Bruidsjurk des doods

Bruidsjurk des doods

‘You look so beautiful’, zegt hij terwijl hij in de achteruitkijkspiegel naar mij kijkt. ‘Thank you’, zeg ik enigszins verlegen. Ik ben nooit goed met complimentjes maar deze voelt wel erg misplaatst. Het is twee uur s ‘nachts en we rijden door het negende arrondissement van Parijs. De Uber chauffeur neemt geen genoegen met mijn bedankje en doet er nog een schepje bovenop: ‘No really, your eyes make me blush. How old are you?’. ‘Eighteen, so a bit too young for you’, lach ik nerveus. Het gesprek bevalt me niet dus ik verander snel van onderwerp. ‘You had a long workday?’, vraag ik terwijl ik aan mijn jas frummel. Ik heb eigenlijk helemaal geen zin om met hem te praten. ‘Yes but driving around pretty girls like you makes it all worth it.’, antwoordt hij terwijl hij zich omdraait en een knipoog geeft. Ik merk dat mijn hart sneller begint te kloppen, alleen niet op de manier die de chauffeur hoopt te bereiken. Nog heel even volhouden denk ik bij mezelf, je bent bijna thuis. Hij blijft me aankijken via de achteruitkijkspiegel en grijnst. De auto voelt plots een stuk kleiner aan. Ik weet mezelf geen houding te geven en kijk naar buiten. De lantarenpalen flitsen voorbij, we slaan de hoek om en ik herken eindelijk de straat. Mijn spieren ontspannen wanneer hij de auto parkeert. Ik buig naar beneden om mijn tas te pakken en plots voel ik twee handen mijn wangen stevig vastpakken. Zijn gezicht komt langzaam richting die van mij en alles om me heen verdwijnt.

Twee weken daarvoor kom ik op een warme zomer dag aan op station Gare du Nord in Parijs. Een mengeling van spanning en enthousiasme giert door mijn lijf. Het is 2018 en ik ben net geslaagd van de middelbare school. Waar mijn oud klasgenoten nu het vliegtuig instappen onderweg naar Llorret de Mar of Albufeira om daar alle examenstress weg te drinken, baan ik mij een weg door de mierenhoop van reizigers op zoek naar iemand die een bordje met mijn naam vasthoudt. ‘Bo Fressaur’, aha dat zal ik wel zijn. Ze hadden wel vaker moeite met mijn naam in het buitenland. De aardige man neemt mijn koffer aan en ik voel me altijd een beetje opgelaten wanneer iemand anders met mijn spullen moet sjouwen. Ik stap de taxi in en we rijden door Boulevard Barbès richting Montmartre. Mijn onderkomen voor de aankomende maand. Ik til mijn koffer, waar ik de komende twee jaar uit zal gaan leven, de stoffige smalle trap zes verdiepingen mee omhoog. ‘Nu was die man toch wel welkom geweest’, lach ik. Een druppeltje zweet loopt langs mijn gezicht maar veel tijd om bij te komen heb ik niet. Van mijn agent krijg ik gelijk een berichtje: ‘Hey Bo! Welcome in Paris. Dior is expecting you for their casting at 4:30. I will send you the details by mail.’. Ik kleed me snel om, pak mijn hakken en sprint het appartement uit, mijn eerste Paris Couture Week kan beginnen.

Een zomer eerder ben ik op vakantie in Frankrijk en wordt daar door een modellen scout ontdekt. Samen met mijn ouders kamperen we in een piepklein vissersdorpje aan de kust. De dagen bestaan uit stokbrood, marktjes bezoeken en zwemmen in de zee. Een vrouw in het dorp kijkt verdacht vaak mijn kant op. Mijn ouders en ik lachen erom en we zoeken er niet veel achter. Tegen het einde van onze vakantie spreekt ze mijn moeder aan terwijl ik verderop een ijsje aan het halen ben. ‘Hello, I’m working for a big model agency in Paris. I’m interested in your daughter. Could I give you my business card? Give me a call.’ Mijn moeder pakt verbaasd haar kaartje aan en de vrouw is vliegensvlug weer verdwenen. Ik loop richting mijn moeder en ze laat het kaartje zien. ‘Worden we niet opgelicht?’, vraag ik lachend aan haar. ‘Anders googelen we ze even’, zegt mijn moeder. Ik stem in en we lopen weer richting de tent.
Een kopje koffie met de modellen scout en een aantal foto’s naar de grote baas later ben ik opeens model. Die toevallige ontmoeting met haar heeft mijn leven van de een op andere dag veranderd. Ik vraag me nu weleens af: Wat als we ergens anders naartoe waren gegaan die zomer, hoe had mijn leven er dan uitgezien? Mijn eindexamenjaar krijgt een totaal andere wending. Ik vlieg van Milaan naar Londen tot Parijs met mijn studieboeken onder de arm. In plaats van in de bibliotheek stamp ik in de haar en make-up stoel alle examenstof in mijn hoofd.

De opdrachten stromen binnen en ik neem na mijn examens een tussenjaar om mij volledig in de modellenwereld te storten. Ik geniet van de ‘nieuwe’ wereld die ik van binnenuit kan ontdekken. Modellenwerk, leerde ik al snel, bestaat voornamelijk uit wachten. Het werken gaat eindeloos door en nee zeggen is geen optie. Dit alles doe je met een grote glimlach op je gezicht.

De eerste twee weken in Parijs vliegen voorbij. Mijn dagen zitten vol met casting, fittings en shows. De wekker gaat vroeg en ik werk vaak door tot diep in de nacht. Ik ben constant moe maar ga door op adrenaline. Ik wandel veel naar mijn afspraken en voel me steeds meer thuis in de nieuwe stad. Wanneer ik na een lange werkdag naar huis wil gaan om te eten, krijg ik een mailtje van mijn agent: ‘We’ve confirmed a fitting for you. Can you go to 30 Rue Boissy D’Anglas at 18:30?’. Dat is al over tien minuten! Snel kijk ik op mijn telefoon waar ik het dichtstbijzijnde metrostation kan vinden. Lijn 12 richting Mairie D’issy brengt me onder de grond door naar Place du Madeleine. Achter de deur zit een indrukwekkend grote marmeren balzaal verscholen, zoals alleen Parijs die kent.

Een vrouw in het zwart gekleed, zoals alle mensen die achter de schermen werken vaak zijn, haalt me op. Ze brengt me naar een ruimte die vol zit met andere lange en dunne meisjes. Er is nauwelijks ruimte dus ik wurm me tussen een kledingrek en ga op de grond zitten. ‘Het wachten kan beginnen’, denk ik. Één voor één roepen ze namen naar binnen maar die van mij blijft uit. Mijn maag voelt hol aan. Had ik toch maar onderweg even de tijd genomen om iets te eten te halen. Verveeld neem ik de ruimte en de andere meisjes in me op. Na twee uur roept dan eindelijk iemand mijn naam, ‘Your dress is not finished yet so you’re good to go’. ‘No worries’, zeg ik met een grote glimlach op mijn gezicht maar vanbinnen huil ik. Had niemand dit zich eerder kunnen bedenken? Ik haal bij de supermarkt een kant en klaar maaltijd en werk die binnen twee minuten naar binnen. Ik wandel in het schemerlicht langzaam omhoog richting Montmartre, eindelijk naar huis.

Net wanneer ik onderuitgezakt in mijn pyjama langzaam verdwijn in de bank, krijg ik een mailtje van mijn agent: ‘They want you back at 22:30 to fit the dress again’. Daar gaan we weer. Ik kleed me om en vertrek weer richting Place du Madeleine, de route hoef ik niet eens meer op mijn telefoon op te zoeken. De sfeer is helemaal omgeslagen wanneer ik aankom. Het is alsof ik in een rampgebied ben terechtgekomen. Iedereen loopt door elkaar heen, in de ruimte liggen allemaal jurken en schoenen door elkaar heen en er is niets meer over van de rust van een paar uur geleden. De show is al morgenmiddag en de tijdsdruk onder de medewerkers is toegeslagen. Ik voel direct dat dit een lange avond gaat worden.

Twee stylisten pakken mijn ribben beet en duwen ze hardhandig naar elkaar toe. Gelijk springen er tranen in mijn ogen maar ik geef geen kick. ‘Jezelf niet laten kennen Bo, het is zo voorbij’, spreek ik mijzelf geruststellend toe. Met elke lus van het korset voel ik langzaam de lucht uit mijn longen verdwijnen. Ik loop een aantal keer op en neer, de designer werpt een korte blik op me en schudt zijn hoofd, de jurk mag weer uit. In alleen mijn onderbroekje sta ik te wachten op de volgende jurk. De afgelopen weken ben ik al mijn preutsheid verloren en in een ruimte als deze neem ik de rol van een levende paspop aan. De prachtige creaties gaan aan en uit en de gehele nieuwe wintercollectie komt voorbij die avond. Het is ondertussen al twee uur s ’nachts en ik probeer mijn gapen te onderdrukken. Een grote zwarte jurk met sluier, zie een soort bruidsjurk des doods voor je, krijgt een goedkeurend knikje. Ik ben geboekt voor de show en voel me voldaan. Al het wachten is niet voor niets geweest. Het team van de designer staat erop om een Uber te boeken. Het is te onveilig om mij zo laat nog alleen over straat te laten gaan. Prima, denk ik al voel ik me niet snel onveilig op straat. Ik wil gewoon mijn bed induiken. Nietsvermoedend stap ik in.

Vijftien minuten later sla ik, nog trillend op mijn benen, de deur van mijn appartement dicht. Ik moet eerst heel hard lachen maar het verandert al snel in tranen die langs mijn gezicht stromen. Ik ben een beetje in de war en weet niet zo goed wat ik moet doen. Het is al laat, kan ik iemand bellen? Mijn moeder? Ik wil haar niet laten schrikken. Nee, ik bel haar morgen wel. Ik ijsbeer een beetje door de donkere woonkamer en doe een lichtje aan. Plots voel ik de pijn in mijn elleboog opkomen. Heb ik hem zojuist nou echt een klap in zijn gezicht verkocht? Het ging ook allemaal zo snel. Hij probeerde me te zoenen en ik kan gelukkig net op tijd mijn gezicht wegdraaien. Vervolgens die klap en een sprintje naar mijn appartement. Mijn handen trillen, dit had zo verkeerd kunnen aflopen. Ik stuur mijn agent een berichtje en ze belt nog geen minuut later op.

De volgende ochtend rond half elf zit ik samen met haar op het politiebureau. De politieagent is een grote man met een norse uitstraling. Hij spreekt geen Engels en mijn modellen agent vertaald het gesprek. Ik doe mijn verhaal en de politieagent en zij spreken in het Frans snel over en weer. Hij schudt zijn hoofd en klinkt flink geïrriteerd. Gelooft de man mij niet? Ik heb gelijk spijt dat we daar zitten. Ik wilde ook helemaal geen aangifte doen maar mijn modellenbureau stond erop en nu zitten we hier. Ik voel me schuldig tegenover de chauffeur. Misschien bedoelde hij het helemaal niet zo, straks raakt hij zijn baan nog kwijt. Ik had mijn eerste keer alleen in het buitenland toch iets anders voorgesteld. Een gevoel van kwetsbaarheid overvalt me. ‘He says that you’re the third girl that got harassed by an Uber driver this week’, vertelt mijn agent, ‘He feels very sorry for you’. Mijn gedachten komen gelijk tot rust. We regelen samen al het papier werk en nog geen half uur later staan we buiten.

Ik ga direct door naar de show en wordt weer ondergedompeld in de hectiek van de modewereld. Een haarstylist kamt ruw mijn haar naar achter maar ik voel het nauwelijks. Ik denk alleen maar aan gisteravond en heb een knoop in mijn maag. ‘Ten more minutes till showtime. Girls get dressed quickly’, schreeuwt iemand van de crew. Ik spring op, loop richting de backstage en krijg mijn jurk aan. Alle modellen staan achter elkaar in de rij, de lichten gaan uit en harde muziek galmt door de ruimte. De spanning achter de schermen is om te snijden. ‘Go’, krijg ik te horen en met grote passen baan ik mijzelf een weg op de catwalk. Met elke stap word ik krachtiger. Niemand kan mij meer iets maken in mijn bruidsjurk des doods. Het schuldgevoel verdwijnt en ik moet mijn grijnzen onderdrukken. Kon die chauffeur mij hier maar eens zien lopen. Ik kan de hele wereld aan, al is het maar voor even.

Over de auteur