie is anders dan in de jaren ’70 en ’80, maar met toenemende woningnood is de kans aanwezig dat kraken weer vaker voorkomt. Dit hebben we dus dan ook een paar keer gezien in Hengelo afgelopen jaar.” zegt hij.
TITEL FYSIEKE KRANT:
Kraken in het oosten: heden en verleden
In 2024 hebben sommigen het kraken in Hengelo herontdekt. Zowel woninghuizen, aan bijvoorbeeld Haaksbergerstraat, als boerderijen werden gekraakt. Dit roept vragen op over de geschiedenis van kraken in Twente en de bredere impact van de kraakbeweging in Overijssel.
Overijssel-Historicus Gerjan Brinksma stelt dat kraken in Overijssel minder voorkwam dan in de Randstad, maar als het voorkwam, vooral in grotere steden. Denk zo aan Zwolle, Enschede en Deventer. “Deze steden hadden een grotere studentenpopulatie, wat kraken aantrekkelijker maakte,” zegt hij. In Amsterdam was kraken een symbool van verzet tegen woningnood en speculatie. Een protest. Maar in Overijssel had de beweging een minder tot geen radicale insteek. “Hier werd vaker pragmatisch omgegaan met kraken. Het was meer een noodzaak dan een ideologische strijd.”
Woningnood
Volgens Brinksma is de woningnood in Overijssel nog te weinig onderzocht. “Het lijkt erop dat de urgentie om tegen krakers op te treden minder groot was dan in de Randstad, mede omdat leegstand hier minder problematisch werd ervaren.” Brinksma: “Er was minder conflict, en krakers werden vaak gedoogd zolang er geen overlast was. Dit maakte dat Overijssel minder vaak met gewelddadige ontruimingen te maken had zoals in de grote steden.”
De krakers in Overijssel richten zich volgens Brinksma vooral op leegstaande panden die al langere tijd ongebruikt zijn. “Veel van deze panden waren in verval geraakt en werden door krakers weer in gebruik genomen en soms zelfs opgeknapt,” merkt hij op.
Luuk Oost over de uitdagingen
Naast Brinksma sprak ook Luuk Oost over de woningnood en leegstand. Oost is een auteur en gespecialiseerd in sociale woningbouw. Volgens Oost is het voor gemeenten vrijwel onmogelijk om leegstand goed te monitoren. “Er is een groot gebrek aan capaciteit om constant in kaart te brengen waar leegstand voorkomt en hoe dit effectief kan worden aangepakt,” zegt hij.
Over de rol van kraken is Oost genuanceerd. “Kraken is geen structurele oplossing, maar het legt wel bloot dat er een tekort is aan betaalbare woningen.” stelt hij. Volgens Oost is het belangrijk om sociale woningbouw te herwaarderen en in te zetten op innovatieve bouwmethoden, zoals prefab-woningen en het Duitse ‘wachsende Haus’-principe. “Dit zijn volgens hem goede ideeën. Die het mogelijk maken om kleine, betaalbare woningen te bouwen die uitbreidbaar zijn naarmate de bewoner financieel groeit,” legt hij uit.
De historische kracht van sociale woningbouw
Oost benadrukt dat Nederland een sterke traditie in sociale woningbouw heeft, iets waar we volgens hem trots op horen te zijn, maar dat deze de afgelopen decennia is uitgehold. Hij neemt Groningen als voorbeeld. Waar wethouder Iepke Gietema in de jaren ‘90 tegen de wens van zijn partij in sociale huurwoningen liet bouwen op gewilde locaties. “Dat soort moed en visie missen we tegenwoordig te vaak,” zegt Oost. “Volkshuisvesting moet niet worden gezien als een marktmechanisme, maar als een maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Brinksma sluit zich hierbij aan en stelt dat de criminalisering van kraken in de jaren ‘80 en ‘90 grotendeels voortkwam door de opkomst van marktdenken in de volkshuisvesting. “In plaats van kraken te bestrijden, zou de overheid beter kunnen investeren in structurele oplossingen voor woningnood.”
TITEL VOOR MEGAZINE MEZZA:
Boek: De Dikke Berlijn door Luuk Oost & zijn mening over de woningnood en kraken
In De Dikke Berlijn neemt planoloog Luuk Oost de lezer mee door de rijke geschiedenis van Berlijn. Het boek biedt een uniek perspectief op de stad, van de opkomst van de stedenbouw tot de naoorlogse heropbouw en de hedendaagse obstakels. Oost beschrijft Berlijn als een stad van innovatie en veerkracht, waarbij hij laat zien hoe stedelijke planning en architectuur zich aanpasten aan de sociale en politieke veranderingen van de afgelopen eeuw. Zijn beschrijving van de sociale woningbouw in Berlijn in de jaren ’20, met een focus op standaardisatie en efficiëntie.
Interview met Oost over woningnood
Persoonlijk heeft Oost geen ervaring met kraken, maar hij kent de woningnood uit de verhalen van zijn ouders die na de Tweede Wereldoorlog moesten inwonen bij familie. Hij wijst op de omstandigheden waarin veel gezinnen toen der tijd verkeerden en hoe dit hun mogelijkheden tot ontplooiing beperkte. In zijn professionele carrière zag hij dat veel krakers bereid waren te wonen in omstandigheden die verre van ideaal waren, maar die wel de woningnood blootlegden en aantoonden dat er alternatieve oplossingen mogelijk zijn.
Over de legaliteit en legitimiteit van kraken is Oost duidelijk: hij ziet kraken niet als een geaccepteerde oplossing voor de woningnood, maar erkent wel de signaalfunctie ervan. Kraken legt structurele problemen bloot, maar moet volgens hem geen gelegaliseerde praktijk worden. In plaats daarvan pleit hij voor een beter functionerend woningbeleid met meer instrumenten voor woningcorporaties en een herwaardering van sociale huisvesting.
Op de vraag over de balans tussen het recht op huisvesting en het eigendomsrecht stelt Oost dat beiden belangrijk zijn, maar dat het huidige systeem eigen woningbezit bevoordeelt ten koste van sociale huur. Hij pleit voor een evenwichtiger beleid waarin de overheid een sterkere rol speelt bij het waarborgen van betaalbare huisvesting. Hij verwijst naar Berlijn, ook zoals hij in zijn boek heeft omschreven, in de jaren ’20 van de vorige eeuw, waar een omvangrijk programma voor sociale woningbouw werd opgezet met een sterke focus op prefab-bouw. Volgens Oost kan Nederland hiervan leren en moet er meer ingezet worden op efficiëntere bouwmethodes om de kosten te drukken en sneller woningen te realiseren. Zijn pleidooi om leegstand beter te monitoren en een evenwicht te vinden tussen eigendomsrecht en sociale huisvesting, kan dienen als handvat voor beleidsmakers om de woningnood structureel aan te pakken.
FOTO’S VOOR SOCIALE MEDIA + POLL VOOR STORY